De TUA en de Nederlands Gereformeerde 'aanleunopleiding'

Zal er een soort samensmelting plaats vinden van de christelijke gereformeerde TUA en de nederlands gereformeerde opleiding? Worden er hiermee in Apeldoorn veranderingen doorgevoerd, die hun beslag krijgen voordat het curatorium en de generale synode daar hun verantwoordelijkheid in hebben kunnen nemen? Wel, deze vragen kunnen alvast met 'nee' beantwoord worden, maar het is goed wat informatie te geven over het traject dat rond deze vragen al is afgelegd, en het traject dat nog moet worden gegaan.

De TSB en het Apeldoorn-advies
Sedert vele jaren is door de NGK het zogenaamde 'Apeldoorn-advies' gehanteerd. Er werd - en wordt - door NGK studenten aan diverse theologische opleidingen gestudeerd en dat maakte het moeilijker vanuit de eigen kerkgemeenschap de toerusting van toekomstige predikanten efficiënt ter hand te nemen. Het instrument daarvoor is sedert vijfendertig jaar de TSB (Theologische Studiebegeleiding). Drie predikanten zijn voor dat werk gedeeltelijk vrijgesteld. Maandelijks wordt een hele zaterdag intensief besteed aan de bespreking van theologische thema's en van preken, terwijl natuurlijk ook de band aan de kerken en de band aan elkaar daarbij van belang is. Ondanks die mogelijkheid eigen accenten in de toerusting aan te brengen, heeft de Landelijke Vergadering al een aantal keren herhaald dat het beste advies aan toekomstige studenten is om te kiezen voor de opleiding in Apeldoorn.
Een groot aantal nederlands gereformeerde predikanten is dan ook aan de TUA opgeleid. In Apeldoorn maken de nederlands gereformeerde studenten, net als die uit de Gereformeerde Gemeenten, uit de PKN en uit nog andere achtergronden, naast de christelijke gereformeerde studenten deel uit van de gemeenschap zoals die aan de TUA bestaat. Dat is al vele jaren zo, en dat wordt door ieder als heel positief ervaren.
Intussen is in de NGK telkens weer de vraag opgekomen: Behoren wij als kerken eigenlijk niet zelf de verantwoordelijkheid voor de opleiding te nemen? De mogelijkheden om dat te realiseren bleken er ook na zorgvuldige afweging voor een kerkgemeenschap van de omvang van de NGK niet te zijn. Dat bij dat alles de aparte positie van het Nederlands Gereformeerd Seminarie te Amersfoort een complicerende rol speelde, laten we nu buiten beschouwing. Feit is, dat het seminarie een instelling is binnen de NGK, maar niet van de NGK.
Zo bleef de lijn van het Apeldoorn-advies overeind, en kwam de vraag op of er de mogelijkheid was, gekoppeld aan de verbinding met de TUA, toch meer invulling te geven aan een 'eigen' opleiding. Dat ook nu al een aantal van dertig studiepunten (= weken), waaronder de gemeentestage, onder leiding van de TSB plaats vindt, is in elk geval een aanloop.

Contacten met Apeldoorn
Ieder begrijpt dat niet zo maar iets gefantaseerd kan worden wanneer een dergelijke gedachte opkomt. De TUA heeft erin bewilligd over de mogelijkheden van een dergelijke 'aanleunconstructie' mee te denken. Dat is dan ook gebeurd, en de uitkomst was dat er wel mogelijkheden zijn. Enkele voorwaarden zijn bij voorbaat duidelijk: dat de besluitvorming hiertoe natuurlijk voorbehouden is aan het curatorium en de synode, en dat een en ander zorgvuldig binnen de regels van de overheid moet plaatsvinden.
Een voorbeeld van de praktische uitwerking daarvan. Het model waarover is nagedacht, houdt in, dat studenten voor bepaalde onderdelen van de studie aan de TUA vrijstelling kunnen krijgen, omdat aangetoond kan worden dat het alternatief dat bij een NGK-docent is behaald, voldoende kwaliteit heeft. Tegenover de overheid is de TUA verantwoordelijk voor het totale gegeven onderwijs. Daarom zullen de docenten die daarbij ingeschakeld worden, ook voor de TUA aanvaardbaar moeten zijn.
Over deze en dergelijke situaties en voorwaarden is gesproken. Tegen die achtergrond is het voorstel aan de Landelijke Vergadering gedaan en heeft die daarover een positief besluit genomen.
Verwacht kan worden dan er namens de Landelijke Vergadering een verzoek komt om de mogelijkheden nader uit te werken en daar goedkeuring aan te geven. Daar zit nog wel het een en ander aan vast. De uitbreiding van het aandeel van de nederlands gereformeerde opleiding zou neerkomen op een toename van de genoemde dertig studiepunten naar vijftig. Bezien over de hele studie betekent het dat de NGK-studenten van de zes jaar studie ruim één jaar door hun eigen aanleunend instituut verzorgd krijgen.
Wat tot dusver gezegd kan worden, is dat dit alles in de lijn ligt van het Apeldoorn- advies. Daar hebben we in Apeldoorn alleen maar positieve ervaringen mee gehad.

Een traject te gaan
Er is nog wel wat te doen om scherp te stellen hoe de besproken contouren preciezer kunnen worden ingevuld. Er zal een overeenkomst moeten worden gesloten die de instemming heeft van beide partijen. En aan onze kant dus ook van curatorium en synode. Dat werk moet nog worden gedaan.
Waar het níet om gaat, is dat er een instituut bij de TUA intrekt. Het gaat er niet om faciliteiten, ruimten e.d. af te staan aan het NGK-instituut. Het gaat er alleen om dat de TUA voor de NGK-studenten iets meer gaat uitbesteden.
Tot dusver was het de verkenning van mogelijkheden. En die leidde tot het principebesluit van de Nederlands Gereformeerde Kerken. En dat zal ongetwijfeld leiden tot een verzoek aan de TUA.

J.W. Maris
(Prof. dr. J.W. Maris in dit cursusjaar secretaris van het college van hoogleraren van de TUA in Apeldoorn)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen