Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Ook onze kerken hebben missionaire werkers nodig’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Ook onze kerken hebben missionaire werkers nodig’

Bijbelschool de Wittenberg herbergt nogal wat christelijke gereformeerde jongeren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"De kerk mag wel meer naar buiten gericht zijn," vindt Leo Rovers, als vrijwilliger werkzaam bij ICF Utrecht en lid van de gemeente Utrecht-West. Maar om dat te verwezenlijken is mankracht nodig, mensen die daadwerkelijk aan de slag gaan. Bijbelschool de Wittenberg rust jongeren toe voor missionair werk in binnen- of buitenland.

“Binnen de kerken maken we ons misschien wel veel te druk over interne aangelegenheden, van liturgisch bloemschikken tot het psalmboek uit 1773. Ondertussen denken we maar weinig na over de vraag hoe we mensen buiten kunnen bereiken met het Evangelie,” verzucht Leo Rovers. Hij zet zich in voor ICF Utrecht, een missionair project met het doel een multiculturele gemeente te stichten. “Het ideaalbeeld zou zijn dat elke gemeente een groep van tien missionaire werkers zou hebben. Uiteraard verschilt het per gemeente, maar het werk kan verder uitgebouwd worden.”

Passie
Zo’n vijftig jongeren verorberen hun lunch aan donkere, houten tafels. Voorovergebogen boven boterhammen en bekers melk delen ze hun verhalen. Misschien zijn zij het begin van Leo Rovers’ ideaalbeeld. Het zijn de leerlingen van de Wittenberg en allemaal kennen ze iets van dezelfde passie: het Evangelie uitdragen. Gedurende een eenjarige opleiding worden ze toegerust voor een taak in het Koninkrijk. Dit kan via een programma van Bijbelstudie en geloofsopbouw, maar ook via de meer toegespitste opleidingen voor missionair werk in binnen- of buitenland.
Elk jaar is ongeveer tien tot twintig procent van hen afkomstig uit de Christelijke Gereformeerde Kerken. Zo ook Corjan Visser (26). “Als klein kind wilde ik dominee worden. Dat heb ik volgehouden tot op de havo. Daar is mijn passie wat zoekgeraakt. Ik heb een economische studie gevolgd, heb een jaartje pabo gedaan en ben toen gaan werken. Maar ik voelde me niet op mijn plaats. De oude passie bleef knagen.” Uiteindelijk hakte Corjan de knoop door: hij stopte met werken, schreef zich in op de Wittenberg en verhuisde naar Zeist.

Pijl en boog
De Bijbelschool weet zich verbonden met de reformatorische kerken, waaronder de Christelijke Gereformeerde Kerken. Hoewel de studenten wonen in de leefgemeenschap van de Wittenberg, worden ze gestimuleerd om goede contacten met hun thuisgemeente te onderhouden. Vaak gebeurt dit via een jeugdleider, ouderling of predikant, met wie de leerling ervaringen deelt. De opleiding wordt door kerken ook financieel ondersteund. Dat geld is hard nodig, omdat studenten geen studiefinanciering ontvangen, maar wel een jaar lang intern wonen en studeren.
Heleen den Boer, coördinator PR en fondsenwerving van de Wittenberg: “Veel jongeren die hier komen studeren, zijn al actief in hun gemeente. We hopen dat ze datgene wat ze hier leren weer mee terugnemen naar de kerk. Een jaar Bijbelschool werkt als een pijl en boog: studenten worden aangespannen en daarna afgeschoten. Toegerust en uitgezonden.”
Veel ex-studenten van de Wittenberg gaan als vrijwilliger of voltijds aan de slag in een kerkelijke gemeente of bij een christelijke organisatie.

Pionieren
Tijdens de opleiding leren studenten zichzelf kennen en hun geloof handen en voeten geven. Een stage bij een kerk of christelijke organisatie speelt hierin een belangrijke rol. Corjan: “Ik loop stage bij Youth for Christ in een sociaal project op een middelbare school met veel allochtone jongeren. Daar ben ik vooral bezig met pionieren en het bouwen van relaties. Maar ik heb ontdekt dat ik meer van een vaste structuur houd, waarin iedereen weet wat je komt doen – evangeliseren – en waarin ik zelf ook een omlijnde taak heb. Het is mijn passie het Evangelie uit te dragen met woorden.” Zijn ervaringen met het campingwerk van Dabar passen beter bij zijn persoonlijkheid, concludeert Corjan: “Ik wil kinderen vertellen over Jezus. Het is heerlijk om kinderen naar de activiteitentent te zien komen, terwijl ze weten dat het over God gaat.”
Geloven, maar ook missionair werk doe je niet alleen, vindt de Wittenberg. De studenten delen hun belevenissen met elkaar. Ze eten samen en corveeën samen. Ook tijdens de lessen wordt aandacht besteed aan hun stage- ervaringen. Annelies Blankestijn (25) vindt dit waardevol. “Iedereen zit weer op een andere plek en is op een andere manier bezig. Je kunt veel van elkaars aanpak en ervaringen leren.”

Nederlandse les
Annelies loopt zelf stage bij ICF Utrecht en wordt begeleid door Leo Rovers. Momenteel verzorgt het project tweemaal per maand een bijeenkomst voor de niet-Nederlands sprekende inwoners van Utrecht, worden er Bijbelstudies aangeboden en worden allochtone christenen gekoppeld aan een buddy, waarmee ze een vertrouwensband ontwikkelen. “Ik bezoek zelf een Afghaanse vrouw in het asielzoekerscentrum. Ik geef haar èn haar niet-gelovige buurvrouw Nederlandse les. We oefenen door te lezen uit de kinderbijbel,” lacht Annelies. Daarnaast bezoekt ze de diensten en is het haar ‘opdracht’ om het gemeenschapsgevoel te stimuleren, wat ze doet door het organiseren van gezamenlijke maaltijden op de zondagen dat er geen bijeenkomst is.
Om te komen tot een zelfstandige gemeente is groei nodig en ligt er nog veel werk. Leo Rovers: “Er is veel te doen, maar er zijn weinig arbeiders. Daarom konden we een stagiaire van de Wittenberg goed gebruiken. We zijn blij met de samenwerking. Annelies is de eerste, maar ik hoop zeker niet de laatste.” Heeft een ‘arbeider’ afkomstig van de Wittenberg meerwaarde voor de organisatie? “Dat is een lastige vraag”, reageert Leo Rovers, “ik merk wel dat er structuur zit in Annelies’ aanpak. Het mooie aan deze stageregeling voor de ICF is dat ze beschikbaar is. We werken voornamelijk met vrijwilligers die zich naast hun gewone baan inzetten voor het project. Dat is goed, maar betekent ook dat we weinig kunnen verwachten. Vaak zijn er andere dingen die voorgaan op het project. Annelies heeft de tijd en zorgt dat er echt dingen gebeuren. Bovendien zet ze zich volledig in, ze is betrokken. Een rolmodel van hoe je zou willen dat iedere missionaire werker aan de slag ging,” lacht Rovers. “Ze werkt vanuit haar passie.”

Getuigen
Het blijkt een rode draad die alle studenten aan de Wittenberg verbindt: passie. Hoewel Annelies eerder werkte als verpleegkundige, zei ze haar baan op om zich te richten op een missionaire taak. “Ik ben één van de weinige jongeren uit mijn thuisgemeente (CGK Emmeloord) die direct betrokken is bij een missionair project.” Dat heeft met haar interesses te maken, vermoedt ze. “Voor mij was dit iets dat al heel lang op mijn hart lag, waar ik altijd al meer mee wilde doen. Nu heb ik eindelijk de stap genomen. Mijn vrienden staan hier anders in. Ze getuigen natuurlijk wel van hun geloof, maar ze geven dat vorm in hun eigen dagelijkse leven, niet in een project. Ze zijn actief in de kerk of evangeliseren door gesprekken op het werk en hun houding op de sportclub.” Het ene werk is niet belangrijker dan het andere, benadrukt Annelies. “Maar als ik enthousiast vertel over mijn stage en de Wittenberg, hoop ik wel dat mensen gaan nadenken over hoe zij zelf invulling kunnen geven aan hun geloof. Misschien past een missionair project bij hen. Er is veel mankracht nodig, maar jongeren weten vaak niet welke mogelijkheden er zijn.”
Zowel Corjan als Annelies willen na dit jaar Bijbelschool betrokken blijven bij ‘christelijk werk’. Over de precieze invulling denken ze nog na. “Het is lastig om een betaalde baan te vinden in deze hoek. Als je fulltime missionair bezig wilt zijn, moet je meestal met een achterban werken. Ik vind het moeilijk om mijn hand op te houden,” bekent Corjan. “Maar een evangelisatieproject voor kinderen in de schoolvakanties of bijvoorbeeld op woensdagmiddag kan op mij rekenen.”

Slagveld
Ook Annelies denkt aan een combinatie. “Misschien kan ik mij twee dagen per week inzetten voor een organisatie en parttime als verpleegkundige blijven werken.” Eén ding weet ze zeker: “Ik wil verder met missionair werk. Het Evangelie is geweldig en ook het contact met mensen uit andere culturen vind ik mooi. In dat contact krijg je veel terug. Bovendien denk ik dat het belangrijk is dat we als christenen naar buiten treden en door onze daden laten zien dat we christen zijn. Het is gewoon ontzettend gaaf om te doen!”
Leo Rovers vult haar aan: “Ik denk dat het je ook heeft geraakt om Gods Geest aan het werk te zien. Dat is iets wat ons allemaal treft in dit project. In plaats van naar de kerk te gaan, een preek te consumeren, koffie te drinken en de week weer af te wachten tot de volgende preek, bevind je je nu op het slagveld. Je bent bezig om van de duivel terrein te winnen. Je ziet voor je ogen mensen veranderen en mooie dingen gebeuren. Ik denk dat het meemaken van Gods werk datgene is wat het ‘gaaf’ maakt.”

www.dewittenberg.nl
www.icf-utrecht.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 2008

De Wekker | 16 Pagina's

‘Ook onze kerken hebben missionaire werkers nodig’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 2008

De Wekker | 16 Pagina's