Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Volharding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volharding

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het woord volharding is een voluit bijbels woord. Denk aan o.a. het woord van de Heere Jezus Zelf (Matth. 24: 13): Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Het is ook een woord dat in het kerkelijk taalgebruik nogal eens gebezigd wordt. Iets over de betekenis van dit woord voor de kerk en de gelovige van 2006.

Het zelfstandig naamwoord ‘volharding’ en het werkwoord ‘volharden’ roepen direct het beeld op van mensen die zich ergens voor inspannen; van een menselijke activiteit dus. Nu is dat ook beslist niet verkeerd gedacht. In de Bijbel worden mensen keer op keer opgeroepen om te volharden. Wel, moet echter aangetekend worden dat ‘volharden’ ook een activiteit van God is met betrekking tot de mens.

Wie volhardt?
Dat een gelovige volhardt, heeft te maken met het feit dat God volhardt. Achter het volharden van een gelovige zit het volharden van God. Heel mooi komt dat uit in DL, V, waar blijkt dat achter de volharding der heiligen een volhardende God staat, Die ervoor zorgt dat Zijn kinderen niet zullen afvallen van het geloof. Wat hebben we wat we niet van God ontvangen hebben? Er is geen mens die volhardt, die daarvoor de kracht niet van God ontvangt. Laat dat duidelijk zijn!
Toch wordt in de Bijbel vrijuit over volharding gesproken als activiteit van de mens. Steeds weer klinkt de oproep om te volharden.

Nu is het zo dat in de grondtekst van de Bijbel verschillende woorden staan die vertaald kunnen worden met ‘volharden’. Eén (Grieks) woord (in het NT dus) springt daarbij het meest in het oog, nl. het woord hupomonè, dat in de Statenvertaling heel vaak vertaald is met ‘lijdzaamheid’ en in de NBG-‘51 met ‘volharding’. Over dat woord en de gedachten erachter willen we het hebben.

F.J. Pop heeft in zijn Bijbelwoorden op de man af (6e druk, blz. 531- 536) mooi op een rijtje gezet welke betekenissen het woord ‘hupomonè’ heeft. Hij laat zien dat ‘volharding’, als vertaling van hupomonè, en ‘volharden’, als vertaling van hupomeno, in verreweg de meeste gevallen (meer dan dertig) slaat op het volharden van gelovigen in geval van lijden. Aan dit lijden kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen. Meestal zijn vijanden van de gemeente en van de gelovigen er de oorzaak van. Dus in de meeste gevallen gaat het bij ‘volharden’ over volharding onder vervolging/ verdrukking door vijanden van de gemeente en de gelovigen.

Actueel?
Is de oproep om te volharden dan wel actueel in onze dagen? Wel, dat is zeker het geval. Je hoeft alleen de berichten van Open Doors maar te volgen. In de Ranglijst Christenvervolging, die Open Doors op haar website vermeldt, worden maar liefst 50 landen genoemd waar sprake is van, in meerdere of mindere mate, vervolging van christenen. De daarbij te noemen aantallen vervolgde christenen zijn werkelijk onvoorstelbaar. Dus: de oproep om te volharden is zeer actueel.

Maar de vraag is ook: is het ook voor christenen in het westen, gezien hun situatie, actueel? Concreet: is de oproep om te volharden ook aan hun adres terecht? Is er bij hen lijden omwille van het geloof?
Anno 2006 kunnen we dat niet helemaal meer ontkennen, als dat al ooit gekund heeft… De knappe en stevige rede van dhr. Rouvoet van de ChristenUnie, in reactie op de politieke stellingname van politici van m.n. D66, ligt ons nog vers in het geheugen. Genoemde stellingname van D66, maar ook van de huidige woordvoerders van de VVD, kunnen ons zorgen baren. Hoelang hebben wij als christenen nog de vrijheid om bijvoorbeeld onze kinderen te laten deelnemen aan bijzonder onderwijs; in ieder geval aan door de overheid gesubsidieerd onderwijs? Zijn de voortekenen van een maatschappij die gelovigen geen privileges meer gunt niet sprekend?

In een recent debat tussen mevr. Van der Laan van D66 en dhr. Rouvoet van de CU kwam bij mevr. Van der Laan m.i. even de angel naar buiten toen ze zei: “Ik ben er nieuwsgierig naar of dhr. Rouvoet nu echt gelooft dat Eva door God gemaakt is uit een rib van Adam.” M.i. zit daar het hele probleem op vast. We kunnen als christenen in verweer komen, we kunnen debatteren (en dhr. Rouvoet doet het werkelijk goed en overtuigend) maar mijn overtuiging is dat we, hoe knap we ook debatteren, de kou niet uit de lucht halen. Achter dit hele verhaal, achter genoemde opstelling van de politici van D66 en van anderen, zit iets veel diepers. De mens van vandaag, de ongelovige en tegelijk redelijke mens, is en blijft onredelijk als betoogd wordt dat er een God is van Wie wij mensen afhankelijk zijn; dat er een Woord van die God is dat normatief is. En elk woord dat van dàt geloof getuigt, zal getroffen worden door een ogenschijnlijk steeds sterker tegenwoord van deze redelijke onredelijken.

Echter, wat komt het dan aan op volharding. Wat komt het eropaan dat we volharden in het geloof. Ons rest tenslotte niets meer dan enkel en eenvoudig te zeggen: ja, ik geloof dat God Eva maakte uit een rib van Adam. En natuurlijk, niet alleen dat. Ons rest tenslotte om eenvoudig gelovig al die andere onbevattelijke dingen te beamen.

Maar hebben we de moed nog om dat te zeggen? Of vinden we dat gênant? Als ik me niet vergis is het onder meerderen van gereformeerde huize zo dat ze dat lijden niet willen ondergaan; om het met de Statenvertalers te zeggen: dat ze niet lijdzaam willen zijn. Schamen wij ons, ‘knap’ als ook wij zijn, er ondertussen niet een beetje voor om gewoon dat eenvoudige geloofsstandpunt in te nemen? Getuigen bepaalde opvattingen en van daaruit bepaalde opstellingen daar niet van? Welke (hermeneutische) regels hanteren wij bij het uitleggen van de Schrift? Getuigen sommige geluiden (bijv. Intelligent Design) niet van het zoeken naar een uitweg, zodat we als gelovigen maar niet meer van simplisme beschuldigd kunnen worden en proberen we zo onze gêne soms te boven te komen?

Volharding
Nogmaals, wat komt het anno 2006 aan op volharding. Gelovigen moeten m.i. zich er maar op gaan voorbereiden dat het er niet gemakkelijker op gaat worden. Dat lijden overkomt hen ten onrechte, dat wel, maar tegelijk is het onvermijdelijk.
Toch moeten ze het maar niet opgeven. Het volharden brengt een niet te overtreffen gave met zich mee. Zij die volharden tot het einde zullen nl. zalig worden. In dat woord zit een enorm stuk christelijke hoop opgesloten. Eenvoudige gelovigen, hen die “niets vreemds overkomt” als er sprake van lijden vanwege het geloof is (1 Petrus 4: 12), mogen in die hoop leven en eenmaal sterven. Belangrijk is in dit verband ook het woord van Paulus in 2 Tim. 2: 12: “Indien wij verdragen, wij zullen ook met Hem heersen; indien wij Hem verloochenen, Hij zal ook ons verloochenen;”. Belangrijk, omdat daarin ook de keerzijde te beluisteren valt. Zij die niet verdragen, zij die wegkruipen, zullen de verloochening door Christus niet kunnen ontkomen. Beangstigend is dan het woord dat op genoemde tekst volgt: “Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw; Hij kan Zichzelf niet verloochenen.”. Getrouw nl. in ál Zijn woorden, bedreigingen en beloften.

Winst
De winst van deze op zich moeilijkere tijd voor de christenen is wellicht dat ze elkaar steeds meer nodig zullen hebben. Wat in een tijd van welvaart en vrijheid waarschijnlijk nooit bereikt kan worden, zal wellicht in moeilijker tijden voor kerk en individuele gelovigen beter en eerder tot stand komen, nl. eenheid. Die eenheid, die ook Christus bedoeld heeft in het hogepriesterlijk gebed in Johannes 17. Hij sprak de woorden “Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn” immers ook in het kader van het gehaat worden van de gelovigen door de wereld (vgl. vs. 14)!

H.K. Sok
(ds. H.K. Sok is predikant te Drogeham)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Volharding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 2006

De Wekker | 16 Pagina's