Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nehemia - hoofdstuk 5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nehemia - hoofdstuk 5

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nehemia weet zich duidelijk geroepen door de Heere, en de Heere heeft hem daarin ook steeds bevestigd. Maar dat betekent niet dat nu alles vanzelf gaat. Als de bouw op gang komt, krijgt hij eerst zijn handen vol aan de bedreiging van buitenaf (hoofdstuk 4). Maar, nu komt de dreiging ook van binnenuit. Onder de bouwers broeit en groeit onvrede. Niet over Nehemia's positie als leider, maar over onderling onrecht. Dat stelt zijn positie als leider ondertussen wel bijzonder op de proef.

Geschonden gemeenschap (1-5)
Er ontstaat een volksoploop. Mannen en wouwen die binnen de poorten van Jeruzalem wonen en werken, komen hun nood klagen bij Nehemia. Drie klachten krijgt Nehemia te horen, met een climax die de nood onderstreept. Grote gezinnen hebben geen eten (2). Anderen hebben hun huizen en velden moeten verpanden om aan koren te komen (3). Anderen moesten 'een hypotheek op huis en grond nemen' om belasting aan de koning te kunnen betalen. Zover gaat het, dat schuldeisers beslag hebben gelegd op kinderen die nu als slaven voor ze werken. Wat een schande voor een Israëliet. Was je eigen erfdeel niet een blijk van Gods trouw voor je nageslacht, en gaf het je geen deel aan Zijn toekomst? Het zijn hun eigen volksgenoten die hun dit aandoen. Vs. 11 wijst op woekerrentes. Uit opgravingen in Egypte, in Elephantine waar een joodse gemeenschap leefde in de tijd van Nehemia, weten we van rentepercentages van 60-75%. Aangrijpend is het dan ook wat staat in vs. 5: "Wij zijn van hetzelfde vlees en bloed als onze broeders!" Broeders van hetzelfde huis. Hoe is het mogelijk. Nu, waar liefde ontbreekt, onthoudt de Heer' de zegen ...(contra Ps. 133).

Geschonden Woord
Gods volk is de weg van de Thora kwijt. In Lev. 25: 35-39 en Deut. 23: 19-20 verbiedt de Heere rente te vragen van de armen. Er mochten niet eens armen zijn; was Israël niet ooit zelf een arme slaaf geweest, die door Gods genade de vrijheid heeft ontvangen? Die vrijheid vertaalt zich niet alleen in vergeving van zonden en bevrijding van schuld, maar ook in bevrijding uit armoede en onrecht. Dat is nog zo. De wet van de Heere is wegwijzer op alle terreinen van het leven. Ze vraagt om de verticale verhouding van de liefde tot God, maar niet minder om de horizontale verhouding van de liefde tot de naaste. Twee pijlers die bijeen horen als de balken van Golgotha's kruis. Wie het evangelie alleen sociaal invult, holt het uit en bedriegt mensen voor de eeuwigheid. Maar wie alleen 'de ziel' belangrijk vindt, en met de sociale kant van het evangelie een loopje neemt, heeft alle profeten en evangelisten tegen zich. (bv. Jer. 7: 4-7, Amos 5, Jacobus 1: 27).

De zonde bestraft (6-11)
Nehemia neemt het hoog op (6). Ook nu is het geen blinde drift. Hij overweegt eerst alles (7). Wat wijs! Er worden in de dienst van de Heere soms zoveel brokken door primaire reacties. Tot tien tellen is in de dienst van de Heere een gave en een opdracht. Nehemia slaapt er een nachtje over, en besluit de zaak grondig aan te pakken. Eerst bestraft hij de leiders (7a). Hij spaart ze niet. Hij gaat de confrontatie aan ('verwijten', NBG, 'twisten', StV.). Jullie zijn verantwoordelijk. Maar vermoedelijk werkt het te weinig uit, want onmiddellijk daarna belegt hij een openbare volksvergadering (7b). Nehemia stelt de houding van de joden in Perzië als voorbeeld (8). Zij hebben daar nota bene altijd volksgenoten uit slavernij vrijgekocht! Maar in vs. 9 stoot hij door tot de kern. Zou door jullie houding de Naam van God onder de heidenen besmeurd worden? Paulus zou zeggen: gij geheel anders; gij hebt Christus leren kennen (Ef. 4: 20 NBG). Laten we als christenen toch goed beseffen dat er altijd op ons gelet wordt. We hebben een Naam hoog te houden, en wat is die het waard! Als de liefde van Christus ons deel is, zal er van ons leven ook een getuigenis uitgaan. Als leesbare brieven.
Nehemia en zijn dienaren geven het goede voorbeeld (10). Het uitgeleende geld en het koren zullen ze allemaal kwijtschelden. Laat ieder ons voorbeeld volgen (11). Daar wordt niemand armer van. Ook voor ons geldt: wie uit Christus leeft, leeft uit Hem die arm werd, opdat wij door Zijn armoede rijk zouden worden (2 Kor. 8: 9).

Schuld erkend (12-13)
Onomwonden erkennen de joden hun schuld. Toch gaat Nehemia niet over één nacht ijs. Ze moeten het zweren. De priesters maakt hij tot getuigen (12). Bovendien maakt hij de gevolgen van een eventuele woordbreuk heel aanschouwelijk duidelijk (13). Hij schudt de boezem van zijn kleed uit, een plooi boven de gordel waarin dingen bewaard werden. Wij zouden zeggen: hij schudt zijn broekzakken leeg. Zo zal een mens beroofd worden van alles, als hij zich aan zijn woord niet houdt. Het volk is vast van voornemen. "Amen" klinkt het uit vele monden (13b). Zijn dat geen grote woorden? Nee, want, zij loven God! Wat een bijzondere zegen van de Heere, dat Hij een oprecht berouw bewerkt dat uitmondt in een hartelijk voornemen om de Heere te gehoorzamen. Dat is een blijk van oprechte bekering en vernieuwing. En dan weet iedere christen, dat onze beloften alleen gedaan kunnen worden met een uitgestrekte hand naar Gods beloften, die in Christus vastliggen.

Voorgaan in zelfverloochening (14-19)
In vs.14-19 lijkt Nehemia niet uit te blinken in bescheidenheid. Toch is dat schijn. Als landvoogd (14) heeft hij nooit willen leven als zijn voorgangers (15). Hij wilde uit solidariteit in eigen levensonderhoud voorzien (18b), zoals ook Paulus deed (2 Kor. 11: 7-9). En dat hij open tafel hield op eigen kosten (17- 18), was dan wel een Perzische regel, maar Nehemia weet zich daarin bovenal in de dienst van God. Ootmoedig vraagt hij, of zijn God hem daarin gedenken wil (19). Wat een duidelijke trek van Christus. Hij was in de gestalte van God, maar heeft dat niet als een roof geacht. Hij heeft zich ontledigd, heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen en is aan de mensen gelijk geworden. (Fil. 2: 5-11. Opdat op Zijn kosten zondaren kunnen eten en drinken in overvloed

Gespreksvragen
1. Hoe zou de kerk zich vandaag met sociale vragen dichtbij en ver weg kunnen bezighouden?
2. Jezus zegt: het tweede gebod, aan het eerste gelijk, is: 'heb uw naaste lief als uzelf. Maar, zien wij dat wel als 'gelijk' aan het eerste, nl. God liefhebben boven alles?
3. Wat bedoelt vs. 9 met 'vreze voor onze God' (zie Spr. 1: 7, 8: 13, 16: 6). Hoe krijg ik die en hoe wordt die verdiept?
4. Spreek over de noodzaak dat de kerk een leesbare brief van Christus is, die Hem in Woord én daad groot maakt.
5. Nehemia's vermaning heeft een positieve uitwerking. Denken wij niet vaak te klein van de kracht van liefdevolle, maar duidelijke vermaning is predikant te vanuit Gods Woord?

B. Reinders
(drs. B. Reinders is predikant te Zwaagwesteinde)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Nehemia - hoofdstuk 5

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 2006

De Wekker | 16 Pagina's