Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat is er zo nieuw aan de huidige nadruk op beleving? (Christenzijn in een belevingscultuur 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat is er zo nieuw aan de huidige nadruk op beleving? (Christenzijn in een belevingscultuur 1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een drietal artikelen wil ik iets schrijven over onze huidige cultuur als 'belevingscultuur'. Nu is dat een woord, dat niet iedereen aanstonds vertrouwd zal zijn. Daarom begin ik met enkele voorbeelden te geven van waar die huidige nadruk op beleving in uitkomt.

‘Je moet het voelen’
De tijd ligt nog niet zo heel ver achter ons, dat reclames vrij zakelijk waren, en vooral de kwaliteit en degelijkheid van het aangeprezen product aanprezen. Ze werden ook niet iedere week of maand vervangen, maar stonden geschilderd op muren van oude stadspanden. Ze hielden het lang vol, en vandaag krijgen ze soms weer een nieuw verfje. Maar dan zijn het verfraaiingen, en niet langer reclames.

Sommige beelden uit reclames doorstaan de tand des tijds. We kennen – denk ik – allemaal wel het bejaarde, geheel in het zwart geklede echtpaar onder een paraplu, die met de wandelstok omhoog wezen naar een uithangschild van verzekeringsmaatschappij Rotterdamse Verzekering Sociëteiten (RVS). De boodschap van deze reclame uit 1905 (!) was duidelijk. Ze zeiden nog eens tegen elkaar, dat ze maar wat blij waren, dat ze zich bij déze maatschappij verzekerd hadden. En waarvoor hadden ze zich verzekerd? RVS is in 1838 opgericht als begrafenisfonds. Toen de bekende reclame werd ontworpen deed men er inmiddels al wat andere verzekeringen bij, zoals een ziekenfonds.

We worden gemiddeld een stuk ouder dan een eeuw geleden, toen die reclame van RVS werd ontworpen. Ouderen zijn niet meer per definitie in het zwart gekleed, en we verzekeren ons meer voor het leven dan voor de dood. Vijftigplussers zijn vandaag een interessante doelgroep voor de reclame, omdat ze vaak nog vitaal zijn, wat meer geld te besteden hebben en graag willen genieten. De bijpassende reclame is dan bijvoorbeeld die van het Zwitserlevengevoel, met het beeld van iemand die het ervan kan nemen. Onbezorgd, lekker vitaal genieten in een luilekkerland – dat is de behoefte, waarop zo’n reclame een appel doet.
Als vandaag logo’s uit reclames van vroeger nog weer gebruikt worden – zoals van deze ouderen uit de reclame van RVS –, gebeurt dat ook niet zonder meer. Ze dienen dan om gevoelens – in dit geval van betrouwbaarheid – op te roepen, en op die gevoelens wordt dan vervolgens ingespeeld. Reclames proberen niet meer te overtuigen, maar zoeken de kortste weg naar onze – veelal onbewuste – verlangens en angsten. In een reclame van enkele jaren geleden zegt een vrouw, dat ze niet kan uitleggen waarom dit product het helemaal is. Je moet het proeven, ervaren, voelen.

Verdwijnende hemel
Die verschuiving staat in een breder kader van veranderingen in West-Europa gedurende de laatste eeuw. Prof. H.W. von der Dunk heeft zijn cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw de treffende titel De verdwijnende hemel meegegeven. In de loop van die vorige eeuw is de hemel verderaf komen te staan. Daaraan hebben de verschrikkingen van twee wereldoorlogen bijgedragen, maar ook en niet minder de welvaart van de laatste halve eeuw. Er is een mens ontstaan, die de belichaming is van wat de psalmberijming aanduidt met ‘geen deel dan in dit leven hebben’. Het moet allemaal gebeuren tussen geboorte en dood, want meer is er niet. Nu, dan moet het in dit leven ook zo aangenaam mogelijk zijn.

Die verschuiving vàn een beetje zekerheid voor een moeizame oude dag náár een lekker gezond en vitaal genieten tot op hoge leeftijd heeft alles te maken met de ontwikkelingen in de economie en de gezondheidszorg. Voor het eerst in de geschiedenis beleven we in ons land de tijd, dat de vraag niet meer is òf we wel te eten hebben, maar alleen wàt we zullen eten. De economie volgt die verschuiving en richt zich op wat de consument wil. De gezondheidszorg vertoont hetzelfde beeld. We willen gezond blijven, en ook liefst – althans uiterlijk – zo jong mogelijk. Ja, want we moeten er ‘goed’ uit blijven zien, en dat is dus ook: aantrekkelijk.

Werd een eeuw geleden de seksualiteit nog uit zicht gehouden en verzwegen, vandaag is het nauwelijks nog mogelijk de ‘seks’ te ontlopen. ‘Gij zult genieten’, zei Simon Vinkenoog in de hoogtijdagen van de flower-powercultuur, en dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Dat de seksualiteit, als ze in de ban van reclame komt, ook in het teken van ‘zo nodig moeten’ komt te staan, is onvermijdelijk. ‘Gij zult genieten’, het heeft niet toevallig de uiterlijke vorm van de Tien Geboden. Het is inderdaad een gebod. En wie de Bijbel kent, weet dat andere goden de mens weliswaar een zekere speelruimte geven, maar alleen om hem en haar des te meer te knechten. Wat heeft de ‘seksuele bevrijding’ ons per saldo opgeleverd? Wat voor ‘kick’ geeft het om anderen met het HIV-virus te besmetten op seksfeesten?

Extase
De verschuiving in de cultuur laat ook de samenleving als geheel niet onberoerd. De Engelse psychiater Theodore Dalrymple heeft tijdens zijn jarenlange praktijk in achterstandsbuurten en gevangenisziekenhuizen in Engeland een aantal waarnemingen gedaan, die hij in enkele recente boeken heeft neergelegd.

Van verschillende gedetineerden, die vastzaten vanwege moord of doodslag, kreeg hij op zijn vraag hoe ze zoiets hadden kunnen doen antwoorden als: ‘het mes ging erin’ en ‘iets in me deed het, maar ik was het niet zelf’. In die manieren van uitdrukken blijkt, dat men geen verantwoordelijkheid voor het eigen handelen neemt. Het was het mes, dat initiatief nam, en de man die het vasthield had alleen maar de pech dat hij op het verkeerde moment op de verkeerde plek was.

Dat geldt overigens niet alleen van deze mensen. We kennen de reclame van – alweer! – een verzekeringsmaatschappij, waarin iemand iets claimt, zonder er recht op te hebben (‘effe vange’). Anders gezegd: hij probeert de maatschappij op te lichten. Als het – natuurlijk! – ontdekt wordt, maakt hij zich er vanaf met de woorden: ‘Foutje, bedankt!’ Inmiddels heeft het bedriegen van de verzekeringsmaatschappijen zulke vormen aangenomen, dat de verzekeraars maatregelen hebben moeten nemen. Gemakkelijk zal het niet zijn, want het verantwoordelijkheidsbesef is een eindweegs uitgehold. In onze ‘claim-cultuur’ gaat de vraag, of je iemand anders in morele zin iets kunt verwijten of schuldig bent, naar de achtergrond. De vraag is, of we langs juridische weg iets kunnen claimen, bijvoorbeeld 54 miljoen dollar voor een broek, die zoekgeraakt is bij de stomerij.

Dalrymple zegt op basis van zijn jarenlange ervaring, dat het gros van de mensen die hij bij zich kreeg de samenleving als een ‘loket’ beschouwde, waar men kon halen, waar men ‘recht’ op had. De keerzijde was, dat zij zichzelf als willoos slachtoffer zagen. Men gaat ervan uit dat het leven bedoeld is als één aanhoudende extase, en men voelt zich verongelijkt als de overheid er niet voor zorgt. Seksualiteit is losgekoppeld van voorwaarden als duurzaamheid en trouw, laat staan van een huwelijk. Zo worden ook kinderen verwekt, en er zijn – aldus Dalrymple – hele wijken in Engeland waar nauwelijks nog een kind weet, wie zijn of haar vader is.

Wat zit erachter?
Als we vragen, waar deze ontwikkelingen vandaan komen, kunnen we geen eenvoudig en direct antwoord geven. In het voorgaande hebben we al gezien, dat er diverse dingen meespelen. Ik beperk me tot één aspect van de ontwikkeling van de laatste eeuwen, en wel de verhouding van hoofd en hart. In onze westerse wereld is lange tijd het hoofd, het verstand of de rede, dominant en toonaangevend geweest. Het eigene van de mens werd gezocht in diens denken. Als hoogste vorm van denken gold het vinden van eeuwige waarheden. Hoe meer ontheven aan toevallige historische omstandigheden, des dichter benaderden ideeën het ideaal van ware kennis. De Verlichting was één grote zoektocht naar ware, ontwijfelbare kennis van hoe de werkelijkheid in elkaar steekt.
In de laatste eeuwen komt de twijfel op. De samenleving blijkt minder maakbaar dan men dacht, en de mensen ook minder hoogstaand en van nature goed dan men – tegen de ervaring in – had gedacht. Maar het is niet enkel negatief bepaald. Men ontdekt dat de mens ook iets als een hart heeft, dat zijn eigen redenen heeft en zijn eigen rechten opeist. En het ‘eeuwige’ van de ware kennis, waar de Verlichting nog van overtuigd was, wat blijft er van over, als God dood is en de wereld een doelloos evolutionair proces? De Duitse dichter Goethe heeft het gevleugeld geworden woord gesmeed, dat alle theorie grijs en grauw is, maar daar tegenover de ‘gouden levensboom’ groen! En een belangrijke filosoof uit de negentiende eeuw, W. Dilthey, schrijft dat ‘leven’ aan iedere vorm van kennis voorafgaat. Het hart krijgt voorrang vóór het hoofd, en de ervaring vóór het denken! Wat we vandaag postmodernisme noemen is de voltooiing van deze ontwikkeling. Het woord zegt het al: postmodernisme. Het is wat na de ‘moderniteit’, dat is: de wereld van de rede, komt. Het geloof in ware kennis taant, en het is mijn subjectieve beleving van de dingen die mij mijn eigen zicht geeft op wat waar en werkelijk is. Maar dat ‘ware’ is dan waar voor mij, en niet iets vaststaands, waaraan ik mij toevertrouw.

Het beeld, dat deze korte verkenning van onze cultuur achterlaat, is dat het niet is gelukt om ‘hoofd’ en ‘hart’ dicht bij elkaar te houden. Is daar vanuit ons gereformeerd belijden ook iets over te zeggen?

G.C. den Hertog
(Prof. dr. G.C. den Hertog is hoogleraar ethiek aan de TUA.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 2007

De Wekker | 16 Pagina's

Wat is er zo nieuw aan de huidige nadruk op beleving? (Christenzijn in een belevingscultuur 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 2007

De Wekker | 16 Pagina's