Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eerbied voor zoon en dochter (Ouderschap in Bijbels licht 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eerbied voor zoon en dochter (Ouderschap in Bijbels licht 2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Liefde van ouders voor kinderen is niet vanzelfsprekend. Onze cultuur is gericht op zelfverwerkelijking, terwijl kinderen juist zelfverloochening vragen. Onze economie is gebaat bij flexibiliteit en verandering, terwijl kinderen juist behoefte hebben aan structuur. Ons westerse leefpatroon is gestempeld door genieten, terwijl begeleiding van kinderen juist offers vraagt. Het denken van onze tijd is gekenmerkt door individualisme, terwijl zorg voor kinderen juist een appel doet op gemeenschapszin. Vrouwen stellen om diverse redenen het krijgen van kinderen steeds meer uit, terwijl de problemen rond late zwangerschappen bekend zijn.

Komt ouderschap tot zijn recht in een cultuur waarin mensen meer gewend zijn aan de gedachte van consumeren, zelfontplooiing, arbeidsparticipatie en loopbaanontwikkeling dan aan de gedachte van zichzelf wegcijferende liefde? Talrijk zijn de gevallen van lichamelijke en seksuele mishandeling, en fysieke en emotionele verwaarlozing. Kinderen raken verward door situaties rondom gescheiden ouders. Steeds minder mensen zijn bij een huwelijksconflict bereid tot voortzetting van het huwelijk omwille van de kinderen. Per jaar verlaten ongeveer zestigduizend kinderen zonder diploma hun school.
De problematiek rond kinderen en jongeren is onderwerp van publiek debat. Instellingen voor pleegzorg verwachten een forse toename van het aantal gevallen van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Bovendien neemt de problematiek onder pleegkinderen toe. Voldoen ouders nog aan de psychische en sociale voorwaarden die nodig zijn voor het ontvangen en daadwerkelijk helpen van kinderen?

Band van het woord
Stellig is een van de oorzaken van deze problematiek de desintegratie van gezin en familie. Familierelaties worden steeds ingewikkelder. Ten gevolge van scheiding of andere verdrietige omstandigheden is het aantal gebroken gezinnen de laatste decennia sterk toegenomen. Bovendien is seriële monogamie (het achtereenvolgens hebben van verschillende partners) niet meer ongebruikelijk. Ook daardoor neemt stiefouderschap toe. Allerlei economische en culturele factoren hebben bijgedragen aan deze ontwikkelingen van desintegratie van gezin en familie, en de toename van de problematiek onder kinderen en jongeren.
Sterk speelt de gedachte mee dat huwelijk en gezinsvorming niet noodzakelijk aan elkaar verbonden zijn. Steeds meer kinderen worden buiten het huwelijk geboren. Gezinsvorming is zelfs mogelijk voor mensen van gelijk geslacht. De postmoderne mens heeft huwelijk en gezin van elkaar losgemaakt: beide verbanden zijn niet anders dan een product van menselijk denken en samenleven. Wel hechten mensen veel waarde aan het vormen van een gezin, maar de plaats van het huwelijk wordt ondergewaardeerd.

Daarentegen leert de Schrift dat het huwelijk de basis van het gezin is. Mensen kunnen niet straffeloos voorbijgaan aan de gegeven morele orde. Ook de natuur leert dat: een vaste stabiele huwelijksrelatie tussen man en vrouw biedt de beste garantie voor een goede opvoeding. Een overheidsbeleid dat opkomt voor jeugd en gezin, kan niet zonder een beleid dat gericht is op de bevordering van de maatschappelijke waardering van het huwelijk (tussen man en vrouw).
Toch is een natuurlijke band tussen ouders en kinderen nog geen garantie voor een goede invulling van de ouderlijke taak. Zorg van ouders voor hun kinderen is niet vanzelfsprekend. Er is meer nodig dan alleen een natuurlijk gevoel. Wat ouders moet verbinden met hun kinderen is een natuurlijk gevoel dat geheiligd is door het woord van God. Dat woord zet gevoelens in de juiste context, is een bron van wijsheid, geeft onderwijs in vorming en begeleiding van kinderen. Het spreekt over geloof, hoop en liefde, over gerechtigheid, verzoeningsbereidheid en eerbied.
Ouders die de meest nabije naasten voor de kinderen zijn die God op hun weg heeft geplaatst, mogen hun natuurlijk gevoel en inzicht laten aanscherpen en corrigeren door het spreken Gods.

Voor welk kind een naaste?
Naast de eigen, natuurlijke kinderen plaatst God andere kinderen op onze weg die hulpeloos zijn en wachten op verzorging en een veilig thuis, geborgenheid en toekomstperspectief. Altijd en overal ter wereld zijn kinderen door familie of vrienden opgevangen in situaties waarin de eigen (biologische) ouders geen zorg meer konden bieden. Informele pleegzorg en netwerkouderschap zijn van alle tijden. Bij dat alternatieve ouderschap is niet de bloedband beslissend, wel de belofte en het gebod van God. En ook wie langs een formele weg een pleegkind opneemt in zijn huis, is door de band van het woord van God aan dat kind verbonden.
Wanneer we daarvoor openstaan, treffen we vele kinderen aan die wachten op een herberg waar ze mogen herstellen van hun wonden, of kortere of langere tijd mogen verblijven omdat ze niet meer bij de eigen ouders kunnen zijn.

Evenals bij pleegzorg staat bij adoptie niet de kinderwens van de adoptieouders centraal, maar de hulpverlening aan het kind in nood. Verwelkoming van een kind dient allereerst het eigen welzijn van dat kind, niet de opvulling van een leegte bij potentiële ouders. Na het welzijn van het kind komen andere doelen in het vizier. Dat doel is bijvoorbeeld het verschaffen van een diepere zin en betekenis aan het eigen leven, of de opbouw van kerk en samenleving. Maar de eerste reden is altijd het kind in nood en zijn specifieke waarde. Dan mogen ook andere factoren een rol spelen, bijvoorbeeld het plezier in omgaan met kinderen en de vreugde om het feit dat een kind daadwerkelijk groeit op zijn weg naar volwassenheid.
Dit adoptie- en pleegouderschap vraagt veel. Het bieden van een thuis aan een pleeg- of adoptiekind, is zeker niet gemakkelijk. Vaak betreft het kinderen die een specifieke problematiek met zich meebrengen, of kinderen die door het bestaan ernstig zijn aangetast in hun zijn. En soms kan ook de omgang met ‘eigen’ kinderen een behoorlijke problematiek met zich meebrengen.

Ouderschap blijft een opgave. Maar de troost van ouders is dat ze mogen rusten op de belofte van God. God belooft zijn hulp en bijstand ook wanneer het ouderschap verdriet geeft en grote zorg. De band die ouders met kinderen verbindt, is het woord van God. Dat woord spreekt over Gods liefde in Christus. Die liefde blijft wanneer de motivatie voor het omgaan met zogenaamde ‘moeilijke’ kinderen afneemt; ze voedt en versterkt de ouderlijke liefde.

Eerbied vanuit de liefde
Deze liefde houdt in dat ouders kinderen ruimte geven. Dat geldt in de eerste plaats al in letterlijke zin: ze stellen hun huis voor hen open. Maar dit geldt ook in psychisch en sociaal opzicht. Ouders geven hun kinderen psychische en sociale ruimte zodat ze zich met hun eigen gaven en talenten kunnen ontplooien. Daarnaast bevordert de liefde het welzijn van kinderen, weert wat hun mens-zijn schade doet, stelt grenzen, en biedt hulp op hun weg naar volwassenheid. Naast de vreugde die gelovigen ontvangen wanneer zij hun huis openzetten voor kinderen en gericht zijn op wat hun welzijn dient, is nodig dat ze zichzelf beperkingen opleggen en hun eigen levensverhaal aanpassen. De troost van het evangelie is dat God de liefde die Hij gebiedt door zijn heilige Geest zelf schenkt.

Met liefde gaat respect (of: eerbied) gepaard. Dit respect betekent geen kritiekloze acceptatie en verering van wat kinderen doen. Dat soort verering is een vorm van verwaarlozing, geen echte hulp op weg naar volwassenheid. Eerbiediging impliceert waardering maar ook correctie. Dit respect naar de norm van het woord van God komt kinderen toe omdat ze niet ons eigendom zijn. Ze zijn ons gegeven en aan onze zorg toevertrouwd als een bijzondere gave: geen wezens die primair het eigen geluk van mensen moeten bevorderen, maar personen-in-wording die in een directe relatie staan tot God en alleen al op grond van die relatie een bijzonder eerbiedwaardigheid bezitten.

Voor heel de persoon
Respect en eerbied voor het kind heeft betrekking op heel zijn persoon. Dat persoon-zijn wordt met name bepaald door zijn relatie tot God: alleen die relatie brengt het mens-zijn tot zijn uiteindelijke bestemming. Ouders helpen het kind op zijn weg naar een volwassen relatie tot God. Ze weren wat deze relatie schaadt en bevorderen wat die relatie dient. Dit respect betreft eveneens de uniciteit van het kind. Elk kind is uniek: het heeft eigen gaven en talenten. Daarom zullen ouders het kind niet overvragen, maar evenmin onderschatten. Ze zullen bevorderen wat het welzijn van deze unieke mens dient en hem helpen en ondersteunen op zijn weg naar volwassenheid. Daarbij hebben ze respect voor het geheim van hun kind. Dit respect kent enerzijds nabijheid vanwege de specifieke verhouding, maar anderzijds afstand. Het bewaart ouders ervoor dat ze hun kinderen willen modelleren naar hun eigen beeld.

Eerbied geldt alle aspecten van de persoon van het kind. Een voorzien in lichamelijke behoeften kan niet zonder een psychische en geestelijke begeleiding. Lichaam, ziel en geest horen bijeen. Ook past daarbij respect voor de eigen ontwikkeling die het kind doormaakt. God zet een mens niet aan het einde van de weg van zijn persoon- zijn, maar aan het begin van die weg. Daarom is aandacht nodig voor de eigen fasen van het kind op weg naar volwassenheid: het ongeboren kind, de baby, de peuter, de kleuter, het schoolkind, de puber en de adolescent. Kennis van elke fase is onontbeerlijk voor adequate hulp en ondersteuning op de weg naar fysieke, psychische en geestelijke volwassenheid. De eerbiediging van de persoon van het kind, gedifferentieerd naar leeftijd en situatie, is de dragende grond van ouderlijk doen en handelen. Elke vorm van manipulatie van het kind, elke schending van zijn uniciteit en aantasting van zijn geheim, is een belediging en ontering van zijn mens-zijn, een vorm van dehumanisering. Het woord van Petrus dat spreekt over eerbied voor alle mensen geldt niet in de laatste plaats voor zoon en dochter.

D.J. Steensma
(Dr. D.J. Steensma is predikant van Veenwouden.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Eerbied voor zoon en dochter (Ouderschap in Bijbels licht 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 2008

De Wekker | 16 Pagina's