Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INgeboekt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INgeboekt

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jurjen de Groot, Niels de Jong en Arjan Markus, Missionair is mogelijk, Boekencentrum, Zoetermeer 2007, 132 pagina’s, € 12,90, ISBN 978 90 239 2143 1
De ondertitel van dit boek geeft aan waarom het gaat: Een praktische handreiking voor missionair gemeente zijn. Daarover gaat het met name in het zesde hoofdstuk van deze uitgave van de IZB voor zending in Nederland. De schrijvers van dit boek zijn bezig in dit werk. Van ing. Jurjen de Groot geldt dat hij als missionair toeruster in dienst van de Gereformeerde Zendingsbond werkzaam is in Kenia, drs. Niels de Jong is missionair werker in dienst van de hervormde gemeente te Gouda en ds. Markus werkt als missionair predikant in de Protestantse wijkgemeente Jacobikerk te Utrecht. Hij staat in dienst van de IZB.
De eerste indruk is dat we hier te maken hebben met een toch vrij technisch boek, waarin het woord missionair zo veelvuldig voorkomt dat je denkt: alles is missionair, maar missionair is ook niet alles. Dit boek is vooral toegesneden op het werk in de PKN in het kader van de IZB.
De vraag laat zich stellen of het niet teveel gezegd is dat de missionaire roeping van de kerk de bestaansreden van de kerk is. In de inleiding geeft men wel aan dat dit grote woorden zijn. Geldt niet in de eerste plaats dat de kerk van de Koning van de kerk is en dat de kerk er is voor de Heere?
Het boek neemt je mee op een zoektocht waarvoor je je moet inzetten, waarbij in hoofdstuk zes vooral praktische tips gegeven worden, waarbij op te merken is dat niet ieder met elke handreiking even gelukkig is. Te noemen is het samen met ongelovigen naar een moderne film kijken, het opvoeren van theaterstuk of samen sportactiviteiten ondernemen. Is dat de weg die je in moet slaan?
Een aantal aspecten dat van uitermate belang is treffen we in dit breed informerende boek echter niet aan. Zo lezen we er niets over of iedereen die zich christen noemt het ook metterdaad is. Moet in de kerk niet vooral bekering tot God plaatsvinden voordat een christen wat uitstraalt en zo de aantrekkingskracht van de kerk sterk wordt? Belangstelling krijgen voor het evangelie betekent nog niet dat je metterdaad tot oprecht geloof komt. De schrijvers wijzen er terecht op dat persoonlijk contact nog steeds punt één is bij het tot oprecht geloof komen. Moet dan daaraan niet de meeste aandacht worden besteed, ook om effectief bezig te zijn in het zendingswerk dat zo dichtbij ons is gekomen?

Van Amstel


Ds. H. Visser, Al jong naar Huis. Bijbelse troost over de zaligheid van jonggestorvenen. Uitgeverij Groen, Heerenveen 2006, 78 pagina’s, € 9,95, ISBN 90.5829.720.9
Ds. M.A. Kempeneers, Waar is ons kind? Een pastoraal-theologische handreiking rond het overlijden van jonge kinderen. Uitgeverij De Groot Goudriaan, Kampen 2007, 137 pagina’s, € 13,90, ISBN 90.6140.924.1
Ton Vegt (red.), Ik moet je iets ergs vertellen. Praktische handreiking voor rouwverwerking bij kinderen en tieners. Uitgeverij Barnabas, Heerenveen 2006, 111 pagina’s, € 9,95, ISBN 90.8520.040.7

Drie boeken over eenzelfde thema: omgaan met rouw in het gezin. Daarbij staat bij zowel ds. Visser als bij ds. Kempeneers het sterven van een jong kind centraal, terwijl Vegt vooral aandacht besteedt aan de pastorale zorg voor kinderen en jongeren bij het verlies van een vader, moeder, broertje of zusje. Ds. Visser en ds. Kempeneers worstelen beide met de vraag naar de eeuwige bestemming van een jonggestorven kind. In een indringend interview in De Wekker van 15 juni jl. gaven ds. Kempeneers en zijn vrouw aan die vraag op hen afkwam. Uiteindelijk kwamen zij, evenals ds. Visser, tot de overtuiging dat kinderen die binnen het verbond geboren worden en jong sterven, zalig zijn. Ook ds. Visser zet in bij het verbond. Met nadruk wijst hij de gedachte af dat de beloften van zaligheid alleen voor de uitverkoren kinderen zouden zijn. De troost voor gelovige ouders die een kindje verliezen, ligt in de verbondsbelofte. Beide auteurs benadrukken hoe nauw het luistert om die troost met ouders te delen. Wat nauw luistert, is niet gemakkelijk te verwoorden. Daarom zou elke ambtsdrager, of gemeentelid, die te maken krijgt met het sterven van kinderen één van deze boeken gelezen moeten hebben.
Het boek van Vegt heeft een geheel ander karakter, omdat het meer geschreven is vanuit praktisch-psychologische inzichten. Het vakjargon (rouwtaak, rouwrecept) stond me wat tegen, maar met de praktische adviezen voor de omgang met rouwende kinderen kan iedereen op zijn eigen wijze z’n voordeel doen. De pastorale adviezen in dit boek zijn gebaseerd op ervaringen van medewerkers van Stichting Chris en Healthcare Christian Fellowship.

J. Stolk


E. Fortuijn en C. Visser (red.), Voedselsafari. Een zoektocht naar honger en gerechtigheid. ICS-cahier 46, Utrecht 2007, 110 pag., € 12,50, ISBN 987 90 5881 348 0
In dit boeiende boekje gaan de auteurs aan de hand van een concreet verhaal in op de voedselsituatie in de wereld. Daarbij komen allerlei – soms verrassende – feiten naar boven. Wereldwijd lijden ruim 800 miljoen mensen honger en sterven er dagelijks (!) 25.000 mensen aan ondervoeding. Toch is er wereldwijd bekeken voor alle wereldbewoners voldoende voedsel. Maar het voedsel is dus erg ongelijk verdeeld. Hoe komt dat en hoe kan dat? De schrijvers van dit boek maken het duidelijk. In het tweede deel van het boek gaat het over wat er gedaan wordt aan het probleem van de honger, maar ook over wat er zou moeten gebeuren. Het is vooral belangrijk om oplossingen te zoeken in goed overleg met mensen in hun eigen context. Het voedselprobleem lijkt bijna onoplosbaar. Zeker als de wereldwijde handelsverhoudingen niet veranderen. Is al onze hulp niet slechts een druppel op een gloeiende plaat? In zekere zin wel, maar het is op zijn minst goed – en soms schokkend – om te lezen hoe de werkelijke situatie ontstaan is en verergert. Dat zet ons als christenen en kerken in Nederland hopelijk op zijn minst aan tot diep nadenken. En vervolgens tot handelen, tot doen wat we kunnen doen. Wat dat is onze roeping. Een uitspraak van Tweede Kamerlid Ferrier bleef bij me hangen: 'Ontwikkelingssamenwerking moet er niet op gericht zijn de problemen van mensen op te lossen, maar moet het probleemoplossend vermogen van de mensen versterken' (p. 85).

M. Visser

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 2008

De Wekker | 16 Pagina's

INgeboekt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 2008

De Wekker | 16 Pagina's