Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doodstraf Saddam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doodstraf Saddam

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vonnis tegen Saddam Hoessein doet ons opnieuw nadenken over de doodstraf. Is de doodstraf te legitimeren? De meningen zijn verdeeld, ook onder christenen.

Is het werkelijk onbeschaafd om in bepaalde situaties, bij ernstige levensdelicten, de doodstraf op te leggen? In grote delen van de “beschaafde” wereld is de doodstraf afgeschaft. Ook in Nederland wordt deze straf niet meer toegepast. In de Verenigde Staten is het opleggen van de doodstraf wel een mogelijkheid en ook praktijk. Maar een aantal gerechtelijke dwalingen doet vraagtekens zetten bij de toegepaste praktijk. Want de doodstraf moet een uitvloeisel zijn van rechtsspraak zonder dwaling.

Tegen
Verreweg de meeste mensen zijn tegen de doodstraf als zodanig. En dat standpunt is te begrijpen. Doodstraf is wreed. Men kan een doodstraf op een dusdanige wijze uitvoeren dat de delinquent er weinig van merkt. Het neemt niet weg dat diens leven wordt beëindigd.
Een van de belangrijkste argumenten tegen de doodstraf is de onherroepelijkheid van de straf in combinatie met de feilbaarheid van rechters. Een doodstraf zonder onschuldigen, die worden veroordeeld, bestaat niet, zegt men. En dit argument kan niet zomaar terzijde worden geschoven. Een argument is ook dat de doodstraf een betrekkelijk “gemakkelijk” ontkomen is aan boetedoening. Een levenslange opsluiting zou meer boetedoening inhouden dan een doodvonnis. Daarbij is vanuit christelijke kring een gedachte dat aan iemand die de doodstraf ondergaat, de mogelijkheid van bekering en een nieuwe kans wordt onthouden.

De eerste reactie van onze minister-president Balkenende op het vonnis tegen Saddam Hoessein was een wat dubbele. Hij vond dat het vonnis paste bij het schrikbewind van Saddam. En de honderdduizenden doden die onder dit schrikbewind vielen mogen niet vergeten worden. Tegelijk wees premier Balkenende erop dat Nederland tegen de doodstraf is en dat die eigenlijk niet hoort. Deze reactie is te begrijpen. Maar ze blijft wel merkwaardig. Ben je tegen de doodstraf dan ben je ook tegen het doodvonnis tegen Saddam. Uiteraard greep de oppositie deze uitspraak van de ministerpresident aan om verontwaardigde woorden te uiten. Maar we leven vlak voor de verkiezingen. Het is me vaker opgevallen dat er mensen zijn die wel de dictatuur van Saddam Hoessein afkeuren – uiteraard – maar er moeilijk toe te bewegen zijn om de volle ernst en omvang daarvan tot zich te laten doordringen en er een gepaste uitspraak over te doen. Tegenover dictatuur en de gevolgen ervan moet je nooit tweeslachtig doen. Hetzelfde speelt bijvoorbeeld ook in onze houding tegenover het regime in Noord- Korea.

Bijbelse grond?
Voor christenen is het de vraag of de doodstraf van een bijbelse grond kan worden voorzien. Die vraag is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Zelfs christelijke ethici, die de Bijbel als gezaghebbend Woord van God aanvaarden, denken hierover niet eensluidend. De vraag is: hoe lees je teksten en hoe interpreteer je die? Hoe pas je die toe? Twee kernteksten zijn te noemen: Genesis 9: 6: “Wie des mensen bloed vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden, want naar het beeld Gods heeft Hij de mens geschapen”. Ook na de zondeval blijft de mens beeld van God genoemd worden. Wie een medemens, naar Gods beeld geschapen, doodt, verspeelt het recht om zelf als beeld van God verder te leven. Deze tekst kan een grond voor de doodstraf genoemd worden.
In Romeinen 13 schrijft Paulus over de overheid en de (zwaard)macht die aan haar is toevertrouwd. Die macht is door God aan de overheid gegeven. De overheid draagt als dienares van God het zwaard niet tevergeefs. Stellig heeft de zwaardmacht van de overheid een preventieve functie. Ze dient ter voorkoming van moord en doodslag en allerlei ongebondenheid en chaos. Maar Romeinen 13 zegt meer! De overheid met haar macht van het zwaard staat in dienst van God als toornende wreekster voor hem, die kwaad bedrijft. Ook uit deze tekst is niet rechtstreeks af te lezen dat de overheid dan de doodstraf mag of zelfs moet toepassen. Maar uitgesloten wordt hier de doodstraf allerminst! In combinatie met de tekst uit Genesis 6 pleit er werkelijk veel voor om te zeggen dat aan de overheid ook het recht is gegeven om in bijzondere gevallen een doodvonnis uit te spreken en uit te voeren. Dit is een principiële uitspraak die terug te herleiden is tot in het recht van God, tot in de uitoefening van gerechtigheid door God Zelf door middel van de overheid. Maar wanneer we deze principiële uitspraak gaan toepassen op een weerbarstige en complexe werkelijkheid en praktijk blijkt dat de uitspraak niet een op een is toe te passen. Vandaar dat men zich de grote voorzichtigheid in veel landen bij het thema van de doodstraf goed kan indenken. Maar die voorzichtigheid bij het opleggen van een doodvonnis en zelfs de afkeer van de doodstraf haalt mijns inziens de principiële uitspraak niet onderuit. Maar mensen die zich verder weinig of niets aan de Bijbel gelegen laten liggen, zullen van deze bewering niet onder de indruk zijn.

Toch moet erop gewezen blijven worden dat het doodslaan en moorden zeer ernstige misdrijven zijn. Dit lijkt het openzetten van een al open staande deur, maar in de discussie rondom de doodstraf gevoelt men nogal eens dat men dit aspect al of niet bewust laat ondersneeuwen. En dat doet de Bijbel niet.

Visie op de overheid
De visie op de overheid is dus van belang bij dit thema. Heeft de overheid een hogere macht dan alleen de macht die mensen aan haar toekennen? De zwaardmacht van de overheid mag dus ook betrokken worden op het zwaard dat aan de scherprechter in handen gegeven wordt. Prof. Velema schreef in 1978 – in zijn boek “Rechtvaardiging van de straf” – dat centraal is de vraag of iemand het recht op verder leven verspeeld kan hebben. Men kan zich nauwelijks een zwaarder vergrijp tegen de rechtsorde denken dan wanneer een mens zijn medemens het leven beneemt. Het is onjuist om een voor herinvoering van de doodstraf te pleiten met een beroep op de toename van het aantal moorden. De grond voor de doodstraf ligt in de overtreding die begaan is. De doodstraf betekent dat men het recht op verder leven heeft verspeeld. In het doodvonnis wordt dat aan de misdadiger ontzegd. Hij schrijft verder (a.w. blz. 131): “Het is geen kwestie van beschaving dat men de doodstraf achter zich laat. Het zal eerder een zaak zijn van een ander rechtsbestel, en een andere visie op wezen en functie van de straf, wanneer men handhaving van de afschaffing van de doodstraf bepleit. Wie de doodstraf als onbeschaafd afschildert moet bedenken dat het in de doodstraf niet maar om beschaving gaat, doch om recht en gerechtigheid”. Het strafrecht is er niet enkel om nuttig te zijn. Het is er veeleer om gerechtigheid te oefenen. Van het oefenen van gerechtigheid kan nooit een verruwende werking uitgaan.

We hebben bij de doodstraf dus te maken met een moeilijke materie. Kan een straf een bepaalde misdaad boeten? Het element van vergelding mag niet uit een straf worden weggehaald. Straf is ook vergelding voor bedreven kwaad en aangedaan onrecht. Straf is meer dan een maatschappelijke regel tot heropvoeding. Er zit ook de confrontatie in met wat men gedaan heeft. De overheid is niet bij machte om het geweten en het hart te openen. De overheid kan niet tot inkeer en berouw brengen. Dat kan alleen God. Aan de macht van de overheid zijn grenzen gesteld. God opent de gewetens. Dat zal stellig gebeuren in Zijn vonnis over de mens. In het eindoordeel zullen ook de gewetens van mensen geopend worden en ze zullen door die opening van de gewetens niets kunnen inbrengen tegen het volstrekt rechtvaardige oordeel.

Zonde maakt een mens schuldig. Zelfs schuldig aan de dood. Daarover zal God rechtspreken. Voor gelovigen is het een troost dat dit oordeel gelegd is in de handen van de Here Jezus Christus. Hij heeft onze straf op Zich genomen. Dit Evangelie mag en moet aan doodslagers en moordenaars worden voorgehouden. Het geldt zelfs voor Saddam Hoessein en zijn aanhang. Maar het hart en geweten kunnen zo verhard zijn dat het Evangelie erop afstuit.

Wereld en hart strijdtoneel
Hoe het met Saddam zal eindigen, is nu nog niet te zeggen. Zijn einde lijkt nabij. Dat dit gevoelens van onbehagen en onbegrip oplevert bij bevolkingsgroepen in Irak, die ook zwaar geleden hebben en waarvoor Saddam niet ter verantwoording is geroepen, is te begrijpen. Deze wereld zal altijd een strijdtoneel zijn. Dit is geen politieke uitspraak maar een uitspraak die voortkomt uit de geestelijke strijd die woedt om en in deze wereld. Wij hebben allen de roeping om ernstig en aanhoudend tegen het kwaad te strijden. Dat begint in de eigen levenskring. Het begint in eigen hart. Politiek is noodzakelijk. Zonder politiek gaat het niet. De visie op deze wereld is van belang bij de politiek. Laten we allen onze ‘smaak’ voor recht en gerechtigheid, met barmhartigheid en mensenliefde, blijven ontwikkelen door een persoonlijke en gezamenlijke omgang met het Woord van God.

J. Jonkman
(ds. J. Jonkman is predikant te Drachten)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Doodstraf Saddam

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 2006

De Wekker | 16 Pagina's