Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wijsheid van boven (Bijbelstudie Jacobus 6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wijsheid van boven (Bijbelstudie Jacobus 6)

Bijbelstudie Jacobus 3: 13–18

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over wijsheid wordt op veel verschillende manieren gesproken. Heel bekend is de wetenschap waarin men nadenkt over wat om ons heen bestaat en gebeurt en daarvoor een goede verklaring probeert te vinden. Filosofie noemt men dit van oudsher, liefde voor de wijsheid. We kunnen twisten over de vraag of dàt nu de enige wijsheid is. De Bijbel spreekt heel anders over wijsheid. Kort gezegd noemt de Bijbel dàt wijsheid wat wij nu competentie noemen: kennis, inzicht en vaardigheid om een gesteld doel te bereiken.

Het doel dat een koning zich behoort te stellen, is zijn volk goed te regeren en te beschermen. Als hem dit lukt, noemen we hem een wijze koning.
De koning in Israël had wijzen in dienst. Zij moesten de koning helpen zijn doel te bereiken met hun adviezen. Ook anderen werden wijzen genoemd. Bijvoorbeeld Prediker, of de samensteller van het boek Spreuken. Deze wijzen hadden een ander doel, namelijk mensen en vooral jongelui de weg te wijzen naar een goed leven, goed in de zin van goed voor Gods aangezicht. Hierbij gold vooral: “Het begin der wijsheid is de vreze des Heeren.”
Schriftgeleerden en rabbi's, leermeesters, werden in de tijd van Jacobus ook als wijzen beschouwd. Zij zeiden te weten hoe een mens diende te leven voor Gods aangezicht. Omdat in de tijd van Jacobus zo de zaken stonden en omdat in het vorige gedeelte over deze leermeesters was gesproken, ligt het voor de hand te bedenken dat Jacobus vooral aan deze mensen denkt als hij over wijsheid begint.

Onderscheid maken
Jacobus wil dat de gemeenten zich bezinnen. Hebben ze wel goede leermeesters? De gemeenten moeten weten waarop ze zullen letten. Wie is wijs en verstandig onder u?
In het vorige gedeelte zijn de mensen vermaand niet te snel een leermeester te willen zijn. Ook had Jacobus gewaarschuwd voor onbewaakte tongen. Ieder moet weten hoe het hoort. Het is niet goed als in de gemeente partijen tegenover elkaar staan die op ruzietoon hun standpunten bepalen en bekendmaken.
De gemeenteleden zullen dus goed oppassen dat “wijze” leermeesters niet onbehoorlijk te werk gaan. Wijsheid en verstandigheid horen bij elkaar, beide woorden wijzen op de nodige competentie. De gemeenteleden moeten onderscheid kunnen maken. Iemand wierp zich op als leermeester, maar hoe gedraagt hij zich? Jacobus had al kritiek op scherpe tongen. Nu wijst hij op het tegenovergestelde ervan, zachtmoedige wijsheid of wijze zachtmoedigheid. Geen jaloersheid, geen gelijkhebberij, geen opdringerigheid, want zo geef je geen wijs voorbeeld. Het gaat om mildheid en om zachtmoedig dienen van God en de naaste.

Normaal?
We kunnen onderscheid maken tussen wat “de mensen” normaal vinden en dat wat God goed noemt. Mensen vinden het heel normaal om hard tegen elkaar te keer te gaan. Een ruziestemming is maar zo gekweekt. Een ware wijze hoort daar niet aan mee te doen, sterker nog, hij hoort de mensen op iets anders te wijzen. Wie dat niet doet en een ruziestemming normaal vindt, heeft geen reden om zich op wijsheid te beroemen. Je zit ver van de waarheid als je mensen tegen elkaar ophitst in de naam van de waarheid. Ondanks alle inbeelding heeft zoiets niet echt te maken met de waarheid. Je pretentie is dan een leugen. Je bent op aardse wijze bezig. Echte waarheid is van God afkomstig, echte wijsheid ook. Echte wijsheid is goed geestelijk. Aardse wijsheid is dat niet, die komt voort uit onze eigen gedachten en meningen, verdorven door de leugen. De leugen is van de duivel afkomstig, dus kan zulke wijsheid duivels of demonisch genoemd worden, al zijn de mensen misschien gewend om dit normale wijsheid te vinden. Dat het duivelse wijsheid is, blijkt uit de gevolgen. De duivel wil kwaad doen en chaos veroorzaken, overal en zeker in Gods gemeenten. Dat krijgt hij voor elkaar door het zaaien van afgunst en partijdigheid. Want dat wordt weer gevolgd door allerhande kwaad, wanorde en slechte praktijken. Daarom moeten de leden van de gemeente goed toezien op de gang van zaken. Hoe gedragen hun leermeesters zich?

Wijsheid van boven
Tegenover alle heftigheid en uit de hand gelopen toestanden staat de wijsheid die gewerkt is door de Heilige Geest. Dat is hemelse wijsheid omdat de bron ervan in de hemel gevonden wordt. Psalm 12: 7 laat dat op een eigen manier zien. Gods Woord is zuiver, als zilver dat vele malen gelouterd is. Zo zuiver is Gods Woord en zo zuiver is ook de wijsheid die de Geest daarmee werkt.
Die zuivere wijsheid kan ook niet gekoppeld worden aan iets wat slecht is. Daarom is het onmogelijk dat deze wijsheid opgaat in strijd of in partijdigheid. Ze kan alleen maar de vrede op het oog hebben. Ze kan niet hatelijk zijn, maar moet vriendelijk, inschikkelijk zijn. Ze kan niet agressief en hard zijn, je kunt met zulke wijze mensen goed praten. Deze wijsheid kan niet zelfzuchtig zijn, is juist vol barmhartigheid, wat blijkt uit alles wat ze doet, uit de vruchten van haar geloof. Ze is recht door zee, door en door oprecht.
Zulke wijze leermeesters veroorzaken geen bittere partijen in een gemeente. Het is Jacobus om vrede te doen. Echte wijsheid brengt die. Bij die wijsheid hoort gerechtigheid. Jacobus vergelijkt dit met werk op de akker. Het graan wordt gezaaid in de hoop op een grote opbrengst. Zo leert de Heere Jezus het ook in Zijn gelijkenissen. Het wordt gezaaid, groeit op en brengt veel vruchten voort. Hier wordt in vrede gezaaid, met het doel vrede te oogsten. De rechtvaardige vrucht die dit oplevert is – hoe kan het anders – vrede.


Gespreksvragen
1. Bedoelt Jacobus hier dat we niet boos mogen worden?
2. Mag je in een gemeente het wel onderling oneens zijn?
3. Hoe kun je op verstandige wijze dwaalleer in de gemeente bestrijden?
4. Vergelijk het optreden van Jacobus in Hand. 15 met wat hij hier in zijn brief zegt.
5. Vergelijk het optreden van Paulus en Barnabas en de gemeente van Antiochië met wat Jacobus hier in zijn brief zegt.

G. van 't Spijker
(Drs. G. van 't Spijker is emerituspredikant en woont in Baarn.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Wijsheid van boven (Bijbelstudie Jacobus 6)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 2008

De Wekker | 16 Pagina's