Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paasgedachten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paasgedachten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pasen is het grote feest van de christelijke kerk. Jezus Christus is opgestaan uit de dood. De rijkdom van Pasen is niet volledig te vatten. We verstaan het naar de mate van het geloof dat ons gegeven wordt en naar de mate van het licht dat ons verstand in de heilsgeheimen krijgt. Ik geef enkele paasgedachten vanuit de kern van het Evangelie.

De Vader en de Zoon
De Vader heeft een engel gezonden op de paasmorgen. God heeft dus de Zoon opgewekt. Het is Gods daad. Het is Gods wil, dat de Zoon in het eeuwige leven opstaat. Alleen hierin ligt al een pleitgrond voor zondige mensen als wij. Wat hebben wij het opstandingsleven nodig. Er kan voor ons geen eeuwig leven zijn zonder opstanding. Dat geldt ook voor Christus. Jezus zegt: Ik ben de opstanding en het leven. Dat moet dus allereerst aan Hem Zelf worden waargemaakt! Het wordt aan Hem waargemaakt en Hij maakt het Zelf waar. De opstanding is een daad van heilige harmonie van de Vader en de Zoon. Pasen laat zien hoezeer de Zoon de vrede van de Vader heeft verkregen, voor Hem Zelf en voor allen die in Hem geloven.
Zoals het verlaten zijn geweest van Christus aan het kruis – in de drie uren van duisternis – een zaak is geweest tussen de Vader en de Zoon, waarin het ging over ons, zo is ook de opstanding een daad tussen de Vader en de Zoon geweest, waarin het evenzeer gaat over ons. In het verlaten zijn heeft Christus voor al de Zijnen de verzoening van de zonden verworven. Hij droeg toen de verschrikkelijke, eeuwige straf, de volle maat van de toorn van God. Daar stonden wij buiten. Dat heeft Christus geheel alleen geleden en gedragen. Hoe Christus die volle toorn heeft kunnen dragen en wegdragen, kunnen wij niet inzien. Wij kunnen op zijn hoogst zeggen, dat de kracht van Zijn God-zijn Hem heeft ondersteund. Maar Hij heeft daar geleden op een wijze die voor ons onpeilbaar is. Hij is toen – in die drie uren van duisternis en verlatenheid aan het kruis – weggevloekt tot in de eeuwige rampzaligheid.

Eeuwig leven verworven
Maar daar is Hij niet gebleven!
Hij heeft niet alleen de toorn over de zonde gedragen, Hij heeft die toorn ook weggedragen; Hij heeft de toorn gestild. En als de toorn van God voor altijd weg is, wat blijft er dan over? Leven! Eeuwig leven. Niet zomaar leven. Niet zomaar eeuwig leven. Nee, leven, eeuwig leven in de volle gunst van God. Leven onder de goedheid van God. Leven in de gemeenschap met God. Leven, dat inderdaad voluit leven zal zijn in eeuwige heerlijkheid en vreugde. De heerlijkheid en de vreugde van het eeuwige leven is God Zelf! Eeuwig verzadigd met het heerlijke beeld van God Zelf (slot Psalm 17). Als de toorn over de zonde is gestild en weggedaan, dan heeft de dood geen recht van bestaan meer. Want de zonde betaalt als loon de dood uit. De volle, eeuwige dood. Maar als de dood van binnenuit kapot en krachteloos is gemaakt, omdat zijn bestaansrecht en bestaansgrond – namelijk de zonde – is weggenomen, dan zakt de dood machteloos in elkaar. Dan is hij nergens meer. Dan moet hij alle terrein prijsgeven en dan wordt de dood zelf gedood. En dat gebeurt nu op de paasmorgen. Hier kunnen we niet rijk en groot genoeg denken en spreken.

De dood als vernietigende en bedriegende macht moet Jezus Christus laten gaan. De dood heeft geen zeggenschap meer over Jezus. Zijn lichaam, dat werkelijk gestorven is, wordt opgewekt in heerlijk, eeuwig, nieuw leven. Hoe dat precies gegaan is, is niet te zeggen. Het is een daad van Gods almacht geweest. Het is iets geweest tussen de Vader en de Zoon. Maar Jezus stond op, uit het rijk en de macht van de dood. Hij stond niet op aan de kant van het graf waarin Hij er was ingegaan om zo te zeggen; nee Hij stond op in het eeuwige leven, als het ware aan de achterzijde van het graf. Het was een lichamelijke opstanding in het eeuwige leven. Zo wordt waargemaakt dat Hij de opstanding en het leven is.

Jezus maakt het waar aan de Zijnen
En dit maakt Hij aan al de Zijnen waar. Jezus Christus is werkelijk opstanding en leven voor allen die door het geloof aan Hem worden verbonden of om het met oudere taal te zeggen: die in Hem worden ingelijfd. Dan blijft dit ons lichaam nog wel onderworpen aan het sterven, maar toch hebben wij leven in Christus. Dit leven blijft zelfs nadat dit ons lichaam er niet meer is. De levensband met Christus kan door het sterven van ons lichaam niet verbroken worden. Hoe dat kan, dat is Gods geheim. Maar het is absoluut zeker dat het sterven voor de gelovigen niets anders is dan een directe doorgang tot het eeuwige leven. Ze zullen meteen na hun sterven met Christus zijn. En straks op de jongste dag zal het lichaam in een punt van de tijd worden opgewekt. Dan zullen ziel en lichaam worden samengevoegd in het ene, nieuwe lichaam van de opstanding. Dan hebben Gods kinderen in het Koninkrijk van de Vader heerlijk, eeuwig, altijd nieuw leven. En dat leven bestaat in de eeuwige liefdegemeenschap met God. God prijzen, eeuwig God groot maken, op een wijze die hier nog niet mogelijk is. Soms hebben Gods kinderen er een voorsmaak van.

Te machtig
Pasen is ons te machtig.
Erken het maar: Pasen is mij te machtig. Maar geloof dit Evangelie wel. Zeg nooit: het is mij te machtig en te groot en daarom geloof ik het niet. De opstanding uit de dood is eigen aan het geloof. Het geloof in Jezus Christus, dat tot de zaligheid is, is altijd opstandingsgeloof. Het geloof is nooit zonder Pasen. Het is nimmer zonder paasinhoud.

Pasen was voor de vrouwen ook te machtig. Marcus vertelt dat de steen, die voor het graf van Jezus was gerold was, groot was. Maar wat voor de vrouwen op de eerste paasmorgen te groot en te machtig was, heeft God als het ware met een glimlach al voor hen gedaan. Hij zond Zijn engel. Er zijn in die vroege morgen geweldige krachten aan het werk geweest in de hof van Jozef van Arimathea.

Het feit blijft staan dat één mens is opgestaan uit de doden en wel in het eeuwige leven. Jezus had al eerder mensen uit de dood teruggeroepen in het leven. Het dochtertje van Jaïrus, de jongeman van Naïn, Lazarus. Maar zij kwamen terug in het tijdelijke, aardse leven en moesten nog een keer sterven. Jezus is opgestaan om nooit meer te sterven. Hij kan niet meer sterven.

Cultuur zonder Pasen
Het sterven is in de wereld een werkelijkheid. Ook de christelijke gemeente leeft veelszins uit de werkelijkheid van de dood. We laten ons er door verlammen en beangstigen. En het is niet verkeerd, dat een mens angst kent voor de dood. De dood is een te vrezen macht. Niemand moet zich schuldig gevoelen als hij of zij van tijd tot tijd huivert voor de dood. Wie zegt: dood is dood en met de dood is alles voorbij, die leeft uit de leugen. En leugen kan nimmer echte troost bieden. Vroeg of laat zakt men door de troost van de leugen heen, want de leugen misleidt en bedriegt.
Heel het moderne leven lijkt te bruisen: te bruisen van leven. Op feesten en party’s swingt en zingt het. Maar wat swingt en zingt? Is dat het werkelijke leven? Of is dat het swingen en zingen van de dood? Overal waar Jezus Christus voor dood wordt gehouden, is het ware leven afwezig en heerst de dood samen met de leugen. Het moderne leven kenmerkt zich ten diepste door een doodscultuur. Die doodscultuur trekt overal doorheen. Ook in de kerk zijn we dikwijls bang voor het ware, tintelende een bruisende leven dat er in Jezus Christus is. Dan houden we ons op de been met bijvoorbeeld verstarde belijdenissen, een versteende rechtzinnigheid of precies omgekeerd: met een vrolijke vrijzinnigheid. Jezus is onze inspirator, ons voorbeeld. En dan zeggen we ook bijbelse waarheden. Want Jezus is onze inspirator en is ons voorbeeld, maar Hij kan dat alleen zijn als wij Hem tegelijk en allereerst kennen als de Zaligmaker van zondaren. Als wij ons alleen maar door het geloof aan Hem verbonden weten.

Een levende Zaligmaker
Verder zijn er allerlei ideologieën en filosofieën. Maar het is allemaal te weinig. Het is tenslotte uit de mens; uit het beste van de mensheid. En het beste van de mensheid verandert aan de zonde en de dood niets. We zijn, zegt Paulus, in 1 Corinthiërs 15, de ellendigste van alle mensen als wij alleen maar voor dit tijdelijke leven op Christus hopen. Een Christus, Die je niet helpt en bijstaat in het uur van je sterven, als je daarna voor God komt om geoordeeld te worden, wat heb je aan zo’n Christus Die je op het laatste en beslissende moment toch nog in de steek zal laten?

Het Evangelie van het kruis en de opstanding van Jezus Christus doorbreekt al onze kaders en gedachten. God heeft Zijn grote daden gesteld. Ze vragen geloof en meditatie. We worden erdoor gegrepen. Er gaat als het ware een nieuwe motor in ons draaien. Er wordt een bron van leven in ons aangelegd. We ervaren kracht. De Here is nabij. We mogen omgaan met een levende Here. Met een dode is niet om te gaan.

U zij de glorie, opgestane Heer.
U zij de victorie, nu en immermeer!

J. Jonkman
(Ds. J. Jonkman is predikant te Drachten.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Paasgedachten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 2006

De Wekker | 16 Pagina's