Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nehemia - hoofdstuk 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nehemia - hoofdstuk 3

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een lijst met een geestelijk plan
Geslachtsregisters en andere lijsten met namen en feiten worden aan tafel vaak overgeslagen. Wie ‘even leest’ ontdekt ook niets, maar dat geldt voor alle Bijbelgedeelten. Wie aandachtig leest, zal ontdekken dat ook die gedeelten tot Gods openbaring behoren. Nehemia 3 roept het beeld op van een grote bouwput met door elkaar krioelende bouwvakkers. Op het eerste oog is er geen verband in te ontdekken. Maar achter al die bedrijvigheid in Jeruzalem ligt het ontwerp en het bestek van de grote Bouwmeester, de God des hemels.
Nehemia’s inspectieronde (hoofdstuk 2) heeft alle gebreken aan de muur aangetoond. Zijn vaste geloof werkt, onder Gods zegen, aanstekelijk en de Judeeërs steken al spoedig de handen uit de mouwen. Nehemia heeft gaven om te besturen en organiseren. De hele muur verdeelt hij in 42 gedeelten, en overal zijn mensen tegelijk aan het werk.

Om het hart van Jeruzalem
De tekst maakt een beweging tegen de wijzers van de klok in. Tien poorten komen er langs. Maar de tocht begint niet willekeurig. De Schaapspoort, in het noordoosten, is het startpunt (1). Langs de westelijke muur gaat de tocht onderlangs terug naar het oosten, tot opnieuw … de Schaapspoort (vs. 32). De hogepriester Eljasib begint hoogst persoonlijk met de herbouw! Tot tweemaal toe is in vs.1 sprake van ‘heiligen’ Dit wijst op het weer geschikt maken voor religieuze doeleinden. In Bijbelse taal betekent dit: die ene poort staat in het werk centraal. Waarom?

De Schaapspoort gaf toegang tot het tempelcomplex, in de muur die de tempel beschermde tegen gevaar van buiten. Nehemia begint dus bij bescherming van de eredienst, en hij eindigt er ook bij. De priesters beginnen daar waar het hart van Jeruzalem ligt. Waar Gód zijn hart verklaart aan een schuldig en zondig volk. Wij mogen zeggen: om Jezus’ wil! Daar waar ontelbare schapen ooit door die poort naar binnen werden gedreven op weg naar het altaar, ging Jezus binnen, als hét schaap ter slachting (Jes. 53). Vrijwillig, tot dat éne voor altijd afdoende offer (Hebr. 10: 14).
Dit opmerkelijke accent van de hersteloperatie is van betekenis voor Gods nieuwtestamentische bouwwerk, de gemeente (1 Kor. 3: 9). De eredienst is haar geestelijke hart. De erediensten zijn de werkplaats van de Heilige Geest. Daar druppelt Christus’ bloed op de gemeente (Calvijn). Daar roept de Koning ons aan Zijn voeten. Wie zonder goede reden één of beide keren op de zondag zijn plekje in de kerk leeglaat, doet daarom zichzelf én de HEERE tekort! Neh. 3 leert ons: echte gemeenteopbouw heeft weliswaar organisatorische structuren nodig (zie wat Nehemia doet), maar komt boven alles tot stand in het hart van de zaak: in de prediking. Onder Gods zegen.
De priesters beginnen met bouwen. Ambtsdragers zijn geen priesters in letterlijke zin, maar zijn wel geroepen tot geestelijke leidsmannen om te waken over de dienst van de verzoening. Het formulier voor de bevestiging van ouderlingen wijst op het ‘waken tegen het binnendringen van dwaalleer’. Het ‘de wacht betrekken bij het Woord van de Heere’ Ook bij de belijdenis, waarin we ons als kerken vanuit het Woord herkennen. Kortom, om de gemeente van de Heere Jezus Christus te behoeden voor alles wat kan afbrengen van de gehoorzaamheid aan Hem.

Het hart van de bouwers
1. eenheid in verscheidenheid
De 42 gedeelten van de muur worden ‘bemenst’ vanuit alle lagen van de bevolking en uit allerlei beroepsgroepen. ‘Bouwen’ betekent hier meer dan alleen werken. Het betekent ook ‘verantwoordelijkheid nemen voor’, in loonkosten en materialen. Wie langs het veelkleurige gezelschap bouwvakkers om Jeruzalem trekt, ontdekt geen enkele volgorde van belangrijkheid. We ontmoeten Tekoïeten (5) en Gibeonieten (7). Mannen uit Jericho en Mispa. Jadon uit Merenoth (7) komt uit Galilea, dat gewoonlijk niet meetelde. We ontmoeten de hogepriester, priesters (1) en levieten (17). Maar ook tempelslaven (26). Opmerkelijk genoeg worden de goudsmeden en zalfbereiders onder de bouwers afzonderlijk genoemd (8, 31, 32). Ook zij hebben hun verfijnde handwerk tijdelijk verruild voor het grove handwerk van de wederbouw. Niet alleen mannen, maar ook vrouwen werken volop mee, zie de dochters van Sallum in vs.12. Sommigen werken in groepen, anderen gewoon tegenover hun eigen huis, zoals Jadaja in vs.10.
Wat een onderwijs met het oog op Gods bouwwerk van vandaag. God roept een grote verscheidenheid aan mensen met hun gaven en beperkingen in dienst van dat ene koninkrijk. Ieder mag en behoort zijn plaats in te nemen. Kerkenraden zouden dat moeten bevorderen. Daarin hebben ook de zusters van de gemeente een belangrijke taak. In 1 Kor.3: 9 schrijft Paulus: Gods medearbeiders zijn wij; Gods bouwwerk zijt gij. Meebouwen in Gods gemeente mag nooit een zaak zijn van menselijke prestige. De bouwers in Jeruzalem werden aangestoken door liefde tot de zaak van de Heere. Door liefde van de Heere Zelf. Wie door genade Zijn zelfverloochenende liefde doorziet tot op het kruis van Golgotha, vindt ootmoed om de ander ondanks alle verscheidenheid te vinden en aanvaarden. Tot Zijn dienst!

2. ook dienstweigeraars
Echter, niet iedereen doet mee. Er waren ook mensen uit Tekoa bij, de woonplaats van de profeet Amos. Een belangrijk centrum van schapenteelt. Vs. 5 laat mensen zien met de armen over elkaar. De aanzienlijken onder hen wilden hun schouders niet zetten onder de dienst van de Heere. De reden staat niet vermeld. Voelden zij zich te belangrijk voor dat gewone handwerk? Twijfelden ze aan het welslagen van Nehemia’s missie? De Tekoïeten lijken verdeeld, want aan de oostkant bouwden anderen wel (vs. 27). Hoe dan ook, dat die mededeling vooraan in de lijst staat, zet de kritiek op de houding van hun leiders scherp aan.
Wat afbrekend is het als mensen wel hoge eisen stellen aan bv. ambtsdragers, of anderen. Of altijd maar kritiek hebben, van links of van rechts, maar zelf nooit verantwoordelijkheid willen dragen. Wat arm als er zo weinig merkbaar is van het verlangen van Nehemia om, zoals staat in 2: 10, desnoods alles achter te laten om het goede voor Jeruzalem te zoeken (ook Ps.122: 9). De Heere dienen vraagt zelfverloochening, maar het mag gebeuren in het vaste geloof dat Hij Zelf de Bouwmeester is, en dat Hij het ons daarom zal kunnen doen gelukken. Tot Zijn eer!


Gespreksvragen
1. Hoe gaat u om met Bijbelgedeelten vol namen en feiten?
2. Welke plaats heeft bij u de eredienst in het werk van Gods gemeente? En welke gevolgen verbindt u daaraan?
3. Kan geestelijk leven, c.q. geestelijke opleving, gestimuleerd worden door organisatie?
4. “Gods medearbeiders zijt gij” (1 Kor. 3: 9). Dat betreft mannen en vrouwen. Wat vindt u van die woorden, en hoe wordt dat in uw gemeente ingevuld?
5. Spreek met elkaar over het wonder en de praktijk  van Psalm 122: 6-9

(drs. B. Reinders is predikant te Zwaagwesteinde)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Nehemia - hoofdstuk 3

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 2006

De Wekker | 16 Pagina's