Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kijk eens in de Spiegel!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kijk eens in de Spiegel!

Hebben we nog contact met onze jongeren? (1)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze artikelenreeks willen we de focus van gemeenten en gemeenteleden richten op het kinder- en jeugdwerk. De artikelen willen een verband aangeven tussen de actualiteit in de jeugdcultuur, het plaatselijk jeugdwerk, de maatschappij en de situatie in veel plaatselijke gemeenten. Het antwoord op de vraag "Hoe krijgen/houden we contact met onze jeugd?" is de rode draad.

Maatschappij
Jongeren (en ouderen) leven in een maatschappij waarin tendensen als heterogeniteit, individualisering, consumentisme en fragmentarisering een dominante invloed hebben. Het scala aan keuzemogelijkheden in het leven, op welk terrein dan ook, is heel breed geworden, terwijl de consequenties van elke individuele keuze nauwelijks meer (kunnen) worden overzien. Keuzes worden meer en meer gemaakt op grond van eigen voorkeuren, zonder zich al te veel aan te trekken van buitenaf opgelegde en/of conventionele normen en waarden. Deze tendensen houden voor de kerkdeuren geen halt.

In onze samenleving lijkt het christelijke geloof één van de vele zingevingssystemen te worden en is een kerkelijke betrokkenheid niet vanzelfsprekend. Daarnaast bestaat een grote diversiteit aan geloofsbelevingen, die gemakkelijk kan leiden tot onderlinge verwijdering en liggingsverschillen. Bovendien blijken jongeren (?) in steeds mindere mate een verbinding te leggen tussen geloven en het leven iedere dag.
Jongeren hebben echter wel behoefte aan duidelijkheid; ze willen antwoorden op hun vragen. Ook bestaat er onder jongeren behoefte aan warmte, directheid, spontaniteit en authenticiteit.

Een ontwikkeling van geheel andere aard die het gesubsidieerde (identiteitsgebonden) jeugd- en jongerenwerk beïnvloedt, is de veranderende overheidsvisie ten aanzien van dat werk. Als gevolg daarvan hebben JeugdWerkOrganisaties (JWO's) al jarenlang te maken met een vermindering van subsidie, wat de uitvoering van het werk ten behoeve van jongeren beperkt. Per 1 januari 2004 is dan ook de instellingssubsidie voor LCJ en CGJO van zo'n negentigduizend euro per jaar stopgezet.

Kerk
Om staande te kunnen blijven in het geheel van op hen afkomende invloeden is het van groot belang dat jongeren weerbaar zijn. Dat houdt in dat zij zich bewust worden dat God en zijn Woord bron en norm in hun leven wil zijn. Dat betekent ook dat jonge mensen leren wat dat van hen vraagt en hoe zij met en vanuit die bron en de norm mogen handelen en wandelen in het leven van iedere dag.
Bij dit "weerbaar worden" spelen identificatiefiguren, mensen die echtheid en authenticiteit uitstralen en kleur durven bekennen, een belangrijke rol. Jongeren moeten in de gemeente van Christus dan ook serieus worden genomen en de ruimte krijgen om met elkaar en met ouderen over hun geloofsbeleving en al wat daarmee samenhangt te praten.

Het is duidelijk dat de problematiek en de beoogde benadering daarvan de competenties van de (oude) bondsgedachte overstijgt. In de eerste plaats kan het jeugd- en jongerenwerk alleen maar renderen als het plaatsvindt in de context van de plaatselijke gemeenten. Een gescheiden optrekken van de diverse "werksoorten" binnen onze kerken die zich richten op jongeren kunnen we ons niet veroorloven. Daarom moet het totale werk dat ten behoeve van hen en gezin, kerk en school plaatsvindt beter op elkaar worden afgestemd.
Naast deze afstemming ligt er in het weerbaar maken van jongeren ook een duidelijke en specifieke taak. Met het oog op de tendensen is een sterk accent leggen op de toerusting van jongeren nodig. Op die manier kunnen zij vanuit de Bijbel normen en waarden ontdekken op grond waarvan zij zich kunnen ontplooien en keuzes maken. De CGJO wil jongeren direct en indirect (via jeugdkader) ondersteunen door het te begeleiden naar een bewuste keuze voor geloof en kerk en hen begeleiden bij het leven vanuit die keuzes. In werkmateriaal, toerusting, kaderinstructie en activiteiten is daarvoor volop aandacht.

Naar het lijkt dwars tegen de heersende normen en waarden in is er ook aandacht noodzakelijk op onderlinge ontmoeting en verbondenheid. Daarom ook hecht de CGJO grote waarde aan het feit dat zij nog steeds een vereniging is, want binnen die structuur liggen waarborgen en mogelijkheden voor een beleven van onderlinge verbondenheid, ook al is dat in de praktische uitvoering anders dan decennia terug, maar bezinning daarop is erg actueel.

De praktijk
In de praktijk blijkt vaak dat niet altijd "met beleid" invulling wordt gegeven aan het jeugdwerk. Zo zijn gemeenten vaak ijverig bezig met verschillende soorten jeugdwerk in de gemeente. Maar zijn ze zich ook bewust van de specifieke doelen die ze beogen? Vaak ontbreekt de samenhang. Daardoor ontstaat het gevaar dat de verschillende soorten jeugdwerk te veel op elkaar gaan lijken en geen recht wordt gedaan aan alle facetten van een Bijbels omgaan met jongeren in de gemeente. Dus: vaak is niet duidelijk welke plaats het jeugdwerk in het plaatselijke gemeente-zijn inneemt en hoe het verband is tussen bijvoorbeeld catechese, club/vereniging, eredienst, geloofsopvoeding, evangelisatieclub, jeugdpastoraat, jeugddiaconaat, kindernevendienst, zondagsschool.

We gaan er vanuit dat (kinder- en) jeugdwerk een wezenlijk deel moet uitmaken van het gemeente-zijn en ook dat er sprake moet zijn van een totaal-aantal waarin de soorten jeugdwerk met behoud van eigen doel en identiteit worden geïntegreerd.

Daarmee wordt bedoeld:
a. het totale jeugdwerk als volwaardig onderdeel van gemeente-zijn;
b. afstemming tussen de verschillende onderdelen van dat totale jeugdwerk;
c. een kader om "om te gaan" met kinderen en jongeren in de gemeente.

Daarmee wordt dus niet bedoeld:
Dat de verschillende soorten jeugdwerk in elkaar opgaan of samensmelten tot één. Ook wordt niet bedoeld dat de term geïntegreerd jeugdwerk een blauwdruk is die klakkeloos in iedere gemeente kan worden ingevoerd. Het is en blijft maatwerk, iedere gemeente kan, eventueel onder gestructureerde professionele begeleiding, komen tot een bij haar passende vorm van jeugdwerk.

Relevant en kwaliteit
Om jongeren betrokken te houden bij de kerk in het algemeen en het jeugdwerk in het bijzonder moeten we alle zeilen bijzetten. Jongeren lopen niet meer automatisch mee (gewoontekerk) maar vragen zich af: "Wat heb ik eraan?", het moet relevant zijn voor hun leven. Ze kiezen bewust voor geloof en kerk (keuzekerk). En hun omgeving, wij dus, spelen daar een belangrijke rol in waar we serieus mee om moeten gaan. De samenleving verandert snel en met name de jongerencultuur. Al het voorgaande resulteert erin dat ook het jeugdwerk moet inspelen op behoeftes en de leefwereld van jongeren.
Bovendien kan de kerk er niet omheen bij de invulling van het jeugdwerk kwaliteit te bieden. En kwaliteit varieert van de accommodatie tot de clubleider. Professionele ondersteuning van alle soorten jeugdwerk is daarbij onontbeerlijk. Niet in het minst om ook een weerwoord te hebben op verontrustende tendensen in de samenleving die de christelijke levensovertuiging aantasten.

Volwaardig lid
Naast de maatschappelijke omgeving zijn er bijbelse uitgangspunten die onze visie vormgeven. Kinderen en jongeren zijn op grond van het verbond volwaardig lid van de gemeente (Gen 17:7). Ook Jezus maakte duidelijk dat de kinderen erbij horen (Marc. 10:14b, Math. 19:14). Ook in Handelingen wordt gesproken over het dopen van Cornelius, Lydia en Crispus waarbij zij met hun gehele huis (met al de zijnen) werden gedoopt.

Lokaal
Waar het uiteindelijk om gaat is dat het in de praktijk wordt gebracht in de gemeente. Van belang is dat de gemeente zich het jeugdwerk eigen maakt en zich voortdurend bezint op hoe ze daaraan gestalte willen geven.

Belangrijke leidraad is:

Formuleren doel:
- Er moet een visie komen ten aanzien van het uitgangspunt en het doel. Wat willen we bereiken met jeugdwerk.
- Wat is de plaats van het jeugdwerk in de gemeente.
- Welke vormen van jeugdwerk kunnen die doelstelling verwezenlijken (missie)

Creëren van draagvlak:
Jeugdwerk is niet de hobby van enkelen maar de passie van allen! Ieder draagt z'n (levend) steentje bij, ook aan jeugdwerk. Mensen worden op basis van hun geestesgaven ingezet in de gemeente dus juist ook in het kinder- en jeugdwerk.

Stand van zaken:
Het voorgaande houdt niet in dat er op dit moment niets gebeurt of niet is. Jeugdwerk is een dynamisch proces. Maar een (her)bezinning van het jeugdwerk kan geen kwaad.

De toekomst:
De resultaten van de herbezinning in relatie tot de visie geven de richting aan voor de aanpassingen die gedaan moeten worden om adequaat jeugdwerk te onderhouden of op te bouwen.

Organisatie:
Het is van belang om invulling en uitvoering van jeugdwerk in de gemeente zodanig vorm te geven dat daadwerkelijk sprake is van een geïntegreerd jeugdwerk en dat het ook als zodanig wordt gezien en beleefd. Hoe? Door het in afhankelijkheid van de Heilige Geest te organiseren en bepaalde structuren af te spreken (per gemeente "op maat"). Bijvoorbeeld door eenvoudigweg een goede afstemming of een stap verder door een thematische opzet of door het grondig vanaf de basis op te bouwen met behulp van een jeugdbeleidsplan.

Landelijk

Professionele begeleiding
Om een en ander goed in de praktijk te brengen en adequaat jeugdwerk in de gemeente te onderhouden is het wenselijk dat dit op professionele wijze wordt gestimuleerd en begeleid. Er worden steeds meer eisen gesteld aan scholen en onderwijzers. Deskundigheid en liefde voor het kind gaan hand in hand. In kerkelijk jeugdwerk ontbreekt het vaak niet aan de liefde maar is deskundigheid wel een belangrijk leerpunt. Kwaliteit dus. Waar kunnen plaatselijke gemeenten hun werkers laten vormen en toerusten? Te denken valt aan een centraal toerustings- en ondersteuningsbureau voor het jeugdwerk, bijvoorbeeld als het huidige dienstenbureau, dat verschillende taken zou kunnen vervullen:
1. bewustmaking: de kerken te doordringen van de noodzaak van een bezinning op jeugdwerk;
2. ontwikkeling: te fungeren als een denktank voor verdere inhoudelijke ontwikkeling van het jeugdwerk;
3. verzamelpunt: ervaringen te verzamelen die met jeugdwerk in gemeenten zijn opgedaan teneinde desgewenst aan andere gemeenten te kunnen doorgeven;
4. ondersteuning: op aanvraag gemeenten te adviseren en/of te begeleiden bij de in- en uitvoering van (geïntegreerd) jeugdwerk. Maatwerk! Iedere gemeente kent z'n "couleur locale".
5. helpdesk: alle vragen rond kinder- en jeugdwerk worden zorgvuldig behandeld door professionele kinder- en jeugdwerkers. Zelf vorming en toerusting geven of doorverwijzen naar deskundige "derden".

De dienstverlening kan concreet bestaan uit:
- verzorgen van cursussen voor verschillende jeugdwerkers (ambtsdragers, predikanten, jeugdconsulenten, catecheten, leiders zondagsscholen/kindernevendiensten/kinderkerken, kader van clubs en verenigingen);
- verzorgen van cursussen voor toerusting van ouders;
- organiseren van symposia, toerustingsweekenden e.d.;
- ontwikkelen en uitgeven werkmateriaal;
- organiseren van kinder- en jeugdactiviteiten als bijbelstudieweekenden;
- doorverwijzen naar derden bij specifieke problemen;
- detacheren van professionele jeugdwerkers in plaatselijke gemeente of in een groep gemeenten.

Met een bureau zoals hierboven omschreven wordt bedoeld een landelijk, overkoepelend orgaan van waaruit het (geïntegreerd) jeugdwerk en alles wat maar met jeugdwerk te maken heeft, wordt begeleid. Hoewel het niet strikt noodzakelijk is om daarvoor ook lijfelijk een centraal bureau in het leven te roepen, is dit wel het meest ideale met het oog op de afstemming. De CGJO werkt de laatste jaren op deze manier en wil zo vrucht dragen. Door de bezuiniging van het ministerie van VWS van 90.000 euro is het plan om als volwaardig jeugdbureau te functioneren wel in een ander daglicht komen te staan. Het wordt eerder een kwestie van overleven in plaats van doorgroeien. De financiële zorgen die zijn ontstaan zullen op de komende generale synode ter sprake komen. We bidden er voor, hopen er op en werken eraan dat ons kerkverband de landelijke Jeugdwerkorganisaties zal waarderen en van de benodigde middelen zal voorzien, zodat het belangrijke jeugdwerk, de toekomst van onze kerk, doorgang kan vinden.

In het vertrouwen dat onze God niet zal verlaten wat zijn hand in 1904 begon gaan wij daarmee door. De ontwikkeling van "bond" naar "jeugdbureau" is nog niet voltooid en biedt nog vele kansen om kinderen en jongeren toe te rusten en te begeleiden op de weg achter Jezus, onze Heer en Heiland, aan. En we brengen dat graag in praktijk ten dienste van de gemeenten.

In het volgende artikel zullen we een beschouwing geven op een aantal gemeenteavonden waarbij we samen met gemeenteleden (jong en oud) in de spiegel hebben gekeken.

(Arjan Walraven is bureaucoördinator van de CGJO)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 2004

De Wekker | 16 Pagina's

Kijk eens in de Spiegel!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 2004

De Wekker | 16 Pagina's