Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doelgroepen in de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doelgroepen in de kerk

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eet u weleens een appel? Zo ja, van welke smaak houdt u? Als uw appel geurig en zoet is, bent u waarschijnlijk boven de 55 jaar en is er alle kans dat uw appel een Autento is. Die is door Nederlandse telers speciaal voor u ontwikkeld. U bent namelijk een doelgroep.

Door mensen die ervoor hebben geleerd, is uitgevonden dat u, met veel anderen van uw leeftijd, houdt van zoete, niet te harde appels. Zo hebben overigens heel veel andere mensen ook over u nagedacht. Zij hebben een idee aan welke auto u de voorkeur geeft, welk wasmiddel u waarschijnlijk zult gebruiken enzovoort. En voor we het vergeten: als lezer van dit blad bent u ook een doelgroep. Een kleine weliswaar, maar toch. De Wekker wordt niet voor iedere Nederlander geschreven (al mag iedereen hem natuurlijk lezen!).
Ook de schrijver van dit artikel probeert zich voor te stellen wie dit leest: hij vermoedt bijvoorbeeld dat u Christelijk Gereformeerd bent, of in elk geval christelijk. U bent geïnteresseerd in theologische vragen. Waarschijnlijk bent u behoorlijk betrokken bij de kerk. En u houdt niet erg van de Junami-appel. Die is namelijk sappig, hard en zuur en speciaal ontwikkeld voor de jeugd tot 35 jaar. De meeste lezers van De Wekker behoren, tot verdriet van de redactie, niet tot die leeftijdscategorie.

Ook in de kerk?
Iedereen die iets kweekt, maakt of schrijft, moet zich afvragen voor wie hij dit doet. Dat appelkwekers en desnoods redacties van tijdschriften doelgroepen hebben, zal daarom waar zijn. Maar hoe zit dat met de kerk?
Ik denk dat veel lezers moeite hebben met het woord ‘doelgroep’ wanneer we dit gebruiken in verband met de kerk. De laatste tijd wordt dit nogal eens uitgesproken – ook in de De Wekker is dat gebeurd – in verband met het stichten van nieuwe gemeentes. Wanneer een nieuwe kerk ergens wordt gesticht, klinkt nogal eens de vraag ‘op wie richten we ons in het bijzonder?’. Voor velen is dat een verkeerde vraag. Het idee dat een kerk zich in het bijzonder richt op een bepaalde groep mensen, een groep die zij zo goed mogelijk probeert te kennen, stuit hen tegen de borst. De kerk is toch voor iedereen?
In Zuid-Afrika waren (en zijn) er kerken die zich uitsluitend richten op blanken. En in de USA zijn er kerken voor huisdierbezitters of rijke zakenmensen. Maar dat kunnen we toch geen ‘kerken’ noemen? Als dat bedoeld wordt met ‘doelgroepen’ – een kerk die bewust mensen uitsluit van het Evangelie – kunnen we er alleen maar tegen zijn.
Toch is het goed om hierover nog even na te denken. Uw kerk zal ongetwijfeld zeggen dat iedereen welkom is. De deur staat voor iedereen open. Zo zal een appelkweker ook zeggen dat zijn appels voor iedereen bedoeld zijn. Maar tegelijk constateert hij ook dat niet alle mensen elke appel willen eten. Hoe zit dat met uw kerk? De mensen die er lid van zijn, zullen zeggen dat de kerk bedoeld is voor iedereen. Maar hoe kijkt een buitenstaander daar nu tegenaan? Hoe beoordelen mensen die niet in uw kerk komen uw kerk?
Het zou best kunnen dat zij al snel concluderen dat uw kerk een typische ‘doelgroep’ heeft. Natuurlijk: het staat nergens op papier dat uw kerk zich vooral richt op blanke, niet al te rijke en niet al te arme gezinnen uit de middenklasse, met een gemiddelde opleiding op MBO-niveau en met een kerkelijke achtergrond. Niemand wil suggereren dat alleen zulke mensen welkom zijn. Maar het zou goed kunnen dat een buitenstaander – zeg, een ongehuwde, werkloze Surinaamse moeder – aan één blik genoeg heeft om vast te stellen dat uw kerk niet voor haar bedoeld is. Er hoeft namelijk geen bordje op de deur te zitten met ‘verboden voor ongehuwde Surinaamse moeders’ (en u zou zo’n bordje ook vreselijk vinden) om haar duidelijk te maken dat zij zich hier niet thuis zou voelen.
Het is maar een voorbeeld, maar neemt u de proef eens op som: maak een wandeling door uw woonplaats. Kijk goed naar de mensen, kijk naar wie zij zijn, hoe zij leven, of zij kinderen hebben, gescheiden zijn, welke taal zij spreken, welke kleur zij hebben enzovoort. Kijkt u dan eens rond in uw kerk en stel dezelfde vragen. Heel waarschijnlijk komt u dan tot de conclusie dat u binnen de kerk slechts een selectie aantreft van wat u buiten de kerk ziet.

Kiezen
Iedere kerk heeft een doelgroep, of zij dat nu erkent of niet. Dan is het misschien ook beter te begrijpen waarom een nieuwe kerk zich vragen stelt als: ‘op wie moeten wij ons in het bijzonder richten?’. Die vraag heeft te maken met onze praktische mogelijkheden en beperkingen. Wij kunnen bijvoorbeeld niet preken in de tientallen talen die in Rotterdam worden gesproken. Dus zullen we moeten kiezen. En elke keuze brengt beperkingen met zich mee: we verlagen de drempel voor de één en maken hem daardoor hoger voor de ander. In bestaande gemeentes zijn zulke keuzes vaak al gemaakt in een grijs verleden. Daarom valt het minder op dat ook zo’n kerk zich heeft beperkt in zijn reikwijdte. We zijn er ons meestal niet van bewust dat ons de manier waarop wij kerk zijn het gevolg is van bepaalde, soms diep ingrijpende keuzes.
Om een voorbeeld te geven: als de predikant in zijn preken ervan uitgaat dat alle aanwezigen de meeste bijbelverhalen wel in het hoofd hebben zitten (‘u weet wel, dat bekende verhaal van…’), maakt dit duidelijk voor wie de preken niet zijn bedoeld…
Zeker voor nieuwe gemeenten zijn keuzes onvermijdelijk. In zekere zin ligt alles nog open. Natuurlijk sta je altijd open voor iedereen met wie je in contact komt en iedereen is welkom. Maar wanneer je een gemeente van de grond af moet vormgeven, zul je voor keuzes komen te staan. Al die keuzes hebben gevolgen voor het soort mensen dat je aanspreekt: wel of geen orgel, welke kledingstijl van de predikant, hebben we wel een predikant, welke bijbelvertaling? Het is enigszins merkwaardig wanneer vanuit gevestigde kerken, die door hun jarenlange traditie een behoorlijk eenzijdige stijl hebben opgebouwd, vragen worden gesteld bij het doelgroepgerichte karakter van nieuwe kerken.

Wie willen we bereiken?
Ergens opnieuw beginnen: dat betekent dat je moet nadenken over de vraag op wie je je wilt richten. Wie willen we bereiken? Voor velen is dat geen vraag: natuurlijk willen we iedereen bereiken. Het Evangelie maakt geen uitzonderingen. Dat is helemaal waar. Paulus wilde alles voor allen worden, om er enigen te winnen (1 Kor. 9: 19-23). Maar… hij kon dat niet allemaal tegelijk doen. Deze ‘allen’ werden door hem onderscheiden in ‘Joden’, ‘Grieken’ en ‘zwakken’ en Paulus is zich ervan bewust dat hij deze groepen op verschillende manieren moet benaderen.
In de praktijk kan dat ook niet anders: we kunnen nooit alle mensen op hetzelfde moment en op dezelfde manier bereiken. Dus staan we voor de vraag: waar beginnen we? De gemeentestichters van de CGK van Amsterdam hebben bijvoorbeeld besloten om zich in eerste instantie vooral te richten op jonge, hoogopgeleide en (meestal) alleengaande stadsbewoners. Zij geven daarvoor onder andere als reden op dat deze groep van ongeveer 100.000 mensen in Amsterdam nauwelijks bereikt wordt met het evangelie. Door middel van interviews en studie hebben zij zich verdiept in deze groep mensen. Hoe denken zij over het leven? Hoe staan zij tegenover geloof en kerk? Waar liggen hun grootste vragen? Zij hopen dat zij hierdoor beter in staat zijn om kerk te zijn, juist voor deze groep mensen.
Voor alle duidelijkheid: zij willen daarmee geen ‘yuppenkerk’ stichten. Mensen die niet tot de ‘doelgroep’ behoren zijn hartelijk welkom. Het is misschien te vergelijken het met een schietschijf: we mikken op de roos, maar een schot buiten de roos draagt ook bij aan de eindscore. Het gaat om het maken van gerichte en doordachte keuzes. Zo’n benadering doet veel denken aan de manier waarop de appelkwekers proberen na te gaan welke verschillende smaken er zijn in de samenleving. Vervolgens gaan zij hun appels zo ‘maken’ dat die aftrek vinden bij verschillende doelgroepen. Voor alle duidelijkheid: zij blijven wel appels produceren. Zij leveren geen patat of dropveters. Zo is het ook voor gemeentestichters geen vraag dat het evangelie moet blijven klinken. Alleen: hoe kan dit evangelie landen bij mensen die op allerlei punten anders zijn dan de mensen waaraan we vaak gewend zijn in de kerk? Zo’n benadering is niet wezenlijk anders dan die van een dominee die een preek voorbereidt. Een predikant in een welvarende gemeente zal bijvoorbeeld op een andere manier over geld en goed preken dan een predikant van een straatarme gemeente. Hij zal (hopelijk) niet een andere boodschap brengen, maar hij zal er wel goed over nadenken hoe hij deze boodschap juist aan deze mensen brengt.

Verbinden met Gods werk
Voor een kerk mag haar ‘doelgroep’ natuurlijk nooit het laatste woord hebben. Dan zouden we kerken krijgen die zich opsluiten in de groep mensen die zij bereiken en er alleen nog mee bezig zijn hun wensen te vervullen. Uiteindelijk zullen we ‘doelgroepgerichtheid moeten verbinden met Gods werk in Christus. God heeft de wereld op het oog; Hij maakt geen uitzonderingen.
Maar hoe is Hij tot deze wereld gekomen? Door te kiezen: eerst Abraham en later Israël. Ten slotte kwam Christus. Jezus werd mens, geen mensheid. Hij had een nationaliteit, een sociale standing, een bloedgroep, DNA, een haarkleur en een schoenmaat. Hij kon alleen mens worden door een mens te worden, een specifiek en concreet mens. Kerk-zijn in zijn naam betekent volgens mij dat wij duidelijke keuzes maken, zonder dat wij onszelf opsluiten in die keuzes. In theologische termen: Jezus’ komst was particulier, maar had een universeel doel. Wij beginnen met ons te richten op een bepaalde groep, maar door die groep heen willen wij ook anderen bereiken en uiteindelijk de hele wereld. Dit betekent dat wij de mensen die wij bereiken willen brengen tot Christus, om hen van zichzelf af te keren tot God en tot anderen om hen heen. Zowel voor bestaande kerken als voor nieuwe kerken zal dit de toetssteen zijn.

Stefan Paas
(dr. Stefan Paas is landelijk consulent voor evangelisatie en grootstedelijke gebieden. Met ingang van 1 januari wordt hij tevens parttime missionair werker in Amsterdam.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 2005

De Wekker | 16 Pagina's

Doelgroepen in de kerk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 2005

De Wekker | 16 Pagina's