Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tussen orde en controle (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tussen orde en controle (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel stelden we vast dat orde belangrijk is voor een kerkdienst. Maar tegelijk zagen we dat 'orde' niet altijd hetzelfde is. Wie bijvoorbeeld een Afrikaanse kerkdienst bezoekt, vindt daar een andere soort orde dan wij gewend zijn.

Orde en onze cultuur
Juist het bezoek aan zo'n Afrikaanse dienst kan je ogen openen voor het typisch Nederlandse van onze ordelijke diensten. Ik weet ook wel dat de Reformatie in het algemeen gepleit heeft voor sobere kerkdiensten, zonder al teveel poespas. Maar in ons land hebben daarin vast en zeker ook culturele aspecten een rol gespeeld. Wie een luchtfoto van Nederland bekijkt, ziet een oneindig schaakbord van rechthoekige weilanden en kaarsrechte sloten. Huizen staan in rijtjes, keurig naast elkaar. De kleuren van de kozijnen zijn voorgeschreven. Op straat zijn vakken geschilderd waar de auto's mogen staan. Overal staan bordjes met richtingen, geboden en verboden. Zelfs middenin het bos komen we nog een bordje tegen: 'Toegang alleen tussen zonsopgang en zonsondergang en alleen op wegen en paden'. Gelukkig zijn deze wegen en paden ook middenin het bos duidelijk aangegeven, met gekleurde paaltjes.
Nederland is een overgeorganiseerd land. Wij hebben een oneindig aantal regels en voorschriften. Op buitenlanders maken wij de indruk van een aangeharkte en tot in de puntjes geregelde bureaucratie.

Zoals de landsaard van Afrikanen ongetwijfeld invloed heeft op hun kerkdiensten, zo zal het ordelijke en geregelde karakter van Nederlanders onze kerkdiensten hebben beïnvloed. Onze kerkdiensten hebben vaste begintijden, die op keurige bordjes buiten staan aangegeven. De mensen zitten in rijen achter elkaar. Tijdens de dienst wordt niet gelopen, ook niet door kinderen. Emoties, zoals verdriet en blijdschap, worden nauwelijks getoond. De dienst zelf ontwikkelt zich in een vast patroon, waarvan niet wordt afgeweken. De lengte van de preek is weliswaar niet voorgeschreven, maar er is wel een stilzwijgende verwachting waaraan predikanten zich moeilijk kunnen of willen onttrekken. Zo duurt elke dienst toch ongeveer even lang. In het algemeen is er geen inbreng van anderen dan de predikant en de organist. Dat helpt natuurlijk erg om de lengte van de dienst voorspelbaar te houden: met allerlei spontane of voorbereide bijdragen wordt dat moeilijker. Want als één ding vaststaat, is het dit wel: Nederlanders gaan op hun horloge kijken als het iets langer duurt dan gebruikelijk!
Nederlanders houden van overzicht en orde. Wij leven op de klok en volgens convenanten, reglementen en contracten. Wij worden nerveus van emotionele uitbarstingen. Het contact met andere culturen kan ons hiervan bewust maken. Dan zou het wel eens kunnen dat wij anders gaan denken over alles wat wij zo vanzelfsprekend vonden. Wij moeten daarom een beetje voorzichtig zijn om de orde en het vaste stramien van onze kerkdiensten gelijk te stellen met de manier waarop Paulus over orde spreekt. Het zou heel goed kunnen dat de oosterling Paulus, 'die meer dan u allen in tongen spreekt' (1 Kor. 14:18), die als het zo uitkwam de samenkomst rustig een paar uur liet uitlopen (Hand. 20:7) en zich liet omarmen en kussen door de huilende ouderlingen van Efeze (Hand. 20:37), zijn ogen zou uitkijken in onze diensten!

Controle
De preek is begonnen. Ineens barst op de achterste rij een vrouw in snikken uit. Zij staat op, wringt zich tussen de mensen door die haar verbaasd aankijken. Zij strompelt naar voren en valt op haar knieën, helemaal vooraan in de kerk. De dominee zwijgt ongemakkelijk en kijkt haar aan. 'Ik wil die vergeving ontvangen waarover u spreekt!', zegt ze. 'Vertel me hoe dat kan!'...

Dit waargebeurde verhaal las ik niet lang geleden. Hoe zou u reageren als dit zou gebeuren? Hoe zou de predikant reageren?
In dit geval keek de predikant eerst hulpeloos op zijn papier en probeerde verder te preken. Maar de vrouw snikte door en op zijn papier stond daarover niets. Toen hield hij op en keek wanhopig naar de achterste rij. Daar stond de koster fluks op. Hij kwam naar voren, nam de vrouw bij de arm en leidde haar met zachte drang naar achteren. De predikant haalde diep adem en ging verder. De gemeente was nog even onrustig, maar keek al snel weer voor zich en luisterde verder. De rust keerde terug. Tijdens de koffie zou men het nabespreken.

Boven dit verhaal dat ik las, stond de vraag: 'Wat als er nu eens echt iets gebeurt in de eredienst?'. Wat doen we als iemand werkelijk tot inzicht van zonde en hulpeloosheid komt en het niet meer kan houden? Wat doen we als iemand zo onder de indruk komt van Gods goedheid en genade, dat hij vraagt: 'Zullen we nog wat langer doorzingen?'

We geloven dat de eredienst de plaats is waar wij God ontmoeten. Wat betekent dat, God ontmoeten? Wat houdt dat in voor onze eredienst? Ik denk dat het in de allereerste plaats moet betekenen dat wij verwachten en bidden dat God ingrijpt tijdens de dienst. Ooit kwam een jonge predikant naar de Engelse prediker Spurgeon toe en vroeg hem: 'Hoe komt het dat er bij u voortdurend mensen tot geloof komen en bij mij nooit?' Spurgeon keek hem aan en vroeg: 'Verwacht je dat er in elke eredienst mensen tot geloof zullen komen onder het Woord dat je verkondigt?' 'Elke keer? Natuurlijk niet', zei de jonge predikant. 'Dan heb je daar je antwoord', zei Spurgeon.

De Nederlandse hang naar orde leidt gemakkelijk tot beheersing en controle. Dit kan in de eredienst op twee manieren uitwerken. In de eerste plaats kunnen we proberen Gods aanwezigheid te sturen en te manipuleren door ons gezamenlijk op te werken tot een emotioneel hoogtepunt. Er zijn kerkdiensten waar het zo toegaat. Gods aanwezigheid lijkt daar een soort energiebron, een stopcontact, waar men de stekker van aanbidding insteekt. Zo hebben we de illusie van beheersing en controle: wij beschikken over Gods aanwezigheid en kracht, wanneer het ons schikt.
Echter, dit soort diensten zijn niet het grootste gevaar dat onze kerken bedreigen. We kunnen gemakkelijk kritiek hebben op zulke samenkomsten maar wij zullen meer moeten oppassen voor een andere manier van beheersing en controle. Wij lopen meer gevaar dat wij de eredienst terugbrengen tot een rigide schema van af te werken onderdelen. De eredienst verwordt dan al snel tot een serie huishoudelijke mededelingen met wat liederen, als omlijsting van een preek.
Waarom zijn wij vaak zo bang voor emotionaliteit en spontaniteit in de eredienst? Is die angst niet gebaseerd op onbekeerde culturele patronen? Zijn wij hier niet meer Nederlander dan christen? Zijn wij ook in onze erediensten inderdaad volkomen afhankelijk van Gods genade of toch meer van onze ordelijke organisatie? Worden wij niet teveel gestuurd door controle: de verborgen angst dat er echt iets gebeurt?

Net zoals muziek geheel verschillend kan zijn, maar toch gehoorzaamt aan een dieperliggende orde, zo zijn er kerkdiensten in allerlei variaties. Maar om werkelijk eredienst te zijn, moeten zij iets weerspiegelen van het wezen van Degene die wij eren. Hoe zouden wij Hem beter kunnen eren dan door Hem niet alleen met de lippen te prijzen, maar ook in onze vormgeving en organisatie te proberen te laten zien wie Hij is? Hoe kan een kind zijn ouders meer eren: door hen met de mond te prijzen of door hen met daden te imiteren?

God is de Heilige en hoog Verhevene. Hij is niet op afroep beschikbaar of te manipuleren. Maar Hij is ook Degene die neerdaalt bij de nederige van hart. Hij zond Zijn Zoon midden tussen ons. Onze erediensten zullen beide aspecten van Gods wezen recht moeten doen: Zijn heiligheid, maar ook Zijn intieme nabijheid. De eerste soort diensten hierboven benadrukken teveel Gods nabijheid en intimiteit. Dat resulteert in diensten die een buitenstaander het gevoel geven dat men hier 'God in de zak heeft'. Maar de tweede soort diensten legt te eenzijdig nadruk op Gods heiligheid en afstandelijkheid. Men beschouwt en bespreekt, maar nadert niet. Men heeft de onrustig makende, troostende, vreugde scheppende en ontdekkende aanwezigheid van Gods Geest geleid in de nauwe bedding van een in beton gegoten liturgie. Wij hebben echter beide accenten nodig in onze erediensten.

Tussen orde en controle
Op basis van het voorgaande pleit ik voor een eenvoudige liturgie, die voldoet aan de volgende kenmerken:
• geen 'opkloppen van emoties'. Dit suggereert al snel dat wij met bepaalde trucs kunnen beschikken over Gods aanwezigheid;
geen rigide schema, waarin nooit variatie mag zijn. Dit suggereert dat wij de Geest kunnen voorschrijven hoe, op welke tijden en met welke middelen Hij mag werken;
verwachting van Gods aanwezigheid. In een eredienst zou veel ruimte moeten zijn voor gebeden en zang. 'Nadert tot God en Hij zal tot u naderen', zegt Jakobus (4:8). De Heere troont op de lofzangen van Israël. Wij moeten verwachten dat Hij er zal zijn en ingrijpen in de levens van mensen;
bijdragen van gemeenteleden. Uit de Korintebrief blijkt dat Paulus zeker niet wil verhinderen dat meer mensen hun bijdrage leveren aan de eredienst (zie het vorige artikel). Wel wil hij dat dit ordelijk gebeurt. Het is dus zaak dit goed voor te bereiden en goede afspraken te hebben. Maar dan is er ook ruimte voor liederen, presentatie van een diaconaal project, een getuigenis en dergelijke;
rekening houden met de aanwezigheid van 'toehoorders' en 'ongelovigen'. Paulus schrijft in 1 Korinte 14 de gemeente voor dat haar erediensten laagdrempelig moeten zijn. Dat dit niet hetzelfde is als kinderachtig of triviaal, toont vers 25: het doel van de eredienst is dat ook de ongelovige God zal verheerlijken;
goede kwaliteit. De onderdelen van de liturgie, maar vooral de muziek, moeten het beste zijn wat de gemeente kan bieden. In het Oude Testament werden voor de offers de beste dieren van de kudde gevraagd. Onze lofoffers mogen daarvoor niet onderdoen. Daarbij komt dat een goede kwaliteit van de liturgie buitenstaanders kan betrekken bij wat wij doen. Een armzalige kwaliteit sluit hen juist buiten.

Bewust schrijf ik nu niets over de preek. Dat zou om een nieuw artikel vragen. Wij beschouwen de woordverkondiging als de kern van de eredienst en terecht. Toch moeten we niet van de weeromstuit gaan denken dat de liturgie daarom niet meer is dan een omlijsting van de preek. In dit artikel heb ik dat hopelijk voldoende kunnen beargumenteren.

Stefan Paas
(dr. S. Paas is evangelisatieconsulent van de Christelijke Gereformeerde Kerken)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 2004

De Wekker | 16 Pagina's

Tussen orde en controle (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 2004

De Wekker | 16 Pagina's