Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vroomheid: wetenschappelijk, niet geschikt voor eenvoudigen en ongeschoolden? (Vroomheid 3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vroomheid: wetenschappelijk, niet geschikt voor eenvoudigen en ongeschoolden? (Vroomheid 3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drieëneenhalve eeuw geleden gaf de befaamde Voetius, hoogleraar in Utrecht, een stevig boek uit dat zijn studenten hadden te bestuderen. De titel: 'Oefeningen in de godzaligheid'. Voetius schreef in het Latijn en gaf te kennen dat hij het werk niet graag in het Nederlands vertaald zou zien. De gewone man zou verbaasd opkijken, wanneer hij zou merken dat de academische methode op dit onderwerp kon worden toegepast.

Voetius meende dat de uitgave niet echt op begrip zou kunnen rekenen van ongeschoolden en eenvoudigen. Hij had daarin gelijk. Wetenschappelijke scherpzinnigheid en eenvoudige vroomheid van het hart stroken niet terstond met elkaar.
Men kan dit voorbeeld zien als een illustratie, hoezeer universiteit en gemeente van elkaar vervreemd kunnen raken. Men kan daarvan Voetius echter niet betichten. Hij was de belichaming van theoretische en van praktische vroomheid zelf. Een heel bekende redevoering van hem had de stelling tot onderwerp dat wetenschap en vroomheid met elkaar verbonden moeten blijven. En dat geldt tot op vandaag. En zeer terecht.

Als het om vroomheid gaat, is er geen grens tussen eenvoudigen en hoger opgeleiden
Een heel andere benadering treffen we in diezelfde tijd aan in Leiden. De Zeeuwen hadden op de synode van Dordt (1618/19) al gepleit voor een zeer praktische theologische opleiding. Ze drongen bij curatorium en faculteit aan op de instelling van een aparte leerstoel voor praktische theologie waaraan zij Amesius graag als professor zagen. De laatste had al naam gemaakt als puriteins praktisch theoloog en zou het op die stoel goed doen. De professoren in Leiden waren tegen, niet omdat ze tegen de vroomheid waren, maar omdat ze oordeelden dat alle vakken op het rooster van de theologische faculteit zo gedoceerd moesten worden dat de betekenis voor de praktijk er duidelijk in mee kwam. Alles is met vroomheid te kruiden. Geen scheiding dus tussen het academische lesmateriaal en de godsvrucht.
Dit betekent tegelijk dat er tussen wetenschap en vroomheid geen scheidslijn mag zijn. In de theologie gaat het om het geloof dat in de gemeente beleden wordt. Kerk en school zijn op het allernauwst op elkaar betrokken. De academie is van de kerken en voor de kerken. Als het om vroomheid gaat is er geen grens te trekken tussen eenvoudigen en hoger opgeleiden. Men kan ook zeggen dat theorie en praktijk op elkaar afgestemd dienen te zijn. Oprechtheid en eenvoud zijn immers een primair kenmerk van vroomheid.

Centraal gegeven
Voetius bespreekt in zijn werk over de oefeningen der godzaligheid het hele terrein van de praktische vroomheid in 25 hoofdstukken. Wij beperken ons nu tot het aanwijzen van enkele specifieke thema's, zonder welke ware vroomheid niet kan bestaan. Het allereerste is de wonderlijke werkelijkheid van de gemeenschap met Christus. In de Bijbel valt daarop de nadruk. 'Zonder Mij kunt u niets doen'. De gelijkenis uit Joh. 15 spreekt over dode en levende ranken. Het verschil zit in de werkelijkheid van de levende relatie met de wijnstok zelf, of het ontbreken daarvan. Het Nieuwe Testament heeft daarvoor de staande uitdrukking van het 'zijn in Christus', het 'wonen van Christus in ons', en nog een aantal andere. Een leven in ware vroomheid houdt in feite niets anders in dan het zoeken, het beoefenen, het gebruiken en het genieten van deze gemeenschap. Er is werkelijk niet één geestelijke zegen of weldaad te noemen, of zij komt ons toe vanuit en door Christus, die immers een volheid van genade heeft, waaruit wij mogen ontvangen.
Deze werkelijkheid wordt door Paulus een geheimenis genoemd alsof het een sacrament is. Voor hem is de gemeenschap tussen man en vrouw in het huwelijk een scheppingsgave die tegelijk iets van een geheim in zich heeft, dat boven zichzelf heen wijst naar de gemeenschap tussen Christus en zijn gemeente. Zij is zijn eigen lichaam. Vroomheid buiten dit geheim om is niet mogelijk. Zij wordt gewerkt, gevoed en onderhouden door deze unio cum Christo (eenheid met Christus), waarvan Calvijn zei dat hij ze beter ervaren dan begrijpen kon. Het wezen van ware vroomheid ligt in onze band aan Christus.

Vroomheid wil het volle heil op de manier van het geloof ervaren
Dat er geen zaligheid buiten Christus is betekent maar niet een opvatting, die zich voegen laat naast vele andere zienswijzen. Het wil niets anders zeggen dan dat men buiten Hem het wezen van het christelijke geloof en daarmee ook de essentie van de ware vroomheid mist. De Schrift is daar bijzonder duidelijk in. Het volle heil is een zaak van verkiezing, verzoening en verzegeling. Men kan het ook anders formuleren. De verkiezing is van eeuwigheid nooit anders dan in Christus te denken (Ef. 1: 1-13). Zo staat het ook met de verzoening, die niet alleen de schuld betreft, maar ook de kracht van de zonde die in een leven van oprechtheid bestreden en gebroken moet worden. De verzoening is altijd 'in Christus' te zoeken en te vinden. Van verzegeling kan alleen sprake zijn, al weer 'in Christus'. God kent en herkent de zijnen in niemand anders dan in Christus. Door de band aan Hem worden zij ook door anderen als gelovigen herkend.
Wasdom in de genade, groei in het geloof houdt dan ook niet in dat de christen in ons zijn overwinningen boekt, maar dat Christus verheerlijkt wordt ook in de strijd tegen de zonde. 'In Christus' is ons heil volmaakt. Mét Hem zijn we opgestaan. Mét Hem is ons nu al een plaats toebedeeld in de hemel, in 'in Hem' zijn we zelfs al in de hemel geplaatst. Wat doet een mens Christus te kort door alles en allerlei te zoeken in eigen vroomheid. I n tegelijk hoezeer schaadt hij zichzelf ook, door de aandacht op zichzelf te richten. 1 let volle heil is hier al in het geloof te ontvangen, en wel alleen en tevens volkomen in Christus en zijn gemeenschap. Iedere oefening van de vroomheid buiten Hem om staat de groei in de genade in de weg.

Genademiddelen
Wat Paulus in Ef. 4: 12-16 schrijft over de groei van de gemeente geldt elk van haar leden. Het is een wasdom vanuit Christus naar Christus toe. Diezelfde orde geldt niet minder voor de ware vroomheid. Groei in de genade is het, en tegelijk is het de toename van de kennis van onze Here Jezus Christus. De verdieping bestaat voornamelijk in een sterker ervaren besef van eigen nederigheid. Zij openbaart zich niet minder in het bekennen of belijden van de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat (Ef. 3: 19). Hier valt de nadruk tegelijk op de gemeenschap der heiligen. Christus woont in onze harten door het geloof. Dat is een absoluut persoonlijke zaak, een zeer individuele ervaring. Maar die ervaring gaat op hetzelfde moment samen met wat alle heiligen, alle gelovigen beleven. Vroomheid is een aspect van de heerlijkheid van de gemeente en van alle geslachten zelfs (Ef. 3: 21). Zij floreert niet op eigen voet als personeel verschijnsel. 'Zielseenzame meditaties' kunnen heilzaam zijn. Maar ze verschrompelen op den duur als appels die te lang hebben gelegen. Vroomheid komt tot glans in de gemeenschap met alle heiligen en daar behoudt zij ook haar kracht.

Deze relatie met de kerk is zo essentieel, wel allermeest vanwege het feit dat in de gemeente het Woord van God weerklinkt. Het is het enige middel waaraan een belofte verbonden is. Het levende en eeuwig blijvende Woord van God is niet alleen het zaad der wedergeboorte. Het is ook de redelijke en volkomen zuivere voeding, zoals de melk vooraf gaat aan de vaste spijs. In het Woord van God komt Christus in zijn lijden, sterven en opstanding onweerstaanbaar naar ons toe in ons eigen leven. Hij overwint de weerstand van zonde en schuld. Overdenking van het Woord, meditatie en inkeer tot onszelf onder het Woord behoren onlosmakelijk bij de ware vroomheid. Ook het sacrament, als zichtbaar Woord der belofte, behoort daar wezenlijk bij.

Fragmentarisering
Het is niet mogelijk om in een paar artikelen de veelkleurige rijkdom van Gods genade, zoals zij zichtbaar wordt in oprechte vroomheid, weer te geven. Het kan wel helder zijn geworden dat de splinterbom van de kerkelijke verdeeldheid ook de ware vroomheid in haar wezen heeft aangetast. De onverschilligheid waarmee over de kerk wordt gesproken, de relativering waarmee men met het kerkbegrip omgaat, betekent een dodelijke crisis voor de ware vroomheid. Waar de kerk als gemeenschap der heiligen verdwijnt valt de katholiciteit van de ware godsvrucht in fragmenten uiteen. Zij gaat een sektarisch karakter vertonen. Gevolg is dat men gaat experimenteren met de godsvrucht. Het zoeken en streven naar religieuze ervaringen op zichzelf vindt men bij klassieke heidenen en moderne welvaartschristenen evenzeer. Het is de vorm waarin een oermenselijk verlangen zich uit. De mens buiten het paradijs is wél zonder God, maar niet zonder godsdienst die een vroom gevoel kan opleveren. Het is het streven dat in de cultuur van een aan ouderdom vervallen Europa ingeweven is.
Ware vroomheid vraagt om oefening, om geestelijke oefeningen in veelvoud. Zij vindt haar geheim alleen in de gemeenschap met Christus, die het Hoofd van de gemeente is. Zonder Hem en zonder zijn gemeente valt de vroomheidbeleving uiteen. Zij seculariseert tot in het sektarische van een groepsgebeuren dat met de kerk als lichaam van Christus wil wedijveren.

Dr. W. van 't Spijker
(Dr. W. van 't Spijker is emeritushoogleraar van de TUA.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 2007

De Wekker | 16 Pagina's

Vroomheid: wetenschappelijk, niet geschikt voor eenvoudigen en ongeschoolden? (Vroomheid 3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 2007

De Wekker | 16 Pagina's