Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over fouten en consequenties...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over fouten en consequenties...

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op het moment dat ik dit schrijf is er grote commotie ontstaan in het land en in de Tweede Kamer vanwege het besluit – of nee, ik moet zeggen 'de constatering' – van minister Verdonk dat het Nederlanderschap van kamerlid Ayaan Hirsi Ali vooralsnog geacht moet zijn niet te zijn verkregen. Ayaan Hirsi Ali heeft zojuist met minister Zalm aan haar zijde haar vertrek uit de Tweede Kamer bekend gemaakt en in een emotionele persconferentie haar verbijstering over het genomen besluit geuit. En op dit moment is de Tweede Kamer bezig minister Verdonk te ondervragen over haar jongste proeve van een snel en daadkrachtig optreden.

Het gevaar van op dít precaire moment een artikel schrijven is dat het nieuws al weer een heel andere wending genomen kan hebben op het moment dat het artikel verschijnt, maar goed, dat neem ik dan maar voor lief....

Regels zijn regels
Het gaat er allemaal om dat Ayaan Hirsi Ali bij binnenkomst in Nederland gelogen heeft over haar echte identiteit. Ze gaf zelf in een televisie-uitzending van Zembla toe (overigens niet voor het eerst) een andere naam en geboortedatum te hebben opgegeven. Een leugen dus. En volgens minister Verdonk horen bij die leugen rechtstreekse consequenties. Er loopt een rechtstreekse lijn van de toen gemaakte fout naar onherroepelijk deze uitkomst. In het geval van het opgeven van valse personalia is er kennelijk iemand anders genaturaliseerd en wordt de Nederlandse nationaliteit geacht nooit te zijn verkregen. Daar zit geen enkele ruimte tussen, daar is niets aan te doen dan dat feit te constateren. Deze redenering is geen nieuwe uitvinding van de minister, het is de lijn die ook in andere gevallen is gevolgd. Vaak met dramatische gevolgen voor de betrokken gezinnen. Maar ja, regel is nu eenmaal regel, en deze fout leidt nu eenmaal altijd tot deze consequentie.

Dát de gevolgen juist ook in dit geval dramatisch zijn, daarover zijn vriend en vijand van Ayaan Hirsi Ali het eens. Haar al zo bedreigde en opgejaagde leven wordt op dit moment nog meer overhoop gegooid. Weer een stukje bestaanszekerheid ontnomen. En dat grijpt aan. Vooral het onherroepelijke, het rigide, het rechtlijnige van de mededeling die ze heeft gekregen: er is niets aan te veranderen en er valt niets tegen in te brengen. Wat je verder ook van deze zaak wilt vinden (want de vraag is of de minister met haar uitleg van de wet het formele gelijk niet meer aan haar kant heeft dan de Kamer die haar daarop zo hard aanvalt), het grijpt aan.

En in de kerk?
Bij het zien en horen van dit alles kwam bij mij de vraag boven: hoe doen wij dat eigenlijk in de kerk? Hoe gaan wij om met mensen die fouten gemaakt hebben, soms grote fouten, die gelogen hebben, zich misschien wel anders voorgedaan hebben dan wie ze werkelijk zijn? Net als bij politici kijkt ook bij fouten die er in de kerk gemaakt worden in zekere zin het hele land mee. Er wordt op ons christenen gelet.

Als eerste moeten we zeggen: ook bij ons hebben foute daden consequenties. Denk maar aan de verantwoordelijkheid die een kerkenraad heeft om opzicht en tucht te oefenen. In artikel 76 van onze kerkorde staat dat iemand die een openbare of ‘grove’ zonde gedaan heeft kerkelijk vermaand zal worden en van het avondmaal van de Here kan worden afgehouden. Iemand kan tijdelijk het gebruik van de voornaamste rechten van het lidmaatschap (deelnemen aan de sacramenten en stemrecht) ontnomen worden vanuit een waken voor de eer van God en het heil van de gemeente. En verhardt iemand ook na vele vermaningen in zijn zonde, dan zal een kerkenraad tenslotte gebruik moeten maken van een weg tot afsnijding van de gemeente (art. 77). Dat zijn zeker consequenties.

Herstel
Toch zijn in de kerk die consequenties altijd allereerst gericht op herstel van de fouten, op het terugbrengen van de verkeerde weg en op het ontvangen van vergeving door de verzoening van Christus. Dat merk je al lezend in de artikelen in de kerkorde over de kerkelijke tucht heel duidelijk. Het gaat erom dat iemand tekenen van boetvaardigheid gaat vertonen en tot inkeer komt. Daarop wijst bijvoorbeeld het voortgaan van de vermaningen in alle fases van de kerkelijke tucht. En de tijd die daarmee gemoeid is. Dr. H. Bouwman zegt in zijn oude uitleg van het gereformeerd kerkrecht: “Men arbeide liever een lange tijd, zo nodig jaaren, aan de behoudenis van een zondaar, dan hoogmoedig een afgedwaalde weg te stoten”. Vandaar ook dat artikel 76 spreekt over ‘verscheidene vermaningen’ en art. 77 zelfs over ‘talrijke vermaningen’. En dat in een geest van liefde. Liefde die aanhoudt en zoekt te behouden. Zelfs na de derde openbare bekendmaking dat iemand buiten de gemeente gesloten dreigt te worden, wordt de gemeente opgewekt voor de betrokkene te bidden en is er nog tijd en gelegenheid om tot bekering te komen.

En nog één belangrijk kenmerk: in de kerk is een consequentie nooit onherroepelijk, nooit definitief! Direct op de artikelen over de ban volgt in de kerkorde het artikel over de wederopneming in de gemeente (art. 78). Door de opstelling van dit artikel heeft de kerk duidelijk willen uitspreken, dat ook de maatregel van afsnijding een tuchtmaatregel is. Erop gericht om iemand terug te brengen op de weg van de Here. Hoe hopeloos het ook mag lijken, voor de kerk mag het nooit een voor altijd afgesneden zaak zijn. De kerk heeft de mogelijkheid tot terugkeer altijd open te houden. En dan is de kerkorde ook heel ruimhartig: vóór 2001 stond er in art. 78 dat een verzoening met de gemeente vóór de viering van het heilig avondmaal bekendgemaakt moet worden, ‘opdat iemand bij het eerstvolgende heilig avondmaal in het openbaar weer opgenomen kan worden in de gemeente’. Hij mag direct meevieren! En hoewel de formulering nu iets anders luidt, is de betekenis hetzelfde: geen koele ontvangst, maar het hart van de gemeente moet zich in liefde openen.

Steeds zal in spreken en handelen van de kerk moeten uitkomen: er is een weg terug, omdat er bij de Here een weg terug is. Wanneer God de berouwvolle zondaar aanneemt, moet ook de gemeente hem na belijdenis van schuld weer in haar midden ontvangen. De barmhartigheid van de Here is groot en Hij vergeeft om Christus’ wil. Daarom mag de kerk niet anders doen. Daarin mag de kerk ook een verkwikking zijn in onze harde maatschappij van vandaag. Onze maatschappij is doortrokken van het idee: fouten hebben consequenties. Steeds hoor je de vraag wanneer iemand ‘z’n verantwoordelijkheid neemt’ (dat wil zeggen: wanneer treedt hij af, kost het hem zijn kop?); dat is kennelijk het hoogste doel van de gerechtigheid van onze tijd. Heeft Ayaan gelogen? Geen paspoort! Maar net zo hard geldt tegelijk: Was Verdonk onzorgvuldig met haar brief? Opstappen! Zo mag het in de kerk niet zijn. Omdat de Koning van de kerk zo niet is.

Geen gevolgen?
Maar hebben gemaakte fouten in de kerk dan nooit echt consequenties? Zeker. In het geval van ambtsdragers zijn die gevolgen soms heel erg groot. In artikel 79 en 80 wordt gesproken over de censuur over ambtsdragers. En dan blijkt dat bepaalde zonden voor ambtsdragers regelrecht leiden tot een ontzetting uit hun ambt. De naam van God en van de gemeente wordt door deze zonden zozeer gesmaad dat degenen die zich hieraan schuldig maken niet meer als voorbeelden van de kudde kunnen dienen. Al kunnen zulke ambtsdragers na berouw leden van de gemeente blijven, als voorgangers van de gemeente kunnen ze op dat moment niet functioneren. En dat geeft ontzettend veel verdriet. Bij gemeenten die hiermee te maken krijgen, bij de ouderlingen en diakenen die hun ambt verliezen en bij predikanten en hun gezin voor wie de gevolgen (ook maatschappelijk gezien) nog veel groter zijn. We maken het verdriet ervan mee in onze kerken.

Toch is ook in deze gevallen de kerk altijd geboden elke situatie individueel te bekijken. Ik hoorde de voorzitter van de VVD-fractie vandaag zeggen: “natuurlijk moet er in een gelijke situatie gelijk gehandeld worden, maar wat ís een gelijke situatie?” Ook daarin mag de kerk zich onderscheiden, dat mensen niet als een ‘geval’ gelijk aan andere ‘gevallen’ behandeld worden, maar dat ieders persoonlijke omstandigheden in relatie tot de Heiland meegewogen worden.

En daarom laten de ‘kleine letters’ van de kerkorde zelfs in deze gevallen ruimte open voor een mogelijkheid tot herstel. Hoewel het niet in de tekst van de kerkorde zelf is opgenomen, werd al op de vroegste gereformeerde synode, die van Emden 1571, over dit onderwerp gesproken en voorzichtig in sommige gevallen een mogelijkheid tot herstel in het ambt opengelaten. Dit uitsluitend na gebleken boetvaardigheid en alleen wanneer er opnieuw een duidelijke roeping vanuit de gemeente zou komen. Dat geldt zowel voor ouderlingen en diakenen als voor uit hun ambt ontzette predikanten. Ook latere synoden raadden aan voorzichtig te zijn met betrekking tot een herstel in het ambt. Er moet duidelijk blijken dat dat herstel plaats kan vinden zonder schade voor de zaak van de Here, er moet een echte droefheid over de zonde zijn en iemand moet zich geruime tijd door een nederige en heilige manier van leven hebben onderscheiden. Maar het kan!

Gerechtigheid
Al deze noties mogen een plaats hebben wanneer we in de kerk omgaan met mensen die fouten maken, zodat we, ook naar het hele land dat meekijkt, mogen tonen dat wij een barmhartig en genadig God kennen, een God die lankmoedig is, groot van goedertierenheid en trouw, die ongerechtigheid vergeeft, maar die de schuldige zeker niet onschuldig houdt. Dat is de gerechtigheid waarover de Bijbel spreekt en iets daarvan zou je bij christenen toch moeten/mogen vinden?

Miranda Renkema
(drs. M. Renkema te Haarlem is theologe)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Over fouten en consequenties...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 2006

De Wekker | 16 Pagina's