Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De les van de geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De les van de geschiedenis

Het geloof temidden van een ervaringscultuur (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een cultuur die wordt beheerst door ervaringen en emoties wordt ook de geloofsbeleving steeds meer hierdoor gestempeld. Hoe moeten wij daarmee omgaan? Terecht wordt er op dit punt gewaarschuwd voor het gevaar van een feel-good-geloof (goed-gevoel-geloof). De vorige maal noemde ik de waarschuwende stem van dr. A.van de Beek. Daarnaast vraag ik nu aandacht voor een waarschuwend geluid in een recent verschenen boek van dr. Henk Bakker. Maar tegelijk wordt hiermee ook een vraag aan ons gesteld.

Het boek van dr. Bakker gaat over het christendom in de tweede eeuw na Christus en draagt de titel ‘Ze hebben lief, maar worden vervolgd’. De titel is ontleend aan een oud geschrift waarin de christenen van de eerste eeuwen worden beschreven. Zij zijn een opvallend soort mensen geweest. Een betrekkelijk kleine minderheid temidden van een wereldrijk waarin het heidendom regeerde. Maar tegelijk een minderheid die het zwaar te verduren had in deze heidense, vijandige omgeving.

De tweede eeuw
Van deze periode zijn verrassende voorbeelden bekend van geloofsmoed en vasthoudende getuigenissen aangaande Jezus Christus. In dit verband was er in de jonge kerk ook een voortdurende roep om opleving en vernieuwing van het geloof, om radicaal te kiezen voor Jezus. Tegen die achtergrond moeten wij de opkomst verklaren van stromingen die de kerk radicaal wilden vernieuwen, maar in feite een grote bedreiging voor de kerk hebben betekend tot in het hart van het geloof.
Kort samengevat gaat het om drie stromingen. Het montanisme is de eerste. Via extase en profetische openbaringen die men ontving, meende men een directe verbinding met God tot stand te kunnen brengen. Montanus had op een gegeven moment een gemeenschap om zich heen van radicale en profetische kerkvernieuwers, waar de directe godservaring centraal stond. Profetieën en visioenen vormden steeds meer het middelpunt. Vooral in Klein-Azië waren er veel aanhangers te vinden.
Daarnaast was er de groep van Marcion. Hij maakte een radicaal onderscheid tussen de strenge God van het Oude Testament en de liefdevolle God van het Nieuwe Testament. De wet en wat daarmee samenhangt verdwijnt bij hem uit beeld. Voor hem is alleen belangrijk de God van het Nieuwe Testament, de God van liefde die het heil zo volledig gerealiseerd heeft, dat het nu al een complete werkelijkheid is. Het was bedoeld als kerkvernieuwing, maar hij raakt op de duur het christelijk geloof geheel kwijt en knipt net zo lang in de Heilige Schrift tot hij zijn eigen bijbel overhoudt, een bijbel die bepaald is door zijn eigen godsbeeld.
Tenslotte is er de gnostiek. Die probeert de tegenstelling tussen God en mens, voortkomend uit de zonde en haar vervreemding van God, te vervangen door een andere tegenstelling, waarbij het erom gaat dat de mens boven zijn schepsel-zijn uitstijgt en zo het contact met God hervindt. In hoofdlijnen is hiermee het beeld van enkele stromingen getekend, die voor de oude kerk een behoorlijke bedreiging hebben gevormd.

De link naar onze tijd
Terwijl het boek op het eerste gezicht het verhaal vertelt van lang vervlogen tijden, blijkt de auteur op een verrassende wijze de link te leggen naar onze tijd met haar ervaringscultuur. Eigenlijk is het zwaartepunt van zijn betoog dat de kerk vandaag met dezelfde gevaren te maken heeft als toen. In een tijd waarin het christendom een minderheid dreigt te worden, klinkt ook mede hierdoor de roep om opleving, vernieuwing en radicale geloofsbeleving. Een oproep die op zichzelf waarde heeft. Deze roep betekent in de praktijk echter heel vaak: grote aandacht voor het gevoel van de gelovigen. Dáár worden immers de mensen van onze tijd geraakt. Ze willen ervaringen. Niet het grote verhaal boeit, maar het kleine van het eigen leven en wat dáár gebeurt. ‘Geloofsvernieuwing’ is dan een ander woord voor dat wat mensen aanspreekt en wat ze beleven. Als keerzijde dreigt een verminderde en zelfs verdwijnende aandacht voor de inhoud van het geloof en dat wat uit de historie tot ons komt.
In dit klimaat zal een kerk er steeds meer op gespitst zijn, schrijft Bakker, om vooral klantvriendelijk en efficiënt te werken. De vraag wordt: hoe weten wij de mensen met hun verlangen naar ervaring zo doeltreffend mogelijk aan te spreken? Bakker ziet dat om zich heen gebeuren en duidt het wat speels als de ‘mac-donaldisering’ van het kerkelijk leven.
De bovengenoemde stromingen uit de oude kerk zijn niet letterlijk bij ons aanwezig, maar wel herkenbaar.
Het montanisme is volgens Bakker herkenbaar in veel wat vandaag als godservaring wordt voorgesteld. Hoewel hij zelf aan de profetie wel een plaats toekent, is zijn mening dat er veel op dit gebied in de praktijk ernstig ontspoort. De religieuze emoties van mensen moeten volgens hem altijd kritisch worden gevolgd. Teveel worden ze bepaald door de op zichzelf gerichte mens. ‘Een christen mag best – en daar komt hij ook niet omheen – genieten van zijn geloof in God. Maar dat is wat anders dan voortdurend gericht zijn op zelfontplooiing en zelfvervulling… Nieuw montanisme krijgt kansen waar verstand en gevoel niet evenwaardig samengaan en geestesgaven los van de historische en lijdende Jezus worden gepraktiseerd’ (p. 192 en 193).
En dan Marcion. Ook herkenbaar! Hoe vaak is er niet een soort geselecteerde bijbel, die alleen in de positieve richting mag wijzen (‘feel-good’ geloof)? En we komen mensen tegen die elk tegendraads geluid in een preek als ‘oudtestamentisch’ en ‘somber’ (en dus als niet ter zake doende) afdoen. Het heil is immers al gerealiseerd bij ons? Waar tob je nog over?
Tenslotte de gnostiek. Op dit punt gekomen bekritiseert Bakker heel sterk de hedendaagse tendensen om buiten de verzoening en het offer van Jezus om God en mens tot elkaar te brengen. Een verschraling van het evangelie levert dat op, een toenemende gerichtheid op individuele behoeften, een succesevangelie om een sympathieke God te creëren, die beantwoord aan onze behoeften (p. 211).

Waarschuwing en een vraag
De woorden van dr. Bakker zijn een terechte waarschuwing. Ze hebben niet alleen betrekking op de evangelische wereld waar hij zelf in staat, maar ook op risico’s in heel het brede kerkelijke leven. Misschien hebben wij wel veel meer van de oud-kerkelijke dwalingen overgenomen dan we beseffen. Zien wij dat ook bij ons steeds meer een benadering vanuit onze eigen beleving het veld wint (‘voor mijn gevoel is het zo dat…’)? Beseffen wij dat een voortdurende inzet bij deze eigen beleving ons uiteindelijk terugwerpt op onszelf en daarom geen wezenlijk houvast biedt?
Toch wil ik graag meer doen dan alleen een waarschuwing laten horen. Er komt in het bovenstaande ook een vraag op ons af. Hoe kunnen wij in onze tijd, na een periode van overaccentuering van het verstand, op een verantwoorde wijze aan de ervaring en beleving van het geloof een plaats geven? Hoe kan héél het mens-zijn met al zijn aspecten verantwoord worden betrokken in ons geloof?
De vraag is: wáár worden er nu precies grenzen overschreden? Op enkele plaatsen in het bovengenoemde boek is de schrijver met die vraag bezig. Hij beseft daarbij dat wij niet om de cultuur waarin wij leven heen kunnen. Hij zegt zelfs dat er altijd iets nodig is van een zekere aansluiting bij die cultuur. Maar waar het op aankomt is om te zien waar dit legitiem is en waar dit tot een grensoverschrijding ten opzichte van de bijbelse boodschap leidt. Dat lijkt mij een wezenlijke vraag.
Dr. Bakker vermeldt ergens dat de evangelische stromingen doorgaans heel direct op de culturele ontwikkelingen kunnen inspelen. Hij noemt dit zowel de kracht als de zwakte van deze stromingen (p. 180). Daarmee is het probleem getekend. Wij hebben nu eenmaal te maken met een cultuur die de ervaring belangrijk vindt. Wij moeten hier dan inderdaad de grote gevaren onderkennen, zoals hierboven gebeurde. Maar wij moeten ook zoeken naar verantwoorde wegen om de ervaring en de beleving een goede plaats te geven.
Waar het dan op aankomt is vooral het kader waarin alles komt te staan. De kern van het probleem zit nog niet zozeer in de hedendaagse aandacht voor ervaringen op zichzelf. Meer in het feit dat deze aandacht vaak het goede kader mist waarin zij moet staan. Daarom ontstaan de ontsporingen waar het in het bovengenoemde boek over gaat. En hier zou juist voor kerken met een langere traditie vandaag wel eens een uitdaging kunnen liggen om het goede kader aan te reiken. Geen kader dat leeft bij de waan van de dag. Wel een kader waarin de traditie van de kerk der eeuwen spreekt.

In deze volgorde
Wat is het verantwoorde kader, waarbinnen de ervaring een plaats mag en moet krijgen? In grote lijnen is dit kader aan te duiden als een weg die drie punten kent: openbaring, geloof en ervaring. En dan in deze volgorde. Wanneer ervaring het beginpunt wordt, zijn de ontsporingen onvermijdelijk. Wanneer zij het eindpunt is van deze rij heeft ze een legitieme plaats. Die plaats mag dan zeker onze aandacht krijgen. Hoe dit in een verantwoord kader zou kunnen, wil ik in een laatste artikel proberen aan te duiden.

W.P. de Groot
(drs. W.P. de Groot is predikant in ’s-Gravenmoer.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 2006

De Wekker | 16 Pagina's

De les van de geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 2006

De Wekker | 16 Pagina's