Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods raad en rampen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods raad en rampen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zware aardbeving heeft dood en verderf gebracht in het noorden van Pakistan en een deel van India. De verwoestingen zijn enorm. Meer dan vijftigduizend mensen kwamen om. De overlevenden zijn zo goed als alles kwijt. Mag je vragen naar Gods besturende hand wanneer rampen zich voltrekken? Enkele opmerkingen.

Almachtige God
We belijden de almacht van God. Hij is de Schepper en Hij staat boven de schepping. In de schepping werken enorme krachten. Die krachten werken ook binnen in de aarde. Verschuivende en botsende aardschollen veroorzaken aardbevingen. Een aardbeving in zee kan leiden tot vloedgolven. De mens kan dit geweld niet voorkomen. We kunnen ook geen aardbevingen bewerken. We kunnen wel proberen de ernst van de gevolgen te beperken. En mensen die op breuken in de aardkorst leven, lopen meer risico dan mensen die er verder van af wonen. De meeste rampen zijn te herleiden tot natuurlijke oorzaken of tot onvoorzichtigheid en falen van mensen. Maar daar is niet alles mee gezegd.
De almachtige God kan toch rampen voorkomen? Ja, dat kan Hij. Toch zijn er rampen, vandaag hier, morgen daar. En ook wij kunnen er door getroffen worden. De dreiging van een uitbraak van vogelgriep, die kan overslaan op mensen, houdt ons in deze dagen bezig. Overal is men bezig om beschermende vaccins te ontwikkelen.
God laat op de één of andere manier rampen toe. We raken hier een teer en moeilijk probleem. Maar het helpt ons niet verder om de almacht van God te ontkennen. God wordt door sommigen ook wel voorgesteld als een machteloze God. We moeten volgens hen God vooral zien als de God, Die met ons meelijdt. God staat er bij wijze van spreken net zo hard bij te huilen als wij het doen. Maar kan een machteloze God nog wel troost en houvast geven? Wat is het meerdere van een machteloze God boven een machteloze mens? Wie de kant opgaat van een machteloze God, hoe dan ook nader ingevuld, loopt vast in de vragen. Aan het einde van het denken over een machteloze God raak je deze machteloze God kwijt. Je hebt immers niets aan Hem. Samen huilen kan onder bepaalde omstandigheden enige ruimte geven, maar aan de situatie verandert het niets.

Straffende God
Dan is God dus een straffend God. Er zijn mensen, die bij rampen proberen bepaalde schuldigen aan te wijzen. Dat New Orleans zo zwaar door de orkaan Katrina is getroffen, zou een straf zijn over de zonden, die in de stad op grote schaal werden gevonden. De Bijbel weet van een straffend God. God straft de zonde. Jezus Christus is aan het kruis gestorven voor de zonden van de wereld. Hij droeg de vloek van God over alle zonden weg. Wie gelooft in Hem, is vrij van de eeuwige straf. Dit is het hart van de blijde boodschap.
De Bijbel weet ook van tijdelijke straffen. Soms straft God in dit leven bepaalde zonden. Deze straffen zijn (nog) niet de eeuwige straf. Deze straffen roepen ons op met zonden te breken en tot God terug te keren. In tijdelijke straffen vergeet God Zijn geduld en barmhartigheid niet.
Toch moeten we heel voorzichtig zijn met het leggen van verbanden tussen onze zonden en bepaalde straffen. Alle moeiten, tegenslagen, ellende komen ten diepste voort uit het zondigen van de mens. Er werken ook geweldige satanische krachten in de schepping en die kunnen ook verdervend op een mens inwerken. Maar toch kan men niet zomaar tegenslagen verklaren als een straf op bepaalde zonden. Het is wel goed om onszelf voor Gods aangezicht, dus ook in het gebed, te onderzoeken. Er zijn oprechte kinderen van God, die veel zorg en ellende moeten meemaken. Waarom zij wel en anderen niet? Die vraag is niet bevredigend te beantwoorden. Het laatste antwoord dat echt helpt, is de nabijheid van de Heere Zelf. Het laatste antwoord, dat troost geeft, is de beleefde geloofsgemeenschap met de Here Jezus Christus. Maar daarmee is nog geen antwoord verkregen op de vraag naar het waarom van bepaalde gebeurtenissen.
In de verklaring van rampen met betrekking tot Gods hand en raad moeten we heel voorzichtig zijn. Wij kunnen zo concreet niet in de raad van God kijken. Het is zo goed als onmogelijk om uit ernstige gebeurtenissen de wil van God af te leiden. We kunnen alleen Gods wil kennen vanuit Zijn heilig Woord. De gebeurtenissen van ons leven doen ons Gods wil niet kennen. Wanneer we Gods wil over ons leven zoeken uit Zijn Woord, mogen we wel het licht van het Woord over bepaalde gebeurtenissen laten vallen. God leidt ons leven heel concreet! Wanneer men ouder is geworden en meer terug kan zien, is er zeker iets van Gods leidende hand in ons leven op te merken.
We mogen bij rampen niet de schuldige zondaars aanwijzen. Want allen zijn we zondaars. De slachtoffers zijn geen slechtere mensen dan al die anderen, die tot nu toe voor rampen gespaard bleven. Jezus heeft gezegd: als u zich niet bekeert, zult u allen omkomen (zie het begin van Lucas 13).

Liefhebbende God
God heeft mensen lief. Zijn mensenliefde is in Jezus Christus verschenen. In Christus zoekt Gods liefde harten van mensen. Maar dit betekent niet dat we er een eenzijdige voorstelling van God op na mogen houden. God heeft mensen lief, in en door Jezus Christus, maar toch kunnen rampen mensen treffen, die voorwerp zijn van de opzoekende liefde van God. Bovendien: in rampgebieden worden ook christenen getroffen. De Bijbel spreekt op rijke wijze over de liefde, het geduld en de ontferming van God. God is een genadig God. De rijkste woorden staan daarover in de Bijbel. Maar de Schrift weet ook van Gods toorn en wraak. In de Bijbel wordt zelfs gebeden om het openbaar komen van de wraak van God over alle zondaren en boosdoeners. Het eindoordeel zal worden voltrokken bij de wederkomst van Jezus. God heeft het gehele oordeel in de handen van Zijn Zoon gelegd. Rampen wijzen heen naar de grote dag van de komst van Jezus. Het is een slechte zaak dat wij weinig rekenen met de wederkomst van Jezus. Rampen herinneren ons ook aan de toorn van God. Maar die herinnering geldt ieder mens. God kan ook in onze tijd Zijn toorn doen gevoelen. Maar we moeten in concrete situatie daar niet te stellig over spreken. Want nogmaals: wij kunnen niet in Gods raad kijken.

Helpen
Wij blijven geroepen hulp te verlenen aan mensen in nood. De omvang van rampen ontmoedigt. De menselijke maat wordt doorbroken. De nood gaat ons begrip te boven. Het gevolg kan zijn een machteloosheid, die ons neerslaat en verlamt. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ieder mens, die geholpen wordt, is er één. Er is een oud joods gezegde: wie één mens gered heeft, heeft de gehele wereld gered. Dat moet uitgangspunt van ons handelen blijven in situaties van grote nood. Daarom is een eenvoudige collecte van belang.

Vertrouwen
Wij hoeven rampen dus niet te verklaren. Wij kunnen God niet rechtvaardigen. Het is zeker dat er meer rampen zullen volgen. De Schrift is daar duidelijk in. Deze wereld in de huidige bestaansvorm heeft geen toekomst. Het moet naar de verheerlijking van Jezus Christus toe. Naar Zijn grote dag wordt alles heengeleid. Ons leven is alleen veilig gesteld door een oprecht geloof in Jezus Christus. Daar hoort het vertrouwen bij dat de zondagen 9 en 10 van de Catechismus onder woorden brengen. Het is dit vertrouwen dat ik er niet aan twijfel of God zal mij voorzien van alles wat ik nodig heb. Hij zal ook elk kwaad, dat Hij mij in dit moeitevolle leven toedeelt, voor mij doen meewerken ten goede. We horen de woorden uit Romeinen 8: God doet alle dingen meewerken ten goede voor degenen die Hem liefhebben. Wij zijn niet aan het toeval of aan het lot, laat staan het noodlot, of aan demonische machten onderworpen. Zijn vaderhand is over ons leven. Die vaderhand wil gezocht en gezien en vertrouwd worden vanuit het geloof in Christus. Zo leren we in tegenspoed geduldig te worden. Dit is een moeilijke les waarbij wij genade moeten ontvangen. Het vertrouwen maakt ons in voorspoed dankbaar. We erkennen Gods zegenende hand. En wat er allemaal nog kan komen? We moeten allen sterven. We zullen allen voor God verschijnen. Maar wie geloofsvertrouwen met de overgave van heel het bestaan aan God kent, heeft het vaste vertrouwen dat geen schepsel ons kan scheiden van de liefde van God. God heeft alle schepselen zo in Zijn hand, dat zij zich tegen Zijn wil niet kunnen roeren of bewegen.
Dit is een geloofsbelijdenis. Maar de belijdenis rust op kennis van de levende God, Die Zich in Zijn Woord aan ons heeft bekendgemaakt en elke dag opnieuw bekendmaakt.
We moeten ons erin oefenen dat het leven met de Heere een goed leven is. Maar de invulling van wat goed is wordt niet alleen aan ons overgelaten. Het gaat erom wat goed is in Gods oog en wat goed is in de dienst aan Hem. En wanneer we dit zo zeggen zijn daarmee ook niet alle vragen beantwoord. Er blijven ongeopende vraagtekens. Onbeantwoorde vragen. We zien nu nog door een onduidelijke spiegel in raadsels. Straks in het volle licht zal de definitieve ontraadseling plaatsvinden.

J. Jonkman
(Ds. J. Jonkman is predikant te Drachten)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 2005

De Wekker | 16 Pagina's

Gods raad en rampen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 2005

De Wekker | 16 Pagina's