Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De grote opdracht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De grote opdracht

Ds. Hilbers nieuwe zendingsconsulent binnen de CGK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds september 2006 is ds. Arjan Hilbers zendingsconsulent voor de Chr. Geref. Kerken. Hij is daarmee de opvolger van de voorzitter, ds. J. van Mulligen, én de algemeen secretaris, ds. H. Last. Hilbers was ruim 11 jaar predikant in de gemeente van Zwolle. "Als zendingsconsulent wil ik proberen beschikbaar te zijn voor ieder die iets wil weten over ons zendingswerk. Als het maar even kan vertel ik over het werk: in de zondagse diensten, in doordeweekse presentaties maar ook door middel van post, e-mail of telefoon."

Ds. Hilbers is in zijn nieuwe functie als zendingsconsulent verantwoordelijk voor het binnen- en buitenlandse werk dat de zending met zich meebrengt. De zendingsconsulent voert het beleid van de deputaten buitenlandse zending uit. Het binnenlandse werk bestaat onder meer uit kantoorwerk dat gedaan wordt in Veenendaal op het dienstenbureau en het leggen van contacten met de kerken. Hilbers prijst zichzelf gelukkig dat hij er niet alleen voorstaat. “Ik ben omringd door een behoorlijke groep medewerkers die allemaal van de hoed en de rand weten.”
Behalve het kantoorwerk zijn er de contacten met aanverwante en zusterorganisaties. Het buitenlandse werk bestaat uit contacten met de zendingswerkers en zusterkerken. In de zending wordt intensief samengewerkt met mensen overal in de wereld. “Het is van groot belang hen te kennen en met hen te overleggen. In Nederland hebben we als het om zending gaat goede contacten met de GKv, de NGK, de Geref. Gemeenten en de Gereformeerde Zendingsbond, die opereert binnen de PKN. Als we het hebben over buitenlandse zusterkerken, dan denken we in de eerste plaats aan de kerken die mede vanuit ons zendingswerk zijn ontstaan: in Indonesië, Venda en KwaNdebele (Zuid-Afrika). Er zijn ook veel kerken waarmee we in de diverse zendingslanden samenwerken en die ons plaatselijk aan allerlei contacten helpen. Het is een compleet netwerk.”

Was het een moeilijke keuze tussen gemeentepredikant en zendingsconsulent?
“Formeel ben ik predikant van Zwolle gebleven, maar ik ben door mijn gemeente afgestaan voor het zendingswerk. Toen ik in Zwolle bekendmaakte naar zending te gaan, zeiden de gemeenteleden dat ze dat in de loop van de jaren al wel hadden zien aankomen. Ik hoop altijd te blijven voorgaan in zondagse diensten. Vanaf januari 2007 in het hele land. Als het werk van zendingsconsulent betekende dat ik niet meer zou mogen voorgaan in de zondagse diensten, had ik er niet over gedacht om dit zendingswerk te gaan doen. De verkondiging van het Evangelie is mijn lust en mijn leven! Nu mag ik het combineren. In de zondagse diensten mag ik gemeentes overal in het land de grote opdracht van de Here Jezus Christus voorhouden. Dat gebeurt op de kansel bij de open Bijbel, maar ook eronder wanneer ik iets van het werk dat gedaan wordt mag laten zien. Juist daarom heb ik gesolliciteerd naar het werk van zendingsconsulent.”

Betrokkenheid
Bent u al lang bij de zending betrokken?
“De particuliere synode van het Noorden benoemde mij in 1989 in het zendingsdeputaatschap. Dit bleef ik tot ik in 2001 een benoeming kreeg van de Generale Synode in het moderamen van de zending. In 1991 maakte ik samen met drs. W. van Heest – destijds voorzitter van deputaten zending – mijn eerste reis naar KwaNdebele in Zuid-Afrika. In de loop van de jaren zijn daarop ongeveer twintig reizen gevolgd. Vier daarvan maakte ik samen met jongeren uit Zwolle om in KwaNdebele en Venda te bouwen aan projecten. Al met al ben ik dus al zeventien jaar bij het zendingswerk betrokken.”

U bent altijd gemeentepredikant geweest? Wilde u zelf nooit in de zending?
“In mijn jonge jaren heb ik wel eens nagedacht of ik zelf de zending in wilde. Er waren echter persoonlijke omstandigheden die mij daarvan weerhielden. Bovendien heb ik altijd met hart en ziel het werk in de gemeente en in de kerken gedaan, waaronder het zendingswerk.”

Wilt u eens een paar ervaringen noemen?
“Vele jaren waren mijn reizen voornamelijk werkbezoeken aan KwaNdebele. Dit kwam mede doordat ik na verloop van tijd voorzitter werd van de KwaNdebele-commissie binnen het deputaatschap. Dit betekende dat vrijwel alle bezoeken die aan het gebied gebracht moesten worden voor mijn rekening kwamen. Tijdens werkbezoeken probeer je inzicht te krijgen in het werk dat in een zendingsgebied gedaan wordt. Je bezoekt de werkers, gaat met hen mee het veld in, bekijkt en bespreekt plannen en projecten. Je spreekt met mensen met wie op lokaal niveau samengewerkt wordt. En je probeert zoveel mogelijk contact te leggen met de plaatselijke bevolking. Trouwens, de werkvakanties met jongeren uit Zwolle waren hiervoor een belangrijke bijdrage. We logeerden dan bijna drie weken bij gemeenteleden. Dat waren unieke gelegenheden om mensen te leren kennen! In september van dit jaar bracht ik samen met mijn voorganger ds. Last een bezoek aan ons zendingsterrein in Botswana. Er zullen in de komende jaren nog wel meer bezoeken volgen …”

Marktaandeel
Zijn er veranderingen ten opzichte van vroeger?
“Er zijn zeker veranderingen ten opzichte van het verleden. Wij komen er als zendingsorganisatie achter dat we steeds meer moeten ‘concurreren’ met andere goede doelen die de kerkleden onder de aandacht gebracht worden. Was het vroeger vanzelfsprekend om bij het woord zending te denken aan de dominees Geleijnse en Bikker – onze eerste zendelingen –, tegenwoordig is dat niet meer het geval. Je kunt het zo zeggen: vroeger spraken we van de school en de zending. De meeste christelijke gereformeerden wisten dan probleemloos bijbehorende namen en plaatsen te produceren. Die tijd is voorbij. De band met en de kennis van het eigen kerkverband wordt nu eenmaal steeds minder. Daar komt bij, dat we in zekere zin in de kerken voor wat betreft het geven aan goede doelen marktwerking hebben toegelaten. Kijk maar eens naar al die acties en collectes die in kerken voor allerlei doelen gehouden worden zonder dat er enig verband is met een deputaatschap van onze kerken. Zwaartepunt in mijn werk zal voorlopig zijn voor zending weer een belangrijk marktaandeel in onze eigen kerken te behalen.”

Zendingsbewustzijn
Wat denkt u van het zendingsbewustzijn van gemeenteleden binnen de CGK? Leeft de zending volgens u voldoende onder kerkmensen?
“Ik ben er vaak verbaasd over hoeveel mensen zich betrokken weten bij allerlei werk dat voor de verkondiging van het Evangelie wordt gedaan. Ik kijk naar de gemeente in Zwolle, die ik onlangs verlaten heb. Door de 2600 leden worden geweldig veel activiteiten gesteund die allemaal beogen de boodschap van de Here Jezus in woord en daad uit te dragen. Er zijn allerlei organisaties waarmee dan goed samengewerkt kan worden. Maar tegelijk trekken al die activiteiten de aandacht voor het eigen werk en de eigen werkers nog wel eens weg. Anders gezegd: oog en oor voor de zendingsopdracht is er zeker, maar de aandacht voor datgene waarvoor wij samen verantwoordelijkheid dragen kon beter. Overigens moet je als organisatie dan altijd eerst de hand in eigen boezem steken: hebben we voldoende aandacht gevraagd? Er zijn zóveel communicatiemiddelen, vandaag de dag. Gebruiken we die voldoende?”

Hoe wilt u dit zendingsbewustzijn stimuleren?
“We gaan als zendingsdeputaten op zoek naar nieuwe mogelijkheden om de leden van onze kerken zo persoonlijk mogelijk te benaderen. Dit betekent dat ik als zendingsconsulent wil proberen beschikbaar te zijn voor ieder die iets wil weten over ons zendingswerk. Als het maar even kan vertel ik over het werk, waar ik maar de gelegenheid krijg. Tegelijk wil ik graag proberen mensen zelf actief te laten worden. Daarom zijn we in Veenendaal begonnen het zendingswerk op te delen in kleinere projecten die door mensen voor hun rekening genomen kunnen worden. Mijn ideaal zou zijn dat iedere gemeente in Nederland haar verantwoordelijkheid neemt voor een stukje zendingswerk. En dan ook precies weet wat er met het opgebrachte geld gebeurt. Er wordt dan een bepaald doel of een bepaald project door een gemeente uitgekozen en daar gáán de gemeenteleden voor. Wij in Veenendaal zorgen voor alle nodige informatie en voor contacten met mensen ter plaatse. Zo gaat zendingswerk bij de mensen leven!”

Aanpakken
Wat is de plaats van CGK in het zendingswerk
“Als we bij de uitdrukking het zendingswerk denken aan de opdracht die de Here Jezus heeft gegeven, die dus nu al ongeveer 2000 jaar geldt, dan is de plaats van onze kerken in het werk uiterst bescheiden. Maar het mooie is, dat wij ons daarover helemaal niet druk hoeven te maken. Wat onze Heiland van ons vraagt is dat we het werk aanpakken in de wetenschap dat Hij door zijn Heilige Geest het éigenlijke werk doet. Daarvan zien we telkens weer de bewijzen op de zendingsvelden.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 2007

De Wekker | 16 Pagina's

De grote opdracht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 2007

De Wekker | 16 Pagina's