Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rechtspositie van de predikant

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rechtspositie van de predikant

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een veranderende wereld
In deze bijdrage komen een aantal overwegingen aan de orde, die betrekking hebben op de rechtspositie van de predikant. Wellicht ten overvloede: we bedoelen daarmee de verhouding tussen de predikant en zijn gemeente, zoals die op een heel bijzondere wijze aan de orde komt in de relatie met de kerkenraad.
Het behoeft geen betoog dat de kwestie telkens weer aan de orde komt. Vandaag is zonder meer de predikant als ambtsdrager onderwerp van een discussie die in vrijwel iedere generatie weer opduikt. De gehele structuur van de kerk staat vandaag weer onder druk. Met kerkelijke leven als zodanig is in beweging, zoals eerdere tijden niet gekend hebben. Pogingen tot kerkelijke hereniging leiden onherroepelijk tot een heroverweging van de vraag welk kerkelijk systeem het meest vruchtbaar zal zijn. Daar komt voor vandaag op een nimmer gekende manier nog bij de opkomst van charismatische en evangelische bewegingen en stromingen, die het denken over het kerkelijke ambt op losse schroeven zetten.
Dat gebeurt ook in de kerken waarmee wij ons op de een of andere manier verbonden weten. Het lijkt wel alsof het kerkelijke ambt vandaag pas wordt ontdekt, op een manier, die onze eigen kerkelijke traditie op een ondoordachte manier onder kritiek zet. Het is water naar de zee dragen, wanneer men opmerkt dat de ambten in de gereformeerde traditie niet overeenstemmen met de gegevens van het Nieuwe Testament. Wie zou dit in de traditie ooit zo gezegd hebben. Men vergeet echter al te veel, dat juist deze traditie getracht heeft als geen andere recht te doen aan wat de Schrift leert. Dat kan men van de rooms-katholieke kerk niet zeggen, en ook niet van episcopale kerken. Bovendien betekent het Schriftberoep in de gereformeerde traditie nimmer een vorm van biblicisme.
Maar vooruit, ik dwaal wat af. Het was me er om te doen om iets te zeggen over de rechtspositie van de predikant. En dan vooral ten opzichte van gemeente en kerkenraad.

Geen arbeidsrechtelijke verhouding
Voor de kwestie zou ik kunnen verwijzen naar een studie die is uitgegeven door het gereformeerde maatschappelijk verbond (Zwolle 1991). Het is een duidelijk en helder stuk. De kerkrechtelijke kant van de zaak wordt goed uiteengezet. Ook vanuit arbeidsrechtelijk oogpunt wordt die positie geschetst. En in beide gevallen geldt, zo blijkt het duidelijk, dat de predikant in een verhouding tot de gemeente en de kerkenraad staat op een wijze, die geheel van een eigen soort is. Met de artikelen van de kerkorde wordt dit aangetoond, maar ook met de voorwaarden die in de arbeidswetgeving gelden. Dat betekent dus, dat vanuit dit laatste gedacht, men niet kan zeggen, dat de dominee in dienst staat van de kerkenraad. Hij is zelf lid van de kerkenraad. Wanneer hij voorzitter is, betekent dit niet dat hij de kerkenraad zou kunnen regeren. Hij kan geen opdrachten geven. En omgekeerd kan de kerkenraad hem ook niet beschouwen alsof hij in een gezagsverhouding staat tot de predikant, zoals deze in het arbeidsrecht bedoeld en omschreven is.
Het is van belang, dat indertijd, in de 'zaak Kruis', zoals deze in diverse artikelen en geschriften uit de juridische wereld wordt aangeduid, de rechter tot in de hoogste instantie toe, heeft uitgesproken, 'dat de bestaande verhoudingen in de kerk het aannemen van een gezagsverhouding, zoals die tussen een werkgever en een werknemer bestaat, in de weg staan'. De rechter heeft daarbij rekening gehouden met het feit dat zeker op dit punt, gelijk ook anders, het kerkelijke recht van een eigen soort is (sui generis). Vanuit het recht, zoals dat in de samenleving geldt ten aanzien van de kerken, is het van belang dit in het oog te vatten.

Theologie achter het kerkrecht
Wie daaraan nog zou willen twijfelen zou kennis dienen te nemen van een Zuid-Afrikaanse studie, van de hand van J. Smit. Het betreft een magisters-these, speciaal voor het vak kerkrecht geschreven. De auteur heeft niet alleen de kerkrechtelijke gegevens bijeen gebracht, hij is er ook in geslaagd om een aantal specifieke theologische argumenten op tafel te leggen. Het belang daarvan is, dat wat de kerkorde zegt, en wat daarvóór nog door de confessie wordt uitgesproken, in een goed theologisch verband wordt geplaatst. Daardoor komen lijnen duidelijk te liggen.
Natuurlijk zal de rechter, wanneer deze gemoeid zou worden in de kwestie, weer vragen naar het statuut, zoals men in de civielrechtelijks sfeer de kerkorde pleegt te noemen. Hij zal in ieder geval rekening houden met de uitspraak die de Hoge Raad eerder deed, zoals boven werd vermeld. Maar voor iemand die redelijk wil nadenken, is het meegenomen dat ook een theologisch kader wordt geboden. In de juridische wereld spreekt men over de doctrine, die zich rond een artikel heeft gevormd.
In het kerkrecht geldt ook een 'doctrina', een leer die de leer van Christus is, en die niets anders wil dan uitdrukking geven aan de werkelijkheid dat in de kerk strikt genomen slechts het regiment van Christus geldt. Zijn regering is effectief door de Heilige Geest.
De theologie leert ons, dat wanneer de Heilige Geest in de verhoudingen is uitgeschakeld, zelfs het mooiste kerkrecht een formele zaak wordt. En dat wil het onder broeders niet en nooit wezen. Wie dat vergeet heeft tal van zaken reeds veel eerder al vergeten. Hij kan de stap maken naar de wereldlijke rechter, en daarmee volledig in strijd komen met wat de Heilige Schrift ons zonder omwegen voorhoudt. Men behoeft niet eens een doorgewinterde exegeet te zijn, om te begrijpen wat de apostel bedoelde, toen hij het recht zoeken bij de 'ongelovigen' beschreef op een manier die duidelijk maakt, dat men daardoor op zichzelf reeds de zaaksgerechtigheid was kwijt geraakt. Een rechtstheologie, en een rechtspraktijk die dit uit het oog verliest kan geen argumenten aanvoeren, die in het licht van de Heilige Schrift gelden. Een verdienste van het werk van J. Smit is het, dat het de theologie achter de praktijk heeft laten spreken, zoals deze in een gereformeerde kerk dient te gelden.

W. van 't Spijker
(Prof. dr. W. van 't Spijker is emeritushoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht van de TUA in Apeldoorn)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 2003

De Wekker | 16 Pagina's

Rechtspositie van de predikant

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 2003

De Wekker | 16 Pagina's