Wat doe ik aan?

Sieraad
Voor de christen is het niet zo moeilijk, wat hij aan zal doen. Voor hem is er elke dag het hetzelfde kleed: de ootmoed. Petrus vermaant om met ootmoedigheid bekleed te zijn want God geeft de nederigen genade. Niemand is van zichzelf ootmoedig. Als je probeert ootmoedig te zijn zonder oprechte bekering, wordt het een kunstmatige houding. Het kleed van de ootmoed is een gave van Christus. Paulus schrijft aan de Galaten: "Zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan." Bij de eerste christenen bestond de gewoonte om bij de doop een wit kleed aan te doen. Dat kleed wees op de gerechtigheid van de Heere Jezus. Het aantrekken van dat kleed was tegelijk het aanvaarden van de verplichting om heilig voor de Heere te leven. Door het geloof doen wij Christus aan: met Zijn mantel van gerechtigheid bekleed, omhangen met de kleren van het heil. Dat aandoen van Christus geeft de nauwe gemeenschap met Hem aan. Wie in Zijn nabijheid mag verkeren, wordt nederig en zachtmoedig. Met ootmoed bekleed te worden is een gave van Hem. Dat is het sieraad van de christen!

Kleren maken de man
Vroeger zei men: een christen herken je aan zijn gelaat, gepraat en gewaad. Het uiterlijk hoort er wezenlijk bij; dat moet gestempeld worden door de Godsvrees. Onze kleding heeft alles te maken met onze verhouding tegenover de Heere en onze innerlijke gesteldheid. We zeggen al gauw: het zit hem niet in het uitwendige. Dat is maar ten dele waar. Want toen die grote verandering in het paradijs plaats vond, zocht Adam direct een bedekking.

Na de zondeval werd hij kleermaker. Hij maakte schorten van vijgenbladeren. En zijn nakomelingen verstaan ook de kunst om kleren te maken. Daarin is er grote verscheidenheid: sommigen dragen een grof kleed van ongerechtigheid. Zij leven zich uit in de zonde. Anderen dragen het kleed van burgerlijk fatsoen. Ze gaan als nette mensen door het leven. In de kerk zijn velen getooid met het kleed van de eigengerechtigheid. Ten diepste leven zij met de gedachte: ik ben heiliger dan jij. Welk kleed past ons het beste? Of lopen we in een kleed van tweeërlei stof? U hebt uw oude kleed aangehouden, maar er nieuwe stukken opgezet; de lappen van deugd en ernst. U geeft God wat, en ook de wereld wat.

De nieuwe mode
Al die soorten kleren moeten we uittrekken. Want ze zijn oud en versleten. Die kleren kunnen ons niet helpen. Je voelt je onbehagelijk in die kleren als de koude wind van ontdekking en overtuiging waait. Die kleding beschermt evenmin tegen de hitte van de zon der verdrukking.
Geen kleed van eigen fabrikaat is geschikt om onze naaktheid voor God te bedekken. Om daar achter te komen, moeten we ontkleed worden. Zonder kleren voor God, roep ik uit: "Ik verga, wee mij! Ik ben een mens, onrein en heb geen bestaan voor God!" Je schaamt je diep voor God. Je zou je voor Hem willen verbergen, maar dat kan niet meer. Je wilt je naaktheid bedekken, maar wat moet ik aan doen? Ik heb niets om aan te trekken!
Is het geen wonder dat de Heere dan voor een passend kleed zorgt? God heeft Adam de kleren uitgetrokken en hem rokken van vellen aangedaan. Adam kon zelf geen eigen kleed uit zoeken, maar God wist wat goed voor hem was. De Heere geeft een gewassen kleed, gedompeld in het zuivere bloed van Christus. Zo neemt Hij de schuld weg en bekleedt je vervolgens met een nieuw gewaad. Die kleren heeft Jezus verworven. Van de Gekruisigde was de kleding afgenomen en al dobbelend hebben ze Zijn kleding verdeeld. Zijn verdienste wordt bij een kleed vergeleken. Dat is de nieuwste mode! Dit kleed past altijd. Het is onverwoestbaar en niet aan slijtage onderhevig.

Werkkleding
Het zaligmakend geloof doet Jezus aan als een kleed. Dan mag je zo omringd worden door Christus en Zijn heil, dat je uit en door Hem gaat leven. Het gelovig aandoen van Jezus, is Hem te omhelzen en Zijn weldaden aannemen. Je hart wordt vervuld met Zijn liefde. Je leven wordt bepaald door Zijn leiding. Zijn Geest vernieuwt je hart zodat je niet meer als de heidenen wilt leven, maar gaat wandelen met de Heere. In woord en daad laten uitkomen hoe de Heere het waard is Hem te dienen. Want het kleed van Christus is de werkkleding van de gelovige. In deze aangetrokken kleding wil je voor God en de mensen gezien worden. Niet om te pronken maar om te dienen. Wat zal ik vandaag aantrekken? Het witte kleed van de toewijding aan de Heere. Wat zal ik nu aandoen, wat zal ik nu van de Heere laten zien? Elke dag mag je de nieuwe mens aandoen, om weer een ander aspect van Zijn genade uit te leven.

Afgedankt
Aan nieuwe kleren moet je wennen. Die oude kleren zaten eigenlijk best wel lekker! De zonde en begeerte houdt je weer gevangen. Wat kun je je machteloos voelen om heilig voor de Heere te leven! Het wordt een strijd op leven en dood. Door Jezus' genade leer ik die oude kleren als vodden zien. Ze worden afgedankt want ze hebben hun dienst gedaan. Dat is de kracht van Christus' verdienste. Want Hij is opgestaan en heeft de doeken waarin Hij gewikkeld was, achtergelaten. Ons doodskleed ligt klaar en we zullen het aan doen. De opgerolde doeken in het lege graf van Jezus zeggen ons dat het oude is voorbijgegaan. Als u dan met Christus opwekt bent, leg af die oude mens. En het verheerlijkt lichaam heeft geen kleding meer nodig.

J.P. Boiten
(Ds. J.P. Boiten is predikant van Sliedrecht (Bethelkerk))

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen