Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De rustdag en de samenleving (De tweede dienst V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De rustdag en de samenleving (De tweede dienst V)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is in de loop van de tijd veel veranderd in onze beleving en viering van de zondag. De godsdienstsocioloog G. Dekker heeft er jaren geleden een artikel over geschreven. Daarin herinnert hij eraan hoe een kleine eeuw geleden de kleine luyden op zondag in vol ornaat naar de kerk trokken. De man, door de week in werkplunje, nu strak in het zwarte pak. Op zondag was je geen werkman, dan verscheen je voor het aangezicht van God. Het was féést, en men méénde het helemaal dat je je dan diende te kleden als ging je bij de koningin op bezoek.

Dekker liet ook de ingrijpende veranderingen zien, die zich in enkele decennia hadden voltrokken. Van maandag tot en met vrijdag draagt de Yup voor het werk een donker pak, om zich thuis meteen in de spijkerbroek te hijsen. De zondag hoort bij de vrije tijd, en je gaat op zondagmorgen dan ook casual gekleed. Géén pak, en al helemaal niet stemmig.
Die verschuiving voltrekt zich aan de buitenkant, maar het zegt wel degelijk iets over de binnenkant. De emancipatie is voltooid: je voelt je geen werkman meer, maar je bent iemand die zijn eigen carrière plant. De kerkgang ervaar je ook niet meer als bij de Koning der koningen op bezoek gaan, maar je doet het voor jezelf: je wilt er wat van meenemen, en er iets aan hebben. De zondag is niet meer wat hij nog niet zo lang geleden was, en wij zijn mee veranderd. Ten goede?

De rustdag en de verhouding tussen de generaties
In het eerste artikel heb ik ingezet met enkele gedachten van de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer, die de overtuiging was toegedaan dat de kerk schuld moest belijden voor haar rol in de uitholling en teloorgang van de rustdag, omdat die grote gevolgen voor de samenleving had gehad. Is die gedachte in de Bijbel zelf verankerd?
In het sabbatsgebod in Deuteronomium 5 wordt nadrukkelijk gezegd dat ook ‘uw zoon en uw dochter’ moeten rusten, maar ‘uw vrouw’ wordt niet genoemd. Het is dus niet een uitvoerige aanduiding van heel het gezin, het is bewust: je kinderen. In het vijfde gebod gaat het in de omgekeerde richting: ‘eer uw vader en uw moeder’. Het vierde en het vijfde gebod zijn ook de enige twee positief geformuleerde geboden in de Tien Woorden. Ze vormen het hart, ze laten het eigene zien van de geboden die de HERE aan Israël geeft. In Leviticus 19 gaan ze samen voorop, en komt de bijzondere plaats van deze beide geboden op die manier uit.
De sabbat herinnert ons eraan, dat de echte rust de keerzijde is van het leven met de HERE. Dát moeten anderen – en zeker ook onze kinderen – weten, dat wij leven uit het geschenk van de sabbat, uit de genade, die ons ook doet ondervinden hoe de Schepper het leven heeft bedoeld. Als we dát overdragen komen ons personeel, de vreemdeling, en vooral ook onze kinderen in aanraking met Wie de HERE is en waar het op aankomt in het leven.
Het vierde gebod houdt in: we staan anders in de wereld, je bent niet de ‘schepper’ van je succes en je geluk, de samenleving is niet maakbaar, maar je let op God, je volgt, je dient. Dàn alleen zien jongeren dat het geheim van het leven niet gelegen is in ‘de kracht van de jeugd’, maar in het leren van wijsheid.
Het vierde en vijfde gebod vertellen samen dat de HERE het doet, en dat Hij ervoor zorgt dat ons werken in het leven ‘niet vergeefs’ is (Psalm 127). Het gaat erom Hem door zijn Geest in ons te láten werken, zegt de Heidelbergse Catechismus. Dat is niet een puur innerlijke zaak. In Psalm 127 worden we opgeroepen Hem ook het ‘huis’ (= ons gezin, ons nageslacht) te láten bouwen (Psalm 127).
Het vijfde gebod – het eren van vader en moeder – is dus verankerd in en dient te worden verstaan vanuit de rust van de sabbat. In deze twee geboden maakt God duidelijk dat Hij niet alleen de grenzen trekt, zoals in de andere geboden, maar dat Hij ook laat zien wat het leven met Hem inhoudt. Tegen deze achtergrond is het voor mijn besef hoopvol, dat de zondagsviering – en met name het kerkbezoek – niet het probleem van de jongeren is, maar van hun ouders. In de tweede dienst zijn de jongeren er vaak wel, terwijl hun ouders het laten afweten. Maar beseffen die ouders wel, dat de zondag niet op zichzelf staat, maar aan de onderlinge verhoudingen tussen de generaties raakt? Als we met onze jongeren niet meer spreken over de rust, die in de dienst van de HERE ons wordt geschonken, heeft dat gevolgen voor de verhouding tussen de generaties.

Gesprek in de gemeente
Deze vragen zou ik in een gesprek in de gemeente centraal willen stellen. Hier zijn we voor mijn besef bij de kern. We redden de zondag niet door er een sabbat van te maken, met allerlei verboden die je hebt te doen. Nee, we kunnen beter te rade gaan bij hoe de sabbat in de geschiedenis van Israël is gegroeid, dat men er zelf gelovig vorm aan gaf door synagoge te stichten, waar men samenkwam om te bidden en te leren. En daarbij helder het gevaar voor ogen houden, dat een legalistische invulling de sabbat in haar tegendeel heeft verkeerd. Een schip op het strand is een baken in zee... God herinnert ons in de sabbat als inkeping in de tijd eraan dat onze tijd op zijn toekomst gericht is. En de zondag leeft van de opstanding van Christus als aanbreken van die toekomst, van ongedacht en volkomen heil.
Ik zou gemeenteleden met de vraag benaderen wat er voor die tweede dienst in de plaats komt. Is er bij hen een geest van creativiteit, van behoefte aan echte invulling? Leeft bij hen en ons het besef, dat ons leven in een ander licht is gezet? Onderkennen we dat onze huidige cultuur het heden bejubelt, en dat het zicht op de toekomst is weggevallen? Doen we mee in een wereld die de tijd ziet als ruimte om mijzelf te profileren en te genieten, en die daarin vastloopt?
Het zou goed zijn om elkaar niet de maat te nemen, maar wèl samen te zoeken naar hoe we ervoor onszelf en onze kinderen alles aan doen dat de rustdag een feestdag is, een ruimte in de tijd die ons geschonken is echt op adem te komen bij de HERE. En onze samenleving moet weten wat het geheim van ware vrijheid is.

G.C. den Hertog
(Prof. dr. G.C. den Hertog is hoogleraar ethiek en apologetiek aan de TUA)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 2005

De Wekker | 16 Pagina's

De rustdag en de samenleving (De tweede dienst V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 2005

De Wekker | 16 Pagina's