Marktplaats

De tempel, het huis van God, is een plaats van de dienst aan God, van gebed en van zang. Ja, zo hoort dat te zijn. Maar het lijkt er niet op. Het is een marktplaats geworden.

Offer – Als iemand buiten de tempel een offerdier kocht, was de kans groot dat het werd afgekeurd. De priesters hadden 600 kenmerken vastgesteld waaraan het moest voldoen. Dieren op het tempelplein waren al goedgekeurd.

Ossen en schapen laten hun geloei en geblaat horen. Mest ligt overal. Duiven worden te koop aangeboden. Geldwisselaars doen handel. Er is niemand die zich bekommert om de herrie en de troep. De Joden, dat zijn de overpriesters en schriftgeleerden die ‘baas zijn’ laten het toe. Ze stimuleren het zelfs, want ze verdienen eraan. Geld, dat vinden ze belangrijk. In dit verband denken ze even niet aan de grootheid en heiligheid van God. Er is geen eerbied.
Denk er eens goed over na hoe jouw verhouding tot God is. Heb je eerbied voor Hem? Wil je graag met Hem spreken over je leven? Geld maakt niet gelukkig. De Heere Jezus wel.

De Joden zijn woest als de Heere Jezus de tempel reinigt. ‘Zonde’ van het geld, van de winst. Boos vragen ze Hem: “Wie heeft U het recht gegeven dit te doen? Welk teken toont U ons?”

Tempelgeld – elke Israëliet boven de 20 jaar, moest een halve sikkel betalen. Dit was tempelbelasting die ieder jaar in de maand voor Pasen betaald moest worden. Dit mocht alleen betaald worden in de ‘heilige’ joodse sikkel. De ‘heidense’ munten hadden heidense opschriften en afbeeldingen. Op de Griekse munt stond een afbeelding van een heidense afgod, op de Romeinse een afbeelding van de keizer. Dit geld was onrein, volgens de Joden. De joodse sikkel was schaars en werd dus op het tempelplein duur verkocht.

De Tempel
“Breek deze Tempel af en in 3 dagen zal Ik hem oprichten.” Wat een vreemd antwoord. De Joden begrijpen er niets van. De Heere Jezus maakt hier de vergelijking van de tempel en De Tempel. De tempel hebben de Joden gemaakt tot een rovershol. Er wordt oneerlijke handel gedreven.

Zo zullen de Joden doen met Jezus, De Tempel. Ze zullen Hem verhandelen als een slaaf. Ze zullen Hem onteren en belasteren. Ze zullen Hem tot de dood veroordelen.

De Joden begrijpen Jezus’ antwoord niet. Zelfs de discipelen niet. Wel bewaren zij Jezus’ woorden in hun hart. Dat doe je toch als je van iemand houdt? Later was hen dat tot zegen. Na Zijn dood en opstanding herinneren ze zich dit, en geloven!
Bewaar zo de woorden van God in je hart. Ook al begrijp je het nu niet precies. Later kan dit nog veel zegen geven.

Geloof?
Velen geloven na de tempelreiniging in Jezus als Messias. Maar de Heere Jezus weet wat in het hart van de mens is. Ze vertrouwen zich niet persoonlijk aan Hem toe. Dat doen de discipelen wel.
Vertrouw jezelf maar helemaal toe aan de Heere Jezus. Zeg het maar eerlijk hoe het allemaal is. Voor de Heere Jezus ben je nooit te slecht. Hij wilde in jouw plaats staan als het grote Offer. Hij wil je reinigen van al je vuile zonden. Zo komt het weer goed met God. Jezus geeft je vrede.

(Betty Versluis is moeder en huisvrouw.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen