Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ‘wij-gevoel’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ‘wij-gevoel’

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo nu en dan is het er zómaar: het gevoel dat we als leden van de kerken echt sámen zijn: het ontstaat bijvoorbeeld op een Schooldag, op de vierde zaterdag van september, bij bevestiging van een kandidaat of predikant, of een ambtsjubileum waarbij velen uit alle hoeken en gaten van het land (en van de kerken!) belangstelling en liefde tonen… je merkt het ineens: die christelijk-gereformeerden hèbben iets samen!

Wat geldt voor allerlei kerkelijke en para-kerkelijke bijeenkomsten, dat zou men ook wensen van kerkelijke vergaderingen en besluiten die daar genomen worden: dat wij dat sámen hebben en dat dat iets van ons sámen is. Maar dat is niet altijd zo…

De kerkelijke gang van zaken
De kerken van gereformeerd principe hebben verschillende (soorten) kerkelijke vergaderingen. Dat begint bij de kerkenraad op het plaatselijke vlak, daarop volgt de classis op het regionale vlak, de particuliere synode op het gewestelijk vlak, en ten slotte de generale synode als landelijke kerkelijke vergadering. Al hun werkzaamheden worden omschreven in de kerkorde (met name de artikelen 29-51). Daarbij is één principe van kardinaal belang: dat wij niet spreken van hogere vergaderingen, als het gaat om classis, particuliere synode enz., maar van bredere vergaderingen. Dat woord heeft betrekking op de ‘bredere laag’ die geografisch wordt aangeboord en dus ook vermeerdering van het aantal broeders dat zich over een bepaalde zaak buigt. Geen kerkelijke vergadering heerst van bovenaf over een andere, en dat is ook uitdrukkelijk neergelegd in art. 36 K.O. Om te voorkomen dat dit toch zou gebeuren, hebben wij ook nog eens een regel dat op de meerdere vergaderingen slechts zaken besproken kunnen en mogen worden die niet op de mindere kunnen worden afgedaan (art. 30 K.O.). Dus een classis neemt niet zomaar een zaak ter hand die een kerkenraad kan behandelen en die deze tot een goed einde kan brengen.
Op deze manier wordt recht gedaan aan de grondregel van ons kerkrecht. Dat heeft een moeilijk klinkende naam: presbyteriaal-synodaal. Maar het betekent heel eenvoudig dat wij uitgaan van de vergadering van de kerkenraad, op het plaatselijke niveau, en dat wij alleen díe zaken die het kunnen en de bevoegdheid van de kerkenraad te boven gaan, neerleggen in een bredere kring, die van de classis, en zo vervolgens, tot eventueel als het nodig is de generale synode. Alle kerken zijn vrijwillig dat verband van Chr. Geref. Kerken met elkaar aangegaan. En daarmee hebben ze ook een stukje autonomie uit handen gegeven, wel omschreven. Het is dus tussen haakjes een misverstand om te menen dat kerkenraden autonoom zijn, zoals men wel eens kort door de bocht hoort beweren.

Besluiten in gemeenschappelijkheid
Deze gang van zaken zou een hoog ‘wij-gevoel’ moeten geven. Want hoe komt de samenstelling van een meerdere vergadering tot stand? Door aanwijzing van broeders uit de mindere vergadering. Zo wijst de kerkenraad een twee- of drietal broeders aan om naar de classisvergadering te gaan, van daaruit worden weer zeven broeders gekozen om de particuliere synode te bezoeken en ten slotte gaan er van daaruit 13 naar de generale synode. Natuurlijk kan niet elke kerkenraad of elke dominee op de generale synode zijn uiteindelijk. Maar via die getrapte vertegenwoordiging weet men wel zich gekend en gehoord. Wat daar op die vergaderingen wordt besproken en besloten is iets van mij, en is iets van mijn kerkenraad. Daarom volg ik het en schaar ik mij achter de besluiten die er genomen worden (tenzij die tegen Gods Woord, belijdenis of kerkorde ingaan, en dan laat ik dat ook duidelijk weten).
Maar nu: alom hoort men dat dit hoge principe, dat echt samenhangt met de grondslagen van ons kerkelijk samenleven, op de tocht staat. Een synode, hoezeer ook in de belangstelling van de kerkelijke pers en sommige dagbladen, wordt een ver-van-ons-bed-show. Er wordt gesproken in termen van ‘ze doen maar’; er is geen ‘wij-gevoel’, maar een ‘zij-gevoel’. Dan is het echt mis. Dan is er iets gevaarlijks aan de hand.

Hoe buigen we het om?
Waar ligt dat nu aan? Het kan liggen aan de wijze waarop de kerkelijke vergaderingen zich beraden en besluiten nemen. Zij zullen rekening houden met het heil en welzijn van de kerken en de gemeenteleden en dat serieus laten doorklinken. In het vergaderen wordt zó gesproken, dat we op het grondvlak de overtuiging krijgen: inderdaad, die broeders hebben ons op het oog; het gaat hen om ons heil en om een geestelijk gezonde koers van de kerken; er wordt daar niet alleen maar met een Schriftlezing geopend, maar het Woord heeft het voor het zeggen en de Geest werkt daar. Hoge woorden… maar mogen we voor Gods aangezicht lager inzetten?
Er is ook een andere kant: wij zullen ons zelf moeite getroosten om ons te verdiepen in de dingen die besproken worden. In de Geref. Kerken (vrijg.) is het gewoonte dat de kerkenraden zich na een generale synode uitgebreid bezighouden met de genomen besluiten en die ratificeren (bekrachtigen). Zo doen we het ‘bij ons’ niet. Ik vrees echter dat besluitenboekjes van de synodes en zeker de Acta van de synodes bij ons al te snel in de archieven verdwijnen (áls ze daar al terechtkomen). En vergeeft u mij: daarvoor worden ze niet met zoveel moeite vervaardigd. Soms is een ‘wij-gevoel’ mooi, maar soms is het ook bitter noodzakelijk; willen de kerken niet terechtkomen in een ongezonde ‘wij-zij’-discussie, dan moeten we híeraan werken. De kerkelijke vergaderingen zijn niet van sommige hobbyisten of van een paar kerkelijke machtshebbers, nee, ze zijn van ons sámen!

D. Quant
(Ds. D. Quant is predikant te Eindhoven)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 2005

De Wekker | 16 Pagina's

Het ‘wij-gevoel’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 2005

De Wekker | 16 Pagina's