Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een verbond met de vaderlandse kerk (Een eeuw Gereformeerde Bond 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een verbond met de vaderlandse kerk (Een eeuw Gereformeerde Bond 2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een terugblik op de honderdjarige geschiedenis van de Gereformeerde Bond brengt o.a. bij de vraag of het opgaan van de Nederlandse Hervormde Kerk in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in 2004 veel heeft veranderd of niet.

De naam moest natuurlijk worden veranderd: In ‘Gereformeerde Bond tot verbreiding en verdediging van de Waarheid in de Nederlandse Hervormde Kerk’ werden vorig jaar de laatste drie woorden vervangen door ‘Protestantse Kerk in Nederland’. Daar zullen de gereformeerde bonders vast moeite mee hebben gehad. Immers, de naam Nederlandse Hervormde Kerk prijsgeven moet wel zeer doen. In hun wezen zit juist de verbondenheid aan het hervormd zijn. Die kerk werd zozeer gezien als teken van Gods bemoeienis met het Nederlandse volk, dat daarom het verlaten ervan niet denkbaar was. Op allerlei plaatsen bestaat de Hervormde Gemeente nog – daar waar geen integratie met gereformeerden en luthersen heeft plaatsgevonden – maar de Nederlandse Hervormde Kerk als landelijke gemeenschap bestaat echter niet meer. Het kon niet anders, die naamswijziging, maar het zal, zoals het hele Samen-op-Weg-proces, pijnlijk zijn geweest.

Hier moet natuurlijk ook melding worden gemaakt van de breuk tussen de Gereformeerde Bond met degenen die buiten de PKN bleven. Bij de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk zit precies dezelfde gehechtheid aan het hervormd zijn. Vandaar de aan beide kanten heel diep zittende claim op de naam ‘Nederlandse Hervormde kerk’, en de beschamende strijd daarover voor de wereldlijke rechter.
Daar zit een bijzondere verbondsgedachte achter.

Een bijzonder verbond van God?
In de geschiedenis van de Bond heeft aanvankelijk – onder invloed van H. Visscher en anderen – vooral de gedachte gedomineerd, dat het moest gaan om gehoorzaamheid aan het Woord van God in de lijn van de gereformeerde belijdenis. De consequentie daarvan zou tenslotte ook een breuk met de Hervormde Kerk kunnen opleveren, wanneer daar voor die gehoorzaamheid geen overtuigende plaats meer te vinden was. Die lijn werd een halve eeuw later ook door een voorzitter als prof. J. Severijn gekoesterd.
Er bestond in de negentiende eeuw ook een andere gedachtegang, te vinden in de Confessionele Vereniging, met daarachter het denken van Ph.J. Hoedemaker. Volgens Hoedemaker is beslissend voor de kerk dat de oorsprong ervan in Gods verbond ligt. Wij hebben de kerk niet georganiseerd, we hebben haar gevonden. In Gods trouw, en Zijn beloften ligt het geheim van de kerk. Uitdrukkelijk moet dat ook worden toegepast op de Nederlandse gestalte van de kerk van Christus die in de Nederlandse Hervormde Kerk te vinden is. Die kerk is niet alleen de vergadering van het volk van God, zij is bovendien de plek waarin Gods bijzondere bemoeienis met Nederland gestalte krijgt. De kerk is volkskerk: kerk voor het hele volk. Dat onverbrekelijke verbond van God is het geheimenis van de Hervormde Kerk. De hand van God met Nederland die daarin blijkt, mag nooit verloochend worden! Breken met de Hervormde Kerk kan daarom nooit.
De Gereformeerde Bond stond aanvankelijk ver bij dit gedachtegoed van de Confessionele Vereniging vandaan. In wezen was in het ontstaan van de Bond immers een afscheiding van de Confessionele Vereniging te zien!

Nu hebben de ontwikkelingen binnen de Gereformeerde Bond niet stilgestaan. In de laatste decennia zijn juist de accenten van Hoedemaker weer binnengehaald, en hebben zelfs de overhand gekregen. Karakteristiek daarvoor is dat alom over de vaderlandse kerk wordt gesproken als de ‘planting Gods’. Helemaal moeilijk wordt dat als die terminologie op geheel gelijke manier binnen de Bond – dus binnen de PKN – als binnen de HNHK, bij de hersteld hervormden, wordt gehoord. De vaderlandse kerk is de planting van God en daar mag je je dus niet van losmaken. In de ogen van de GB hebben de ‘herstelden’ dat gedaan door de hoofdstroom van de Hervormde kerk te verlaten; in de ogen van de HNHK hebben de ‘bonders’ dat gedaan door zich mee te laten nemen de PKN in.
Voor beide partijen gereformeerden zijn de kerken die wortelen in de Afscheiding dubieuze gesprekspartners. Zij hebben de Hervormde kerk verlaten terwijl God die kerk niet verlaten had. Er is immers altijd weer een stroom van bijbelgetrouwe gereformeerden binnen die Hervormde Kerk tevoorschijn gekomen.
Bovendien komt wat zich nu tussen gereformeerde bonders en hersteld hervormden afspeelt, dicht op onze afgescheiden huid, want er laat zich in herkennen wat ook in en na 1834 aan de orde was.

De afgescheidenen beschouwden zich in feite ook als ‘herstelde hervormden’. De naam Acte van Afscheiding of Wederkeer hield immers niet in dat men het plan koesterde om weer terug te keren naar de Ned. Hervormde Kerk – dat wilde men wel en er stond, dat men zich wilde verenigen ‘met elke op Gods Woord gegronde vergadering’ – maar primair zei de Acte, dat de Afscheiding zelf een terugkeer was naar het wezen van de kerk en naar de leer die de grond van de kerk was. In de Hervormde Kerk was de gehoorzaamheid aan de waarheid van God vervangen door willekeur. Volgens artikel 29 van de Ned. geloofsbelijdenis was die kerk daarmee valse kerk geworden. Dat was net als de Rooms-katholieke kerk in de 16e eeuw.

Vragen bij een gezegde
Er zijn vragen te stellen bij de verwijzing naar de vaderlandse kerk als ‘Planting Gods’ waar Gods trouw voorgoed aan verbonden is. Daar voeg ik meteen aan toe, dat het geen vragen zijn waarmee we de kerkelijke verscheurdheid van ons af kunnen schudden. Zoals het er tussen hersteld hervormden en bonders voorstaat, zo staat het eigenlijk ook tussen hervormden (in of buiten de PKN) en afgescheiden gereformeerden. Het komt daarbij aan onze kant niet uit op iets als: ‘Wij hebben toch gelijk.’ Het zal er eerder om gaan in het licht van Gods Woord naar de diverse kerkelijke posities te kijken. De vragen die dan aan afgescheidenen gesteld kunnen worden, liegen er ook niet om. Daar moet ik op terug komen.
Als we echter stuiten op zo’n uitdrukking als ‘Planting Gods’, doelend op een Nederlandse kerkformatie in onderscheiding van andere, is te vragen: waar in Gods Woord is sprake van een dergelijke bijzonder verbond van God met een nationale kerk of een bepaald land?
Het enige volk dat een dergelijke status aparte heeft, is Israël. De reden daarvoor is in de loop der eeuwen duidelijk geworden. Gods bemoeienis met dat volk is ingebed in Zijn plan met alle geslachten van de aardbodem. Het heil is uit de Joden. Maar het is niet uit enig ander volk. Er zijn meer landen en volken die geclaimd hebben het bijzondere voorwerp van Gods bemoeienis te zijn. Een dergelijke traditie is er (geweest) in Schotland, en in Zuid-Afrika, om niet meer te noemen.
Het wezen van de kerk is echter niet aan een nationaliteit geboden. De kerk is de gemeente onder alle geslachten van de aarde. Katholiek noemt de apostolische belijdenis dat. Een kerk kan georganiseerd zijn onder een bepaald volk met een bepaalde taal. Daar is natuurlijk Gods bemoeienis aan verbonden. Maar dan hebben we het over de beloften voor de kerk die Christus’ lichaam is, herkenbaar aan de getrouwe prediking van het Woord, de zuivere bediening van de sacramenten en de functionering van de kerkelijke tucht (art. 29 NGB). Een bijzondere status daarbij te claimen voor een nationale kerk, als een speciaal verbond van God – daarvoor is geen grond.
Dat de zegeningen die de HERE gegeven heeft in de loop der eeuwen aan vele geslachten, aanleiding geven om bijzonder dankbaar te zijn voor zijn trouw, laat dat vanzelfsprekend zijn! Dat is genade! En daaraan is ook een plicht tot gehoorzaamheid verbonden. Maar er is niet aan verbonden, dat een kerk die overwegend het beeld van ongehoorzaamheid vertoont, kan zeggen: Aan ons is het voorrecht van Gods verbond gegeven.
Wat dan te denken van de gemeenten van Klein-Azie, zoals Efeze, waar de kandelaar is weggenomen (Openb. 2: 5)? Trouwens, zelfs Israël kon zich niet op een dergelijke manier beroepen op het verbond als een historisch recht dat geclaimd kon worden. In bijv. Jeremia 7 wordt een dergelijke houding zonder meer onderuit gehaald. Zeggen ‘Des HEREN tempel, des HEREN tempel, des HEREN tempel is dit’ blijkt onhoudbaar in Gods ogen (Jer. 7: 4).

Het lichaam en het Hoofd
Er is natuurlijk heel veel te zeggen van wat de kerk is. Van belang is zeker om door te denken op de lijn van het bijbelse beeld ‘lichaam van Christus’. Er bestaat in elk geval geen lichaam wanneer de band met het Hoofd, Christus, niet als het diepste geheim ervan beleden wordt. Een lichaam zonder hoofd is een dood lichaam. En net zoals een dood geloof geen geloof is (Jak. 2: 17), net zo is een kerk die niet leeft uit Christus en Hem niet meer belijdt, geen kerk meer.

Daarmee spreek ík geen oordeel uit over welke kerk dan ook. Ik herinner wel aan de constatering van onze vaderen in 1834, dat de Hervormde Kerk tóen de weg van Christus niet beleed, maar tegenstond. Het was een zaak van gehoorzaamheid daar weg te gaan om Christus’ wil.
Als er in het licht van het Woord oordelen uitgesproken worden, zullen we zelf daar het eerste onder staan. Maar het is wel gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid waar het dan om gaat. In de situatie van vandaag valt er dan nog wel iets te zeggen – hopelijk als een gezamenlijk buigen onder het Woord.

J.W. Maris
(prof. dr. J.W. Maris is hoogleraar dogmatiek aan de TUA.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Een verbond met de vaderlandse kerk (Een eeuw Gereformeerde Bond 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 2006

De Wekker | 16 Pagina's