Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hulpverlening bij huiselijk geweld (Veilig thuis? 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hulpverlening bij huiselijk geweld (Veilig thuis? 2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het stoppen van huiselijk geweld is mogelijk. Uit ervaring blijkt dat dit resultaat met een aantal hulpverleningsgesprekken kan worden behaald, als dader en slachtoffer daar beiden achter staan. In dit artikel willen we het belang van hulpverlening beschrijven. In het eerste artikel beschreven we de vormen en het ontstaan van huiselijk geweld.

Karel…
Karel is 14 jaar als u hem voor het eerst op catechese ontmoet. Karel ziet er mager en moe uit. Hij heeft doffe, verdrietige ogen. Als u hem na het catechese uur eens aanspreekt, zegt Karel dat hij snel naar huis moet om vakken te vullen. U houdt aan en komt te weten dat Karel thuis hard moet werken. ’s Ochtends voordat hij naar school gaat moet Karel vakken vullen in de supermarkt van zijn ouders en ’s avonds is dat opnieuw het geval. Karel vertelt dat het in de supermarktwereld de laatste tijd niet zo makkelijk gaat. Er is grote concurrentie. Vader en moeder werken beiden hard in de zaak, voor ontspanning is geen tijd. Gehoorzaamheid is voor Karel vanzelfsprekend. Toch wringt het bij hem. Maar als hij protesteert dreigt vader met het inhouden van zijn zakgeld van 15 euro per week. U merkt dat op Karel grote druk wordt gelegd. Met een jeugdweekend kan hij niet mee, omdat hij ook op zaterdag in de winkel moet helpen.

U vraagt zich af wat te doen. Is dit geweld achter de voordeur? Mag u de uitgeoefende morele druk, die tot allerlei klachten kan leiden, zo zien?

Wat zijn de gevolgen?
Kinderen zijn vaak betrokken bij huiselijk geweld. Als slachtoffer of als toeschouwer. Kinderen die opgroeien in een klimaat van huiselijk geweld hebben het niet gemakkelijk. Als er sprake is van geweld tussen de ouders, hebben ze de neiging om het gat dat er tussen de ouders valt te vullen. Door het trekken van (negatieve) aandacht of het proberen te voorkomen van conflicten. Soms worden kinderen ook bewust door de ouders in het conflict betrokken, waardoor het kind partij moet kiezen. Hierdoor wordt het kind met een geweldig loyaliteitsprobleem opgescheept. Verder kan het geweld zich uitbreiden naar de kinderen.
Kinderen kunnen te maken met allerlei vormen van lichamelijke en psychische ontwikkelingsachterstanden. Een kind kan zich terug gaan trekken uit de realiteit en in een fantasiewereld gaan leven. Op volwassen leeftijd is het kind meer vatbaar voor depressiviteit, agressie tegen zichzelf en anderen. Slachtoffers raken nogal eens hun vertrouwen kwijt in de ander en in zichzelf. Verder zijn er allerlei gevolgen te verwachten op het gebied van de geloofsbeleving. Daar gaat een derde artikel verder op in.

Welke hulp is er?
Het uitgangspunt bij hulpverlening is het stoppen van het geweld. Uit ervaring blijkt dat het stoppen van geweld in een betrekkelijk gering aantal hulpverleningsgesprekken bereikt kan worden als dader en slachtoffer daar ook achter staan. De geweldspiraal, zoals die in het eerdere artikel werd besproken, is daarbij meestal een uitgangspunt. Hierdoor krijgen daders en slachtoffers zicht op de manier waarop geweld ontstaat en zich herhaalt.
Als geweld doorgaat is het verlenen van hulp moeilijk. Er kan niet worden gewerkt aan herstel als er sprake is van een onveilige situatie. Dan is het nodig dat er (eventueel gedwongen) hulp wordt verleend aan de dader, voordat gewerkt kan worden aan herstel van de relatie. Soms is het voor de veiligheid van het slachtoffer (en ook toekijkende kinderen) niet mogelijk dat men bij elkaar blijft.
In veel gevallen is het echter mogelijk de cyclus van geweld te doorbreken. Uiteraard is dit nog maar een eerste stap. Het is van belang om dat goed in het oog te houden. Soms is er bij de omgeving, hulpverleners en niet in de laatste plaats bij daders en slachtoffers zoveel opluchting over het stoppen van het geweld dat een motief voor verdere hulp(verlening) ontbreekt. Dit is een valkuil.

Het is heel belangrijk om na te gaan waaruit het geweld is voortgekomen en hoe het geweld in de toekomst voorkomen kan worden. Aan de basis van geweld kan een (ernstig) verstoorde huwelijksrelatie liggen. Het kan zijn dat de dader een probleem heeft met het beheersen van zijn of haar impulsen. Er kan sprake zijn van ervaring met geweld in het verleden. Soms doortrekt geweld opeenvolgende generaties. Ook kan er sprake zijn van een psychiatrisch ziektebeeld waarbij men gemakkelijker komt tot geweld. In dergelijke gevallen is professionele hulp geboden.

Wat doet de hulpverlener?
Er zijn effectieve middelen ontwikkeld om het stoppen van geweld te bevorderen. Bijvoorbeeld de time-out methode waarbij wordt afgesproken dat als de spanning bij een echtpaar te hoog oploopt een van beiden een time-out kan vragen. Bijvoorbeeld als zij het gevoel heeft haar emoties niet meer te kunnen hanteren of als hij zijn handen bijna niet meer thuis kan houden. Beide partners kunnen dan een time-out aanvragen en moeten dat dan van elkaar respecteren. Men moet fysiek afstand van elkaar nemen waarbij de vrager van de time-out als eerste weggaat. Het gaat om het reduceren van de spanning waarbij beiden de opdracht hebben om na te denken over een constructief vervolg van bijvoorbeeld het gesprek dat de spanning opriep. De aanvrager van de time-out is verantwoordelijk voor herstel van het contact.
Deze methode wordt in de hulpverlening toegepast en lijkt eenvoudig. Om het echter goed toe te kunnen passen in de individuele situatie is deskundige hulp nodig. Belangrijkste voorwaarde is dat beide partners volledig achter de methode moeten staan.
Soms besluit een echtpaar om tijdelijk niet bij elkaar te wonen. Ook dan is van groot belang om vooraf goede en heldere afspraken te maken. Het liefst op papier. Daarbij kan bijvoorbeeld worden afgesproken in welke mate men contact houdt, hoe de financiën in deze periode zijn geregeld, hoe het gaat met het bezoek van eventuele kinderen, of er, als er contact is, ook seksueel contact kan zijn of juist niet. En niet in de laatste plaats: hoe lang de time-out gaat duren. Het is belangrijk dat partners deze afspraken beiden onderschrijven.
Als dergelijke afspraken niet worden gemaakt en nagekomen is de kans groot dat na de time-out de gedragspatronen op dezelfde wijze doorgaan als voor de afkoelingsperiode. Voor het pastoraat is het in dergelijke situaties wel zaak zich te laten coachen door een professionele hulpverlener, dan wel om de gemeenteleden door te verwijzen.

Signalen opgevangen, en dan?
Wat doet u in het geval van Karel? Spreekt u zijn vader aan, of steunt u Karel? Of zoekt u contact met…?

Voor de omgeving is het niet makkelijk om met de geschetste problemen om te gaan. Wat wel opvalt is dat vaak meerdere mensen op de hoogte blijken te zijn van het geweld in een gezin. Het is een hoge drempel voor de omgeving om het zwijgen te doorbreken. Toch is dat van het grootste belang. Dat kan op allerlei manieren. Soms door rechtstreeks mensen aan te spreken. Tijd en wijze is dan wel van belang. Slachtoffers en daders moeten betrokkenheid ervaren en geen veroordeling vooraf. Een belangrijke stelregel is om met mensen samen op te lopen ook, als ze het moeilijk blijken te hebben. En dat is zeker het geval bij lichamelijk en geestelijk geweld. Het is een taak om de ander naar vermogen te beschermen en te leiden. Als u in uw woning vaak ongewild getuige bent van schreeuwen en u ziet een man of een vrouw of kinderen in nood, met blauwe plekken, dan past het om iets te doen. Indien u daartoe zelf de mogelijkheid niet bezit is het altijd mogelijk om een melding te doen bij een Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Deze instelling onderneemt stappen als er voldoende aanwijzingen zijn voor geweld en werkt voor jongeren tot 18 jaar.
In veel gemeenten werkt de politie samen met het maatschappelijk werk. Ook bij de politie kunt u een melding doen, daarbij geldt geen leeftijdsgrens. Ook de school en de huisarts zijn in beginsel belangrijke instituten voor de signalering van huiselijk geweld.
Mocht u zelf te maken hebben met huiselijk geweld in uw omgeving of zelf dader of slachtoffer zijn dan kunt u zich ook voor hulp melden bijvoorbeeld bij een organisatie als Eleos. U kunt ook informatie over hulpverleningsmogelijkheden vinden op www.adviesbij huiselijkgeweld.nl

Harrie Fokkens en Antonie van Schothorst
(Harrie Fokkens werkt 12 jaar bij Eleos als psychotherapeut en is lid van de CGK te Zwolle. Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, dan kunt hem bereiken via nr. 038-4230300 (Eleos, vestiging Zwolle). Antonie van Schothorst is lid van de CGK te Utrecht-West en is huisarts in opleiding.)

Roel Timmerman schrijft in zijn boek ‘Wat huiselijk geweld met je doet’ (Boekencentrum, Zoetermeer) meer over dit onderwerp.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Hulpverlening bij huiselijk geweld (Veilig thuis? 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 2006

De Wekker | 16 Pagina's