Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ouderling op huisbezoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ouderling op huisbezoek

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een nieuwe formulering in de kerkorde.
In de formulering van de taak van de ouderling volgens de kerkorde is een zeer wezenlijke relatie aangebracht met het heilig avondmaal. De dienst van de ouderling omvat vanzelf veel meer dan wat met dit aspect samenhangt. Hij is belast met het toezicht op de dienaren van het Woord. Hij functioneert binnen de kerkenraad evenzeer als een ambtsdrager die in de collegiale verhoudingen het onderlinge toezicht zo veel mogelijk zal bevorderen. Er is echter een bijzondere taak voor hem, die in verband staat met het avondmaal. Hier komt een bijzonder sterk accent te liggen op het huisbezoek, waarvan in de oude formulering van de kerkorde werd gezegd, dat dit zowel voor als na het heilig avondmaal zou moeten plaats hebben. Wanneer de gemeente vier of zesmaal in het jaar het avondmaal viert, zou dit betekenen, dat de ouderling niet minder dan acht of twaalfmaal per jaar een bezoek in de gemeente zou moeten afleggen. Dat dit nauwelijks haalbaar was kan ieder licht begrijpen. Vandaar dat in de nieuwe formulering van de taak van de ouderling eenvoudig gezegd wordt, dat de ouderlingen jaarlijks huisbezoek zullen afleggen en dat zij hun werk van vertroosting, vermaning en onderwijzing onder andere zullen doen met het oog op de avondmaalsviering. Dit lijkt een realistische formulering, waarin iets gezegd wordt over het ouderlingenambt, over het avondmaal en over het huisbezoek.

Presbyteriale gemeente
In het gereformeerde kerkrecht is een ruime plaats toegekend aan de ouderling. Het hele systeem van de gereformeerde kerkelijke structuur berust voor een belangrijk en onvervangbaar deel op dit ambt. Van de diensten en gaven die in het Nieuwe Testament worden genoemd, is dat van de presbyter zelfs toonaangevend. We spreken, om de structuur van de kerkelijke organisatie aan te duiden, zelfs over het presbyteriale-synodale systeem. Bij de rooms-katholieke opvatting heeft de presbyter de gestalte gekregen van de priester, die onder gezag van de bisschop zijn taak verricht. De ouderling is daar verdwenen. Eeuwen lang heeft men het in de kerk van het Westen zonder de ouderling moeten doen. Eerst in de tijd van de Reformatie is hij weer boven water gekomen. Niet Luther, maar Calvijn heeft hem een plaats gegeven en Calvijn ging daarbij in het voetspoor van de Straatsburgse reformator, Martin Bucer. Van grote betekenis was daarbij de gedachte dat de gemeente een werkelijk geheiligd volk zou moeten zijn. De kritiek van de wederdopers op de reformatorisch gezinden was vooral op dit punt te horen. Hun verwijt was, dat ieder bij hen zonder controle aan het avondmaal ging. Om die gedachte weg te nemen werd het ambt van de oudste weer ingesteld. Het verkreeg een grote betekenis, zoals een gevleugeld woord van Noordmans zegt: Calvijn heeft met de pion van de ouderling de paus schaakmat gezet. De gemeente leeft niet maar alleen van de rechtvaardiging door het geloof. Zij heeft ook een beeld te vertonen van het nieuwe leven dat in Christus is. En daarop hebben de ouderlingen toe te zien. Het pleit dat de gereformeerde reformatie voerde voor de heiliging van het gehele leven werd met name door de ouderling gevoerd en gestimuleerd. Daarmee is een fundamenteel aspect van de ambtelijke dienst van de presbyters aangegeven.

Tafelwacht
Dat deze dienst zich bijzonder richt op het heilig avondmaal behoeft ons niet te verwonderen. Anders dan wij gewoon zijn te denken, werd het avondmaal in de tijd van de Reformatie beschouwd als een constituerende factor voor het leven van de gemeente. De relatie tussen het lichaam van Christus, zoals het in het avondmaal wordt aangereikt en het lichaam van Christus, zoals het gestalte ontvangt in de gemeente zelf, was voor de Reformatie beslissend. Een gemeente als lichaam van Christus formeert zich, en wordt zichtbaar bij de dis van het verbond. De gemeente is niet slechts een horende gemeente, die zich groepeert rond de kansel. Zij is naar de grondleggende opvatting van de reformatoren een vierende gemeente, die bij gebroken brood de eenheid vindt van de ware gelovigen en die deze eenheid ook gestalte geeft. In die tijden was het zelfs zo, dat de gemeente geïnstitueerd werd, dit wil zeggen "opgericht" werd, wanneer er avondmaal was gevierd, en uit de avondmaalgangers de ouderlingen waren gekozen. Zo was er als van nature een relatie tussen het ouderlingenambt en het avondmaal. Wanneer de presbyter zelfs zijn naam verleende aan de structuur van het kerkelijk systeem, waarom de gereformeerde kerk ook een presbyteriale kerk werd genoemd, dan klinkt daarin als vanzelf ook door dat de gemeente een vierende gemeente is. Het avondmaal doet haar in de zichtbaarheid treden. En daarbij houdt de ouderling de wacht. Hij is het die bij de toegang staat. De kerkelijke tucht, als discipline van Christus, functioneert dan ook op een bijzondere wijze bij het avondmaal.

Huisbezoek als ambtelijke dienst
Daarmee komt ook het huisbezoek in een heel bijzonder licht te staan. In zekere zin faalt het, wanneer niet de relatie met de gemeente, de betekenis van de avondmaalsviering en daarmee ook de persoonlijke verhouding tot de Here Jezus Christus aan de orde komt. De troost en het vermaan waarvan sprake is in de kerkorde zullen, evenals het onderwijs gedurende het huisbezoek ter sprake moeten komen en dan gericht op de persoonlijke gelovige participatie aan de gemeente en haar deel aan Christus. Wanneer dit werkelijk de bedoeling is, dan is het volstrekt duidelijk dat de ouderlingen een zwaarwegende taak hebben. Daarvoor hebben zij zichzelf voor te bereiden, doordat zij, naar de formulering van het oude formulier schuldig zijn om Gods Woord naarstig te doorzoeken en zichzelf gedurig te oefenen in de overlegging van de verborgenheden van het geloof. Wanneer het huisbezoek op deze manier gedragen wordt door ambtelijke toerusting en ijver, zal het vrucht kunnen afwerpen, waarbij de gemeente in al haar geledingen gebaat is. Bij alle nieuwere organisatievormen zal deze principiële achtergrond van blijvende betekenis moeten zijn. Waar zij verdwijnt brengt dit met zich mee een verzwakking van de geloofsinhoud en van de geloofskracht van het lichaam van Christus.

W. van 't Spijker
(Prof. dr. W. van 't Spijker is emeritushoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht van de TUA uit Apeldoorn)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 2003

De Wekker | 16 Pagina's

De ouderling op huisbezoek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 2003

De Wekker | 16 Pagina's