Dicht bij Dordt…

Bijna moesten we onverrichter zake terugkeren. Toen de preses de lastbrieven wilde onderzoeken, bleken ze onvindbaar te zijn! Maar goed, in het Dordtse kennen we elkaar, en vol goede moed is de vergadering met aller goedvinden begonnen. Dit gebeurde nadat ds. W.W. Nijdam als consulent van de roepende kerk ’s-Gravendeel, de vergadering had geopend.

Opening
Hij doet dat door de Schriften te lezen uit Handelingen 15: 22-41. Hij trekt hieruit drie lessen. Een kerkelijke vergadering kan een plaatselijke gemeente van dienst zijn in sommige kwesties. Als de kerkelijke vergadering in gelovige afhankelijkheid van de Heilige Geest het werk mag doen, is het werk van belang voor het Koninkrijk van God. Ten derde spreekt dit gedeelte over verwijdering tussen Paulus en Barnabas. Dit kan ook onder broeders voorkomen, maar in de kernzaken moeten we elkaar vasthouden.
Nadat ds. Nijdam enkele kerkelijke zaken heeft genoemd, gaat hij voor in gebed. Het moderamen bestaat uit ds. W.W. Nijdam preses, ds. A. v.d. Zwan scriba en ds. J.P. Boiten assessor. Uit het onderzoek van de lastbrieven, die gered werden van de versnipperaar, blijkt dat de vergadering wettig is.

Bij de vaststelling van de agenda ontspint zich een discussie over de vergaderplaats. De classis is nu gastvrij in hun kerk ontvangen door de gemeente van ’s-Gravendeel. Maar was niet afgesproken om bij een peremptoir examen, niet te vergaderen in de plaats van de gemeente waar de kandidaat is beroepen? Dit is inderdaad het geval, maar vanwege verbouwing van de kerk in Dordrecht is nu deze oplossing gevonden. In het vervolg zal de classis zich wat dit betreft houden aan haar eigen besluit.

Niet ver genoeg
Nadat de notulen van de vorige vergadering zijn vastgesteld en enkele ingekomen stukken zijn behandeld, stelt de preses aan de orde het rapport van de commissie “CGK/NGK te Gorinchem”. Deze commissie werd op de voorjaarsvergadering benoemd met als opdracht om te onderzoeken of de samensprekingen tussen de CGK en de NGK te Gorinchem ten tijde van de synode van 1998 ‘vergevorderd’ waren. De commissie heeft uitgebreid onderzoek verricht en daarbij o.a. betrokken de vermeldingen over samenwerken in de verslagen gedurende de vergaderingen van de classis in de afgelopen jaren. Ook zijn opmerkingen weergegeven vanuit het rapport dat de CGK Gorinchem over de samensprekingen had ingediend op de voorjaarsclassis. Op grond van verschillende feiten adviseert de commissie de classis om te besluiten dat de samensprekingen tussen de CGK en NGK te Gorinchem ten tijde van de GS van 1998 niet in een vergevorderd stadium waren.

Omdat de preses deel uitmaakt van de commissie, leidt de assessor de bespreking van dit rapport. Opgemerkt wordt dat de commissie geen opdracht had om een voorstel te formuleren. De commissie vindt het goed dat dit gewijzigd wordt in een constatering.
In de bespreking komt naar voren dat Gorinchem in die tijd al een sterke verbondenheid met de NGK heeft gevoeld en moet dit dan niet meewegen in de besluitvorming? Ook wordt gevraagd of de classis toen wel voldoende besefte hoe de samensprekingen destijds al in Gorinchem werden beleefd. Anderzijds wordt opgemerkt dat deze zaken ook al op de voorjaarsclassis aan de orde waren en dat toen deze commissie is ingesteld.
Als de voorzitter aan de vergadering de vraag voorlegt of de classis de constatering van de commissie overneemt, blijkt dat met algemene stemmen het geval te zijn. De commissie wordt dank gezegd en ontbonden.

Ds. Nijdam neemt de leiding van de vergadering weer op zich en stelt dat de vergadering gezien de genomen beslissing, nu niet anders kan besluiten dan dat het verzoek van Gorinchem is afgewezen.
Verschillende gedachten worden vanuit de vergadering naar voren gebracht. Het moderamen dient een voorstel in dat de overgenomen constatering geen opening biedt om de inhoudelijke bespreking van het verzoek van Gorinchem tot nauwer samenleven met de NGK, te beginnen.
Omdat meerderen zich hierop nader willen bezinnen, wordt de bespreking opgeschort tot de voortgezette vergadering op 7 november.

Verblijdend examen
’s Avonds vindt in de kerk van ’s-Gravendeel het peremptoir examen van kand. C.H. Legemaate plaats. Een viertal deputaten naar art. 49 KO zijn aanwezig, alsmede familieleden en belangstellenden. Kandidaat Legemaate houdt een preekvoorstel over Hand. 4: 12 met als thema: Jezus, de enige Naam tot redding. Daarna volgen de examens in Oude en Nieuwe Testament, de kennis van de geloofsleer, de bekwaamheid om het Woord van God te bedienen, en het inzicht in de kerkorde. Het examen verloopt gunstig, de kandidaat gaat goed op de gestelde vragen in.

In comité vindt een persoonlijk gesprek met br. Legemaate plaats. Ook de deliberatie en de stemming gebeuren achter gesloten deuren. Vervolgens kan worden meegedeeld dat kand. Legemaate door de classis is toegelaten als predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken. De lastbrief wordt nog net op dezelfde dag uitgereikt, anders had er in verband met de datum een nieuw exemplaar moeten worden gemaakt. Br. Legemaate ondertekent het verbindingsformulier voor dienaren des Woords.
Ds. Van Pelt spreekt hem toe namens deputaten art. 49 KO. N.a.v. het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw wijst hij op het putten van het levende water uit de Levensbron Christus.
Er is blijdschap en dankbaarheid over dit examen en het resultaat daarvan. We zingen Psalm 119: 9 en 53 waarna de voorzitter voorgaat in dankgebed en de vergadering provisorisch sluit.

J.P. Boiten
(Ds. J.P. Boiten is predikant van Sliedrecht-Bethel.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen