Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijke groei en opbouw (De brieven van de apostel Petrus 4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke groei en opbouw (De brieven van de apostel Petrus 4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelstudie over 1 Petrus 2:1-10

Pasgeboren kinderen
Een pasgeboren baby hoef je niet uit te leggen of voor te doen dat het moet drinken. God heeft die zuigbehoefte ingeschapen. Gulzig drinkend van de moedermelk krijgt een pasgeboren kind alle nodige bouwstoffen binnen die voor een gezonde groei en ontwikkeling nodig zijn.
De christenen aan wie Petrus schrijft hebben ook het nieuwe leven ontvangen door de geestelijke geboorte (wedergeboorte, zie hoofdstuk 1 vers 3 en 23). Op de wedergeboorte volgt de behoefte aan voeding. Zuivere voeding, wel te verstaan. Redelijke, onvervalste melk. Hiermee is de zuivere verkondiging van het evangelie bedoeld. De kwaliteit van de voeding moet bewaakt worden: geen schadelijke stoffen mogen erin voorkomen. Maar ook de honger en dorst naar dit voedsel moet steeds weer opgewekt worden. De zonden in vers 1 genoemd staan op gespannen voet met de geestelijke honger en dorsten die bij wedergeboren mensen verwacht mag worden. Vandaar dat Petrus vermaant dat zij met het oude, heidense, zondige levenspatroon moeten breken. Deze staat hun geestelijke groei in de weg!
Wie de smaak te pakken kreeg van Gods goedertierenheid (vers 3, zie Psalm 34,9) verlangt naar meer. En diens smaak voor de zonde is in principe bedorven. Als dat niet het geval is, is er iets heel ernstigs aan de hand. Begrijpt u waarom?

Levende stenen
Weer een ander beeld gebruikt Petrus om de geestelijke groei van de christenen te beschrijven. Het is het beeld van de bouw van een geestelijke tempel. De ware gelovigen kunnen levende stenen worden genoemd, omdat zij uit genade het nieuwe leven hebben ontvangen. Zij worden gebouwd op de Levende Steen, Christus. Hun leven (en groei) is van Zijn leven afhankelijk. In Psalm 118 wordt de steen door de bouwlieden afgekeurd en weggeworpen. Dat is met Christus gebeurd bij Zijn lijden en sterven. De afgekeurde Steen blijkt op Pasen (vgl. 1,3) echter de Levende Steen te zijn.
De levende stenen moeten nu gevoegd worden bij en gebouwd worden op de Levende Steen. Zo worden ze samengevoegd tot een geestelijk huis, een nieuwe tempel. Hoe vindt dat plaats? Wat is daarvoor nodig? Komen tot Hem (vs. 4a). We moeten erop letten dat met het 'komen tot Hem' hier niet bedoeld is een (eerste) komen tot Hem, dat aan het begin staat van het geestelijke leven. Komen als een vermoeide en belaste, om zalig te worden. Hier gaat het om het dagelijks komen tot Hem om geestelijk gebouwd te worden. Het tekent de dagelijkse afhankelijkheid van de christen. Er kan geen sprake zijn van geestelijke groei, als de band met de Heere Zelf niet wordt beleefd!

Een geestelijk huis
De levende stenen vormen samen een huis. Een huis waarin de Heere wil wonen, door Zijn Geest. De aardse tempel is niet meer. Die was slechts nodig voor de oude bedeling. 'Zie de ure komt en is nu, dat de ware aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en waarheid.' (Joh. 4,23). Waar de liefde Gods in Christus in het hart wordt uitgestort door de Heilige Geest, daar woont Hij Zelf (Psalm 133).

Heilige priesters
In de tempel waren het alleen de priesters die door middel van de offerdienst tot God konden naderen. Zij waren de bemiddelaars tussen God en het volk. In de nieuwtestamentische gemeente is dat anders. Dankzij het offer van de grote Hogepriester Jezus Christus is er een rechtstreekse toegang voor ieder die gelooft (vgl. Ef. 2:18-22) en bekleedt ieder kind van God een heilig priesterschap. De Reformatie heeft dit genoemd: het priesterschap der gelovigen.
Bij de verbondssluiting bij de Sinaï (Ex. 19,6; vgl. Jes. 43,20-21) wordt van het hele volk Israël gezegd dat zij een koninkrijk van priesters zullen zijn. Dat wordt ten diepte hier vervuld (zie ook vers 9: een heilig volk, Gods eigendom). Dat de voorrechten van het oudtestamentische verbondsvolk van toepassing blijken te zijn op de nieuwtestamentische kerk laat zien dat en hoe God Zijn werk voortzet. Het is hetzelfde heil, maar nu nog rijker geopenbaard en nog dieper beleefd en dat niet alleen voor het ene volk, maar voor de kerk uit alle volken (Joden en heidenen). In die zin kan gezegd worden dat de kerk in de plaats van Israël gekomen is.

De dragende hoeksteen
In vers 6-8 wordt het beeld van de hoeksteen weer opgevat, Jes. 28,16 spreekt over een kostbare hoeksteen, door God neergelegd. Christus is de Steen die de bouwlieden verworpen hebben (Psalm 118). Toch blijkt Zijn werk het dragende fundament te zijn voor de verlossing van zondaren. Zalig wie in Hem gelooft: die zal niet beschaamd worden! Door het geloof gaat u zelf de kostbare waarde van Christus' werk voor eigen hart en leven verstaan. Er is echter ook een ander reactie mogelijk. Wie zich aan deze Steen stoot, zal vallen. Buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. De verantwoordelijkheid van de mens wordt niet uitgeschakeld. Tegelijk voltrekt zich langs de weg van de prediking van een rijke Christus voor een arme zondaar het diepe geheim van verkiezing en verwerping. Wie Hem verwerpt, wordt verworpen (vers 8-b).
Had Simeon al niet geprofeteerd dat Christus gezet zou worden tot een val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat weersproken zal worden (Luk. 2,34)?

Zijn deugden verkondigen
Het doel van de verkiezing en de roeping van het heilige, koninklijke priestervolk is om Gods deugden (zo staat er letterlijk) te roemen. Wie kwam uit het duister van onwetendheid en zonde tot Gods wonderbaar licht heeft veel reden tot verwondering. Buitenstaanders worden deel van het volk van God en ontvangen Zijn ontferming. Van dat wonder leeft de kerk. U ook?


Vragen
1. Hoe komt het dat sommige gemeenteleden enerzijds alles slikken wat hen wordt voorgezet of anderzijds juist de zuivere voeding niet goed vinden smaken?
2. Hoe moeten we het verband zien tussen verkiezing en geloof enerzijds, en verwerping en ongehoorzaamheid anderzijds?
3. Wat wordt bedoeld met Gods deugden?
4. Waarom is de Steen die door mensen werd verworpen, kostbaar voor God (vers 4)?
5. Hoe neemt het priesterschap van de gelovigen vandaag concreet gestalte aan?

H. Korving
(ds. H. Korving is predikant van de gemeente Leerdam)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 2003

De Wekker | 16 Pagina's

Geestelijke groei en opbouw (De brieven van de apostel Petrus 4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 2003

De Wekker | 16 Pagina's