Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik en mijn huis, wij zullen de HEERE dienen (Huisgodsdienst 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik en mijn huis, wij zullen de HEERE dienen (Huisgodsdienst 1)

Deuteronomium 4: 1-14

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een tweetal artikelen willen we nadenken over het thema 'huisgodsdienst'. De betekenis van die term kunnen we omschrijven als: de Heere dienen met de kinderen die Hij ons eventueel geschonken heeft. In het dienen van Heere gaat het om het eren van Zijn heilige Naam. Daartoe werden Adam en Eva geschapen en aan elkaar gegeven. Die opdracht is blijven staan na de zondeval. Wanneer Christus ons door Zijn bloed gerechtvaardigd heeft voor God, dan komt diezelfde opdracht in een herstelde verhouding tot God weer naar voren. Ons leven zal de eer van God groot maken.

Wat is nu die ‘eer van God’ en wat behoort daartoe? De Schrift verbindt aan de eer van God begrippen als: Zijn heiligheid, hoogheid, majesteit, almacht, goedheid, rechtvaardigheid, barmhartigheid, genade, liefde.
Iets van die eigenschappen (of volkomenheden) van de Heere zijn te zien en te ervaren in Zijn schepping (Zijn grote werken) en Zijn verlossing (Zijn grote daden). Dat alles roept om de aanbidding van Zijn grote Naam.
Daar ligt dan ook de kern van de dienst aan de Heere: Zijn Naam aanroepen, Zijn grote werken loven en Zijn grote daden verkondigen. Dat geldt zowel voor de persoon, als voor het gezin en voor de gemeente.
Huisgodsdienst is dus als gezin samen Gods Naam aanroepen, Zijn grote werken loven en Zijn grote daden verkondigen.

Dubbele opdracht
De lijn die we keer op keer ontdekken in de Schriften is de opdracht en de aansporing om persoonlijk, als gezin en als volk de Heere te dienen. Het dienen van de Heere als gezin is onlosmakelijk verbonden met het persoonlijk dienen van de Heere.

We vinden in Deuteronomium 4 de dubbele opdracht om niet te vergeten wat Hij gedaan heeft en dat ‘niet vergeten’ zal uitkomen in het bekendmaken van Gods daden aan de kinderen en de kleinkinderen.
De dingen die hun ogen gezien hebben: dat zijn de grote daden van de Heere in de verlossing en uitleiding uit Egypte. Maar ook vs. 3-4! Hun ogen hebben twee dingen gezien: de straf op de zonden en de zegen op gehoorzaamheid.
In deze grote daden openbaart God Wie Hij is. In het bekendmaken daarvan aan hun (klein)kinderen gaat het niet om het vertellen van een paar historische feiten alleen. Maar om het doorgeven en uitleggen hoe de Heere in de geschiedenis is geweest voor een volk in slavernij.
Onze huisgodsdienst moet niet zijn een overdracht van Bijbelse feiten alléén (hoe noodzakelijk en onmisbaar ook!), maar een bekendmaken van die persoonlijke band aan de Heere die Hij gewerkt heeft. Het vertellen van Wie de Heere is en hoe Hij is opdat er een volk zal zijn dat Hem liefheeft en dient.
Daar komt het persoonlijk aspect naar voren: je moet Hem als vader of moeder daarvoor zèlf kennen: Wie is Hij? Wat is Zijn heilige eis op mijn leven? Hoe sta ik van nature tegenover Hem? Wat is de rijkdom van Zijn verbond? Wat is mijn zonde en schuld? Wat is Zijn vergeving en verlossing? Wat is het leven door en vanuit de genade?

Levende relatie
Het doorgeven en bekendmaken van Gods grote daden is het bekendmaken aan onze kinderen van de levende relatie met de levende God.
Het is niet het overdragen van een aantal religieuze regeltjes (dat en dat moet; en dat en dat mag niet) ... dat is de dood in de pot en dat haalt het Christendom naar beneden als was het ‘één van de mogelijke levensovertuigingen’ naast de andere wereldreligies.
Christen-zijn is geen ‘religie’ maar een ‘relatie’ door het geloof met de God Die leeft, Die spreekt, Die handelt, Die van ons af weet en Die in genade over ons zondige mensen Zich wil ontfermen!
Daar moeten we door genade persoonlijk iets van kennen, willen we onze kinderen kunnen opvoeden in de vreze des Heeren. Dan moet God Bewoner zijn van ons huis, Deelnemer aan ons gezinsleven. Dat betekent als vader en moeder laten zien Wie de Heere is in ons dagelijks leven en in ons dagelijks geestelijk leven.

Het bekendmaken van Gods grote Naam en Zijn daden zal dan ook altijd gepaard gaan met een ‘kennis van de heiligheid’ van God. In de levende relatie met God komt ook onze zondigheid en totale verlorenheid openbaar. Onze onheiligheid tegenover Zijn heiligheid. We kunnen niet ‘zomaar’ tot God naderen.
De noodzakelijkheid van wedergeboorte, geloof en bekering moeten centrale woorden zijn in de opvoeding van onze kinderen. Maar niet alleen als iets dat ‘ooit moet gebeuren’ maar daarbij ook het wonder: door genade zijn wedergeboorte, geloof en bekering ook mogelijk! Voor ons en voor onze kinderen. Dat moeten we ze voorleven en in liefde op het hart binden: meebidden om een nieuw hart, vergeving van zonden en het werk van de Heilige Geest in onze harten. Zonder dat werk van de Heilige Geest kunnen wij en onze kinderen niet voor God bestaan.

Voorhouden en voorleven
De grote daden van de Heere en Zijn Naam bekendmaken betekent ook: de wegen van de Heere voorhouden en voorleven. Dat is het concreet gaan in de weg van Zijn wet en getuigenis.
Daarin hebben we als ouders aan onze kinderen voor te houden dat zij keuzes moeten leren maken. Keuzes in boeken, muziek, locaties, media etc.
De Heere volgen en dienen brengt consequenties met zich mee. Die moeten ook genomen worden en van jongs af aan moeten we onze kinderen daarvan bewust maken en daarin leiden. Met de woorden van Jozua: Ik en mijn huis zullen de Heere dienen.
Huisgodsdienst kent iets van die wederliefde: wij willen de Heere dienen, omdat we iets hebben mogen zien van het wonder van Gods genade in Christus voor ons zondige mensen. Daarin ligt dan tegelijkertijd ook het bijzondere van het leven met de Heere, namelijk de rijkdom van het wonder dat de Heere de mogelijkheid schenkt om meer en meer te mogen leren van Zijn genade, liefde, trouw en barmhartigheid. Dat ware goud van Gods genade en liefde in Christus moeten we stellen tegenover al het klatergoud van de wereld dat onze kinderen (gaan) zien.

L.A. den Butter
(Ds. L.A. den Butter is predikant te Culemborg.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Ik en mijn huis, wij zullen de HEERE dienen (Huisgodsdienst 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 2008

De Wekker | 16 Pagina's