Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziekte en genezing in de nieuwtestamentische brieven (Geloven maakt gezond 4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziekte en genezing in de nieuwtestamentische brieven (Geloven maakt gezond 4)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In onze tijd is er veel aandacht voor de gave der genezing, één van de gaven van de Geest (1 Korinte 12: 9). Ook is er veel aandacht voor ziekenzalving (Jakobus 5: 14). In de nieuwtestamentische brieven worden deze zaken echter slechts terloops genoemd

De brieven in het N.T. geven veel aandacht aan het lijden van de gelovigen om Christus’ wil. Aan dat lijden wordt eerst aandacht gegeven om aan het slot terug te komen op de gave der genezing en de ziekenzalving.

Lijden om Christus
Lijden om Christus’ wil is voor Paulus geen theorie maar werkelijkheid. In zijn brieven geeft hij daar veel aandacht aan, niet het minst in die aan de gemeente in Korinte. Die gemeente lijdt aan geestelijke hoogmoed. Het lijkt wel alsof ze denken dat ze al in Gods Koninkrijk zijn (1 Korinte 4: 6- 8). Was het maar waar, schrijft Paulus, dan zou ik ook al koning zijn net als jullie. Paulus heeft integendeel te maken met vele vormen van lijden, zoals honger en dorst, vuistslagen en vervolgingen (1 Kor. 4: 9-13). Uiteraard lijdt Paulus daaronder, maar het is ook een vreugde voor hem. Dat blijkt uit zijn belijdenis dat aan gelovigen de genade verleend wordt om voor Christus te lijden (Filippenzen 1: 29). Hij verblijdt zich over wat hij voor de gemeente lijdt (Kolossenzen 1: 24). Alle gelovigen delen overvloedig in dat lijden (2 Kor. 1: 5). Aan dat lijden zal pas een einde komen als de Here komt en de heerlijkheid over ons zal worden geopenbaard. Het lijden van de tegenwoordige tijd weegt niet op tegen die heerlijkheid (Romeinen 8: 18). Deze woorden hebben vooral betrekking op het lijden om Christus’ wil. Maar in het verband blijkt dat dit lijden hoort bij heel het lijden in dit aardse bestaan waarvan de zonde de bron en de drijfveer is.

Tot de dag van de opstanding lijden gelovigen. Ze hebben te maken met verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar of het zwaard. Dat alles kan hen niet scheiden van de liefde van Christus, ook de dood niet (Rom. 8: 35-39). Ziekte noemt Paulus niet, maar ze past wel in de reeks die hij noemt, zeker bij de dood.

Doorn in het vlees
Paulus leed aan een doorn in zijn vlees (2 Kor. 12: 1-10). Er is verschil van mening over de vraag of die doorn lichamelijk of geestelijk lijden was. Met de meeste uitleggers denk ik dat die doorn een lichamelijk lijden was. Waaraan hij leed, valt niet meer met zekerheid te zeggen. Dat is blijkbaar niet belangrijk. Wel van belang is hoe hij ermee omgaat. Hij noemt zijn doorn een engel van satan. Dat onderstreept de waarheid dat de duivel de bron van alle ellende is, ook van lichamelijk lijden. Maar Paulus zegt ook dat die doorn hem is gegeven. Met deze zegswijze bedoelt hij te zeggen dat God hem die doorn gaf. Dat betekent echter niet dat hij berustte in zijn lijden. Hij zag er niet alleen Gods hand in, maar ook die van de duivel. Daarom bad hij om van zijn lijden te worden verlost. Gods antwoord – mijn genade is u genoeg – maakte hem duidelijk dat God door die doorn hem nederig wilde houden. Paulus was zwak door die doorn, maar mede daardoor was hij machtig in de evangelieverkondiging. Daarom aanvaardde Paulus zijn lijden, met vreugde zelfs. Dit lichamelijk lijden was voor hem lijden om Christus’ wil.

Ander lijden
Bij een ziekte van een gelovige wordt dikwijls gewezen op de doorn van Paulus. Is dat terecht? Want wanneer gaat het nu bij ziekte om lijden om Christus’ wil? Heeft God voor ziekten niet de gave van de genezing gegeven? In de nieuwtestamentische brieven wordt weinig over ziekte gesproken. In Galaten 4: 13 vertelt Paulus terloops dat hij ziek was toen hij aan zijn lezers voor het eerst het evangelie verkondigde. We weten niet aan welke ziekte hij toen leed. We weten wel dat deze ziekte hem niet verhinderde om het evangelie te verkondigen.
In Fil. 2: 27 vertelt Paulus dat Epafras doodziek was, maar dat God hem genas. Hoe God dat deed, vertelt hij er niet bij. In 2 Timoteüs 4: 20 schrijft Paulus dat hij Trofimus ziek in Milete heeft achtergelaten. We krijgen niet te horen of en hoe hij gezond werd.
In 1 Kor. 15: 50-58 maakt de apostel duidelijk dat ons lichaam de onvergankelijkheid niet kan beërven omdat het vergankelijk is. Een ingrijpende verandering, van sterfelijk naar onsterfelijk, is noodzakelijk. Dat zal gebeuren als aan de macht van de dood een einde komt; aan Christus is de overwinning.

Door het geloof in Christus zijn we al overwinnaars. Want wie in Hem gelooft, hééft eeuwig leven. Ondanks dat leven in Christus, is de dood er nog en de zonde. En ziekte, voeg ik eraan toe. Ons lichaam is nog steeds een vernederd lichaam (Fil. 3: 21). In 2 Kor. 4: 16-5: 10 schetst Paulus dat ook het lichaam van de gelovigen vervalt. Hun aardse tent wordt afgebroken door het verouderingsproces, ziekte en dood. Maar ondanks dat mogen zij goede moed hebben. Want de dag komt dat het sterfelijke door het leven zal worden verslonden. Dat is nog niet zichtbaar zolang we leven in geloof. Maar in het geloof wordt de innerlijke mens wel van dag tot dag vernieuwd. Door de gave van de Geest, die als onderpand van de erfenis is gegeven, is er uitzicht op de komende heerlijkheid.
Dit geloof – het leven is Christus – doet Paulus belijden dat het sterven winst is. Daarom verlangde hij ernaar om te sterven en met Christus te zijn (Fil. 1: 21-24). Het betekent ook voor eeuwig het einde van alle ziekten.

Genezing
God heeft toch ook voor nu het einde van ziekte beloofd? Heeft Hij niet daarvoor de gave der genezing gegeven? In 1 Kor. 12: 9 noemt Paulus de gaven van genezingen, naast andere gaven van de Geest. In 1 Korinte wil hij vooral schrijven over de manier waarop in de gemeente de gave van het spreken in tongen wordt gebruikt (zie 1 Kor. 14: 1-2).
Ook de gaven van genezingen noemt Paulus terloops èn alleen in deze brief. Opmerkelijk daarbij is dat juist in deze brief blijkt dat in de gemeente van Korinte veel zieken en sterfgevallen zijn (1 Kor. 11: 30).
Paulus verrichtte zelf genezingen, zoals blijkt uit Handelingen: een verlamde man (14: 10) en op Malta de vader van Publius (28: 8). Ook wekte hij Epafras op uit de dood (20: 10). Blijkbaar had Paulus de gave der genezing, maar niet altijd. Want hij werd op zijn gebed zelf niet gezond van de kwaal waaraan hij leed. Ook genas hij Trofimus niet en Epafras werd wel genezen, maar niet door zijn toedoen (zie boven).
De uitdrukking die Paulus in 1 Kor. 12: 9 gebruikt is opvallend door het dubbele meervoud: de gaven van genezingen. Dit maakt duidelijk dat het niet om een permanente gave gaat die sommigen krijgen om mensen van elke ziekte te genezen. Deze gave wordt gegeven, zowel aan verschillende personen als met het oog op verschillende situaties. Deze gave werd gegeven in een tijd dat er nog weinig medische kennis was. Medische kennis is ook een gave voor genezing. Daarmee bedoel ik geen streep te trekken tussen de tijd van het N.T. en nu. Maar er is wel verschil zichtbaar tussen toen en nu. En ook tussen de tijd van Jezus en de apostelen en de tijd daarna, zoals beschreven in de brieven van het N.T. In die brieven is de gave der genezing niet dominant aanwezig.

Jacobus 5
Een uitzondering lijkt Gods belofte in Jakobus 5: 15a te zijn dat het gelovige gebed de zieke gezond zal maken. Die belofte is vaak slechts van toepassing geacht op de lezers van Jakobus, maar krijgt in onze tijd steeds meer aandacht, inclusief de ziekenzalving (5: 14). Bij alle discussie over de toepassing moet de eerste vraag zijn: wat schrijft Jakobus precies in 5: 14-20?
Hij wekt doodzieke gemeenteleden op om de oudsten van de gemeente te roepen om voor hen te bidden en hen met olie te zalven. Die zalving noemt hij slechts één keer en terloops, het gebed zes keer en met nadruk. De zalving is blijkbaar bijzaak, het gebed de hoofdzaak.
Een ander belangrijk punt in dit gedeelte is de relatie die wordt gelegd tussen ziekte en zonde. Daarmee geeft Jakobus geen algemene waarheid, niet in de zin dat iemand ook zonder zonde zou kunnen zijn, noch dat ziekte altijd het gevolg van een concrete zonde is. Hij heeft het blijkbaar over gelovigen bij wie het verband tussen ziekte en zonde er wel is. Daarom legt hij niet op genezing de nadruk maar op vergeving. De Here redt de zondaar van de dood. Hij redt hem op het gebed ook van zijn ziekte. Dat doet God nadat de zieke zijn zonde heeft beleden en op het gebed van de oudsten. God doet de doodzieke opstaan, zoals er bij Jezus’ komst opstanding uit de dood is.
De genezing onderstreept dat God vergeving heeft geschonken. Zo onderstreept de zalving het gebed, en de overtuiging dat de redding alleen te danken is aan Christus en het werk van zijn Geest.

Dit gedeelte is belangrijk voor de christelijke gemeente van alle tijden. Als het echter alleen wordt toegespitst op genezing en haar toeleidende weg is de toepassing te mager. Zeker geneest God zieken op het gebed. Maar dat gebeurt niet altijd. Jakobus zegt, samengevat, dit: God doet de gevallen mens opstaan. Hij redt door het geloof in Christus. Hij geeft eeuwig leven, waarvan genezing een sprekend teken is. Geloven maakt gezond.

D. Visser
(Ds. D. Visser dient de gemeente van Broeksterwoude-Petrus.)

Voor reacties: dirkvisser@hetnet.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Ziekte en genezing in de nieuwtestamentische brieven (Geloven maakt gezond 4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 2008

De Wekker | 16 Pagina's