Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beleving in reformatorische zin (Christenzijn in een belevingscultuur 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beleving in reformatorische zin (Christenzijn in een belevingscultuur 2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enkele jaren geleden heeft een interview met de Engelse evangelische theoloog A. McGrath het nodige stof doen opwaaien. Dat was alleen al vanwege de kop die de interviewers erboven hadden gezet: 'Het protestantisme heeft zijn tijd gehad.' McGrath stelde dat het protestantisme de beleving of het hart heeft verwaarloosd, en dat die stromingen binnen het christendom die meer ruimte boden aan ervaring van 'het heilige' – zoals de rooms-katholieke en de evangelicale traditie – de toekomst hebben.

Wie het interview zelf las, ontdekte al spoedig dat McGrath doelde op meer liberale vormen van protestantisme, die inderdaad vooral een vorm van levensbeschouwing zijn, met weinig of geen aandacht voor de persoonlijke omgang met de HERE. In de bevindelijk- gereformeerde stroming is de eeuwen door altijd veel aandacht voor ‘beleving’ en ‘gevoel’ geweest. De roman Knielen op een bed violen van Jan Siebelink heeft ons land recentelijk weer met een extreme variant daarvan in aanraking gebracht. Het is niet zo vreemd, dat dat boek de afgelopen jaren zoveel belangstelling heeft getrokken en zelfs verfilmd wordt. Kennelijk herkent de geseculariseerde mens van vandaag iets in dit boek. Het doet een appel op het groeiend besef dat een leven zonder geloof in God toch wel erg leeg is, maar tegelijk biedt het de mogelijkheid om zich nog weer eens vol afgrijzen van dat ‘calvinistische’ verleden af te wenden. In het boek van Siebelink krijgt de subjectieve beleving van de dingen de allesbeheersende plaats. Hoe was dat in de Reformatie?

Kennis van ‘hoofd’ en ‘hart’
Wie Calvijns Institutie leest moet wel onder de indruk komen van zijn gedrevenheid om de gemeente te brengen tot een eigen, bewust beleefd en doordacht geloof. Het bekende beeld van het ‘kolenbrandersgeloof’ uit die tijd is een waar schrikbeeld voor hem geweest. Iemand zou aan een echte of fictieve kolenbrander hebben gevraagd naar wat hij nu zelf geloofde, maar de man bleef ieder antwoord schuldig en verwees degene die hem de vraag stelde naar de dichtstbijzijnde pastoor: ‘Wat hij gelooft, geloof ik ook.’ Een schrikbeeld was het voor Calvijn, omdat hoofd en hart dan dus niet in aanraking komen met en onder het beslag komen van de bevrijdende en oordelende kracht van het Woord van God. Het gaat daarbij ook niet alleen om het persoonlijk bestaan. Telkens komt bij hem het woord uit Spreuken terug: ‘Zonder inzicht gaat het volk te gronde’.

In Calvijns omschrijving van het geloof kunnen we die eenheid van ‘hoofd’ en ‘hart’ ook meteen herkennen. Hij definieert een ‘waar geloof’ als ‘een vaste en zekere kennis van Gods welwillendheid jegens ons, welke gegrond op de waarheid van zijn genadige belofte in Christus, door de Heilige Geest aan ons verstand wordt geopenbaard en in ons hart wordt verzegeld’ (Institutie III, 2, 7). Calvijn spreekt weliswaar over het geloof als kennis, maar het is geen zaak van het ‘hoofd’ alleen, maar óók en niet minder van het ‘hart’!

In de laatste eeuwen zijn ‘hoofd’ en ‘hart’ in de westerse cultuur uit elkaar gegaan. ‘Kennis is macht’ zei Francis Bacon (1561-1626). Maar wie ook maar enigszins vertrouwd is met de Bijbel, weet dat kennen niet een kwestie van macht, maar van liefde is. Als Adam zijn vrouw ‘bekent’, heeft hij haar lief. Als Christus zegt ‘Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus die Gij gezonden hebt’ (Joh. 17, 3), is daar geen kille kennis van het verstand bedoeld, laat staan kennis die macht over God wil uitoefenen, maar het delen in de gemeenschap met God, die gekenmerkt wordt door liefde. Paulus laat er in zijn eerste brief aan de gemeente van Korinte geen twijfel over bestaan, dat kennen samenhangt met liefde. Dan maakt die kennis ook niet opgeblazen, en ga ik mij niet het nodige verbeelden. Ons kennen is ten dele, schrijft hij in 1 Korintiërs 13, en belangrijker is gekend zijn, door God, in Christus.

Zekerheid
Calvijns opkomen voor een kennis van ‘hoofd’ en ‘hart’ inéén is zonder twijfel door en door bijbels. Dat geldt ook van de manier, waarop de reformator de weg van het geloof tekent. Ik haal enkele punten uit zijn omschrijving van het geloof naar voren.
Het eerste is dan de vastheid in de belofte. De ‘vaste en zekere kennis van Gods welwillendheid jegens ons’ is ‘gegrond op de waarheid van zijn genadige belofte in Christus’. We moeten en mogen niet op een afstandelijke manier denken en spreken over Christus, alsof het maar de vraag is wie Hij voor ons is. Hij komt altijd tot ons, gekleed in het gewaad van zijn beloften. Een zondig en hoogmoedig mens kan zich vermeten een andere toegang tot God te hebben. Maar niemand kan God zien en leven. Wie zichzelf leert kennen in zijn of haar verlorenheid zal God nergens anders willen zoeken dan in Christus, en zich er over verheugen dat de Vader Hem tot ons gezonden heeft, geheel en al gehuld is in het gewaad van zijn beloften.

In een ‘kolenbrandersgeloof’ is er geen sprake van kennis. Het kenmerkende ervan is, dat men afziet van het kennen van de HERE, en zekerheid zoekt in de biecht en de communie. Maar aan wat voor vertwijfeling moet zo’n mens niet bij tijden ten prooi zijn?! Als Calvijn inzet met te onderstrepen dat de kennis van Gods ‘welwillendheid’ aan ons verstand wordt geopenbaard, gaat het hem erom, dat de mensen kunnen, mogen en moeten weten aan Wie ze zich toevertrouwen. Calvijn heeft – denk weer aan het boek van Siebelink – de naam, dat door zijn verkiezingsleer mensen in onzekerheid gestort worden. Zijn oogmerk was precies het omgekeerde: mensen uit de martelende onzekerheid bevrijden door hen te plaatsen op de vaste grond van Gods beloften en van zijn verbond. We mogen de HERE kennen, weten waar we bij en met Hem aan toe zijn!

Die kennis wordt ook in het hart verzegeld. Dat heeft Calvijn van Paulus, die ook spreekt van de verzegeling met de Heilige Geest. God geeft zijn Geest in ons hart, als een levend zegel. De Heilige Geest maakt woning in onze harten voor Christus. En waar de Heilige Geest in ons hart werkt, worden wij vernieuwd. In de Bijbel is het ‘hart’ niet hetzelfde als wat wij vandaag ‘gevoel’ noemen. Dat gaat veelal buiten iedere vorm van denken om, en we hebben vandaag in de samenleving te kampen met allerlei vormen van ‘onderbuikgevoelens’. Dat heeft alles te maken met het uiteengaan van ‘hoofd’ en ‘hart’, zoals zich dat sinds de Reformatie in onze westerse cultuur heeft voltrokken. Dat allerlei destructieve gevoelens vrij spel krijgen heeft alles te maken met de teloorgang van de kennis van God en van onszelf, die – zoals Calvijn op de eerste bladzijde van zijn Institutie zegt – onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De mens, die zichzelf als zondaar heeft leren kennen, kan en wil niet drijven op zijn of haar gevoelens. Het verstand is de ‘ruggengraat’ van het gevoel. Als ik alleen mijn gevoel had, zou ik nu eens optimistisch zijn, dan weer vertwijfelen. Ik zou mijzelf niet in mijn hoogste aanvechtingen ‘ganselijk’ kunnen vertroosten. Het gaat de Reformatie dus precies om de wisselwerking tussen verstand en gevoel, in de omgang met Gods beloften.

Beleving
De Reformatie heeft de beleving dus niet laten liggen, zodat we vandaag wel gedwongen zijn onze toevlucht te nemen tot andere tradities. Wel heeft zij orde aangebracht in de chaos van allerlei onbestemde gevoelens, die mensen kunnen hebben. Ik wijs tenslotte op enkele elementen uit de Heidelbergse Catechismus, die iets van de beleving van het geloof laten zien.
Ik denk dan aan vraag en antwoord 90, waar we lezen dat de ‘opstanding van de nieuwe mens’ hierin uitkomt, dat wij ‘een hartelijke vreugde hebben in God door Christus en lust en liefde om naar de wil van God in alle goede werken te leven’. ‘Hartelijke vreugde’ – dat is verre van benepen. Zeker, het is andere taal dan ‘uit je dak gaan’, en het is ook iets anders. Wie ‘uit zijn of haar dak gaat’ zet – zo heet dat – ‘het verstand op nul en de blik op oneindig’. Beleving in deze zin is een vlucht uit het dagelijks bestaan. We weten allemaal welke vorm dat kan aannemen, gebruik van xtc, seksuele uitspattingen, voetbalvandalisme enz. Na ‘uit je dak gaan’ volgt de kater of de dip.

De ‘hartelijke vreugde in God door Christus’ is een gevoel, maar niet één waar ikzelf in het middelpunt sta. Het is vreugde in Gód, door Christus. Die vreugde is er niet constant, maar het is evenmin een gevoel dat ik in het weekeinde met kunst en vliegwerk opwek. Het valt mij ten deel in de dagelijkse omgang met het Woord, waar en wanneer ik mij verwonder over Gods genade.

Die verwondering krijgt – haast de Catechismus eraan toe te voegen – gestalte in ‘lust en liefde om naar de wil van God in alle goede werken te leven’. Het woordpaar ‘lust en liefde’ roept vandaag heel andere gevoelens op dan de Catechismus hier voor ogen heeft. Een rondje googlen levert heel wat verwijzingen naar porno-websites op. Dat is beleving, maar is het ook echte, diepe vreugde? Er is veel aan gelegen, dat wij weer toegang vinden tot de eigen, voluit bijbelse beleving waartoe onze eigen traditie ons uitnodigt én die op een eigentijdse en aansprekende wijze weten te verwoorden...

G.C. den Hertog
(Prof. dr. G.C. den Hertog is hoogleraar ethiek aan de TUA.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 2007

De Wekker | 16 Pagina's

Beleving in reformatorische zin (Christenzijn in een belevingscultuur 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 2007

De Wekker | 16 Pagina's