Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De weg naar een sterker verlangen naar de wederkomst (De wederkomst van Jezus in onze geloofsbeleving 3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De weg naar een sterker verlangen naar de wederkomst (De wederkomst van Jezus in onze geloofsbeleving 3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe zal het gebed om en het verlangen naar de wederkomst van Jezus Christus een grotere plaats krijgen in onze geloofsbeleving?

Laat ik beginnen met: ons erover schamen dat we er niet genoeg mee bezig zijn. Deze schaamte noem ik een gestalte van het afsterven van de oude mens (antw. 89 van de Catechismus). We zullen tot een positieve houding tegenover Jezus’ komst niet komen, als we de schuld over het gebrek aan verwachting niet (leren) kennen. Het tekort aan verwachting en dus aan het bezig zijn met Jezus’ komst moet ons op het hart gebonden worden. De schuld daardoor moet diep uit ons hart komen. We zullen dat persoonlijk en gemeenschappelijk moeten belijden.

Ik kan me voorstellen dat een lezer liever aan bovenstaande passage voorbijgaat. Misschien zegt hij of zij wel: wat moet ik daarmee? Toch zal onze houding niet veranderen, als we de schuld over het gebrek aan verwachting niet helder gaan inzien, als we haar niet in ons gebed bij God brengen.

Wie de afwezigheid van de verwachting als een schuldig tekort gaat zien, zal ervaren dat er heel wat loskomt. Alles wat in het vorige artikel aan de orde kwam wordt ons dan op het hart gebonden. We moeten er doorheen. Wellicht is het nog beter te zeggen: we moeten er onder door.
Ik zou me kunnen voorstellen dat een predikant dit ook als een schuldig tekort in een preek aan de orde stelt. Ik schrijf dit artikel ook om predikanten op dit punt aan te sporen. Of anders gezegd: om hun een handreiking te bieden. Het zou goed zijn om bij het vak homiletiek (preekkunde) hier speciale aandacht aan te geven. Maar alles heeft zijn door God bestemde tijd. Daar krijg je vrede mee, vooral in het licht van de verwachting van Jezus’ komst.

De Bijbel onder dit gezichtspunt lezen
Uit het zojuist gezegde vloeit direct voort dat, na de erkenning van tekort aan (s)preken over de verwachting, het bezig zijn met de Bijbel een eerste vereiste is, vooral met het Nieuwe Testament. In het Oude Testament staat deze verwachting wat meer op de achtergrond, al komen wel haar wel tegen bij de profeten. Advent eindigt niet met de geboorte van Jezus Christus. Advent eindigt met de wederkomst van Jezus Christus, zo formuleer ik het graag in de adventstijd. Dat is de rode draad van Gods verlossingsplan, van uit Genesis 3 tot Openbaring 22.
Wie het zo ziet zal zeggen: het gaat niet maar om een aantal teksten waarin Jezus’ komst wordt voorzegd. Die teksten moeten natuurlijk wel gelezen en bepreekt worden. Het gaat echter om Gods handelen tot verlossing. Naarmate dat plan in zijn onderdelen gekend wordt zal het eindpunt ook meer aandacht krijgen. Het is adembenemend om adventsteksten bij de profeten te lezen. Sommige lezers leerden ze uit hun hoofd om deze op het Kerstfeest voor ouderen en ouders te kunnen opzeggen. Het is echter nog aangrijpender en indrukwekkender om de vervulling van die tekst in historische situaties na te gaan tot op de wederkomst van Jezus Christus.

De geest als onderpand
De lezer begrijpt: het gaat mij niet maar om een aantal teksten. Het gaat me er om wat God in en met de wereld doet van stap tot stap te volgen. En dan in de volle zekerheid dat het einde goed en groots zal zijn.
Wat volbracht heet op Golgotha wordt voltooid op de jongste dag van de wereldgeschiedenis. Liever nog zeg ik: van Gods heilsgeschiedenis.

Dus de Schrift moet voor ons opengedaan worden en daardoor opengaan in haar volle lengte en breedte.
Dan gaat het niet alleen om verzoening, en (vervolgens) ook niet alleen om de gaven van de Geest. Het is goed dat daarvoor (in onderlinge samenhang van beiden) aandacht komt. Dan gaat het ook om de voltooiing.

De Geest wordt in 2 Korinthiërs 1: 22 het onderpand van de verlossing genoemd. Zie ook 5: 5 en Efeziërs 1: 14. Dat wil zeggen dat de Geest zelf nog niet het voltooide heil is; al is Hij er wel deel van en ook de garantie van de voltooiing. Vandaar de term onderpand.
Toch is de Geest in het licht van de te verwachten volkomen verlossing, nog maar een onderdeel, een voorsmaak, waarin tegelijk de zekerheid van Gods kant ligt opgesloten, dat het volle heil ons deel zal worden, even zeker en vast als we nu de Geest hebben ontvangen.

Als dit in de prediking, in onderlinge gesprekken en in persoonlijke beleving wordt uitgewerkt, kan het verlangen naar, het zuchten en het bidden om Christus’ komst niet uitblijven
Vanuit dit verlangen worden we bepaald bij onze geestelijke gemakzucht en bij onze lauwheid.
Samengevat: bij onze aardsgezindheid.
Ik noemde dit in het vorige artikel ook al. Het komt opnieuw aan de orde, als in een terugblik. Vanuit het gewekte verlangen naar en het gebed om de wederkomst ga je de schuld in en het gebrek er aan zien. Je wordt er vanuit de toekomstverwachting nog eens doorheen geleid. Tot onze diepe beschaming.

Onlangs trof het mij in het bijzonder hoe Paulus over het nieuwe leven schrijft in Kolossenzen 3: 5-17. Daaraan vooraf gaat in Kolossenzen 3: 1-4 “Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen die boven zijn…”. Het nieuwe leven, zoals beschreven in vs. 5-17 is mede de invulling van de dingen die boven zijn.
In vers 3 en 4 komt het geheim van dat leven in de dingen die boven zijn aan de orde. Namelijk “…gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt die ons leven is, zult ook gij met hem verschijnen in heerlijkheid.” Hier staat ons aardse christenleven in het perspectief van zijn komst.
Wie zo bezig is, kan zich niet onttrekken aan de verwachting van het einde. Hij of zij wordt meegenomen in de vaart van Gods verlossingsgeschiedenis op weg naar het einde.
Dit hoofdstuk (3: 1-17) zou ik eigenlijk de doorleefde praktijk willen noemen van wat in deze drie artikelen aan orde is geweest.
Gij zult met Hem verschijnen in heerlijkheid via een leven van het bedenken van de dingen die boven zijn.
Het gaat dus om het zicht op de volle Christus: vernederd, verheerlijkt ook door de gaven van de Geest. En dan tenslotte zijn werk voltooiend en voltooid. Dan mogen we delen in de volkomen overwinning en vernieuwing.

Het gebed
Deze geloofsbeleving kan niet zonder het gebed. Hoe vuriger en inniger ons gebed is, hoe dichter wij zijn bij: Hij komt.
Het gaat in dit artikel om de volheid van het werk van Christus tot en met de voltooiing ervan. Dus om de volle en volkomen Christus.
Wie daar zicht op krijgt in onze gebroken, ontkerkelijkte en geterroriseerde wereld bidt: kom Heere Jezus; die bidt voor de voltooiing van het volbrachte werk.

Drie stappen noemde ik in de oprechte beleving van het verlangen naar zijn wederkomst: schuld belijden over het gebrek aan verlangen naar Hem; met de Bijbel bezig zijn om de spanning tussen wat nu van ons word gevraagd en wat komt, gelovig aan te kunnen. En: de toekomstverwachting niet verliezen ten gunste van ons bezig zijn op aarde.
En de roeping hier beneden niet onvervuld te laten ten gunste van het verlangen naar zijn komst.
Wie die spanning geestelijk niet verstaat zou met een moderne uitdrukking kunnen spreken van een spagaat.

Wij gebruiken het woord spanning tussen nu en straks. Deze spanning staat onder de boog van de belofte: Ik kom spoedig. En van ons gebed: kom, Heere Jezus.
Maranatha!

Dr. W.H. Velema
(Prof. dr. W.H. Velema is emeritushoogleraar aan de TUA in Apeldoorn.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2006

De Wekker | 16 Pagina's

De weg naar een sterker verlangen naar de wederkomst (De wederkomst van Jezus in onze geloofsbeleving 3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2006

De Wekker | 16 Pagina's