Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zacharia 2: 1-5 (Zacharia 5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zacharia 2: 1-5 (Zacharia 5)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerk is op zn retour, althans in onze waarneming. Velen haken af, gemeenten dunnen uit, kerkgebouwen worden gesloopt of verkocht. Is het einde van de kerk in zicht? Als het van mensen afhangt, ja. Maar het hangt niet van ons af, de kerk is Gods werk. Hij vergadert en vermeerdert Zijn gemeente, de eeuwen door en wereldwijd.

Je zou het niet voor mogelijk hebben gehouden dat die kleine groep Joden, teruggekeerd uit Babel, uit zou groeien tot een schare, die niemand tellen kan (Openb. 7: 9). Men was weliswaar aan de opbouw van de tempel begonnen, maar Jeruzalem lag nog in puin en vijanden zouden het zomaar weer onder voet kunnen lopen. Ja, maar de Heere was als een ontfermend God in hun midden teruggekeerd (1: 16) en wat daarvan het gevolg is, krijgt Zacharia nu in zijn derde nachtgezicht te zien en te horen. Als God Zich in genade met Zijn stad en volk gaat bemoeien, dat gebeuren er dingen die elke menselijke maat te buiten gaat.
De mensen rondom Zacharia mogen daar nog geen zicht op hebben gehad, gelet op de man met het meetsnoer, maar de profeet ontdekt dat Jeruzalem grenzeloos wordt uitgebreid en dat de Heere garant staat voor de veiligheid van haar inwoners.

Jeruzalem: een ommuurde stad?
Ja, denkt de jongeman die Zacharia allereerst in zijn visioen waarneemt. Jeruzalem moet weer muren krijgen. En met hem zullen alle teruggekeerde ballingen dat gedacht hebben. Ze waren niet voor niets, aangespoord door Haggaï, vol enthousiasme aan de wederopbouw begonnen. De man loopt daar met een meetsnoer – een stuk gereedschap uit de bouwwereld om maten te bepalen – in zijn hand. Wat wil hij? Zacharia vraagt het hem. Het antwoord is: ‘Ik ga Jeruzalem opmeten’. De contouren van de stad van God moeten eerst vastgelegd worden. Het moet duidelijk zijn waar de muren zullen herrijzen en de huizen een plek kunnen krijgen.
Laten we deze jongeling niet gelijk betichten van kortzichtigheid. Als iets duidelijk is dan wel dit, dat hij oog én hart heeft voor de deplorabele toestand van heilige stad waar God Zijn woning heeft en troont tussen Zijn volk. ‘Sion (Jeruzalem) is van God begeerd, ’t wordt met Zijn woning hoog vereerd’ (Ps. 132: 9 ber.). Deze man verdraagt het niet dat de Godsstad een ruïne is geworden en het Godsvolk prooi kan worden van allerhande vijanden die zomaar de stad zonder muren kunnen binnenvallen. Hebben wij iets van deze passie voor Gods zaak? Kunnen wij het verdragen dat de muren van Gods kerk zo verscheurd zijn, dat er zoveel geestelijk verval is? Zijn wij bewogen met het lot van zovelen die dreigen verloren te gaan? En wat doen wij daar aan? Zetten wij ons ook met ijver en lust in voor het herstel van Gods kerk, de opbouw van Zijn gemeente en het heil van zondaren, opdat Hij door velen gediend en geëerd zal worden?

Jeruzalem: een open stad
Als Zacharia deze jongeman heeft gezien en aangesproken dan loopt de tolkengel bij hem vandaan. Tegelijk ziet hij dat een andere engel op de tolkengel afkomt en hem de opdracht geeft achter de jongeling met het meetsnoer aan te gaan en tegen hem te zeggen dat hij zijn meetwerk moet staken. Waarom? Omdat de hemelse Architect er anders over denkt. Er komt een totaal nieuw Jeruzalem. Er zullen zoveel mensen en ook dieren een plaats in krijgen dat het onbegonnen werk is er nog een muur omheen te kunnen bouwen. Met andere woorden: Jeruzalem wordt een open stad, dorpsgewijs bewoond. Dorp na dorp zal er aan worden vastgebouwd. De stad wordt stap voor stap uitgebreid, van streek tot streek, van land tot land, van zee tot zee, totdat hij heel de aarde zal omvatten.
Wanneer is deze profetie in vervulling gegaan? In zekere zin begint het al in Zacharia’s dagen, wanneer onder leiding van Ezra en Nehemia Jeruzalem wordt herbouwd en stad en tempel weer centraal komen te staan. Maar dat is nog niet de volle realisering van wat Zacharia verneemt. Jeruzalem is hier ook het beeld van Sion, de gemeente van de levende God de eeuwen door. God voegt steeds nieuwe bewoners toe aan Zijn gemeente. Vooral sinds Pinksteren zien we een enorme uitbreiding van Gods kerk. Ook heidenen worden nu door het geloof in de Messias Jezus Christus ingelijfd in Israël en zo ingeschreven in de registers van dit Jeruzalem. En ze gaan de naam van Sions kinderen dragen.
Jeruzalem een open stad. Dat betekent: er is ruimte voor elke zondaar, ook vandaag. Iedereen die het evangelie hoort, krijgt een vestigingsvergunning aangeboden om bewoner van de stad van God te worden. Maar vervoeg je dan wel bij Hem, Die deze vergunning met Zijn bloed heeft betaald. Eigen bijdragen tellen niet mee. Je komt er binnen uit enkel genade. God zal er alle eer voor krijgen.

Jeruzalem: een veilige stad
Maar is het niet gevaarlijk in zo’n stad zonder muren te wonen? Vijanden kunnen er immers zomaar binnenvallen. O nee, hoor: ‘Ik zal een vurige muur rondom Jeruzalem zijn’. Wie deze stad wil innemen stuit op een vurige vlammenzee waarmee God Zijn volk beschermt. Wie in Sion is geboren en door het geloof aan Christus is verbonden, is veilig. De Heere beschermt Zijn stad en bewaart Zijn volk. Hij is er immers – en dat is het rijkste – persoonlijk met Zijn heerlijkheid in aanwezig. God bij Zijn volk! En wat zou er dan nog kunnen gebeuren? Toch is ook hiermee de profetie van Zacharia nog niet ten volle vervuld. Dat zal zijn straks in het nieuwe Jeruzalem, waarvan geldt dat de heerlijkheid van God haar verlicht en het Lam haar kaars is (Openb. 21: 23). Zien we er naar uit?


Gespreksvragen
1. Waarom gaat de jongeman uit het visioen met een meetsnoer aan het werk? Wat kunnen van hem leren?
2. Hoe ervaart u zelf de verscheurdheid van de kerk en de afval vandaag en wat doet u daar aan?
3. Jeruzalem een open stad. Betekent dit dat iedereen die stad zomaar kan binnenwandelen? Wie komen er wel en wie niet in volgens Openb. 21?
4. De Heere is als een vurige muur rondom zijn volk. Hoe is dat vandaag en hoe merk je dat?
5. Waarom heeft Jeruzalem in dit visioen geen muur en het hemelse Jeruzalem blijkens Openb. 21: 15 wel?

G. van de Groep
(ds. G. van de Groep is predikant te Heerde)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 2007

De Wekker | 16 Pagina's

Zacharia 2: 1-5 (Zacharia 5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 2007

De Wekker | 16 Pagina's