Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bijbel in beeld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bijbel in beeld

Religieuze schilderkunst uit de 17e eeuw tentoongesteld

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Gouden Eeuw spreekt nog altijd tot de verbeelding en mag zich momenteel in een toenemende belangstelling verheugen. Wie een boek wil lezen over deze bloeiperiode uit de vaderlandse geschiedenis, hoeft niet lang te zoeken. Tientallen zijn er beschikbaar, over allerlei aspecten uit de politiek, de wetenschap of de cultuur van die dagen. Maar er is meer. Daarom besteedt museum Catharijneconvent in Utrecht deze zomer aandacht aan een wat minder belichte kant van de 17e eeuw, de religieuze schilderkunst. Onder de titel 'Met passie geschilderd' zijn zon 70 topstukken tentoongesteld, die stuk voor stuk de moeite waard zijn om nader bekeken te worden.

Bij de schilderkunst uit de Gouden Eeuw denkt men al snel aan Rembrandt of Johannes Vermeer, en terecht. Het zijn echter slechts twee namen uit een omvangrijke categorie kunstenaars die zo tussen 1600 en 1670 met elkaar duizenden schilderijen vervaardigden. De Republiek van de Verenigde Nederlanden beleefde een grote economische, politieke en culturele bloei. De vraag naar mooie schilderijen steeg, vooral onder de rijkere particulieren: welvarende kooplieden of adellijke families. De kerk was een minder grote afnemer geworden sinds de gereformeerde godsdienst de overheersende was geworden en katholieken nog slechts in schuilkerken konden samenkomen. Maar op de vrije markt werd druk in kunst gehandeld. Typerend voor deze tijd zijn stillevens, schuttersstukken (zoals de Nachtwacht), genrestukken (het melkmeisje van Vermeer), landschappen, historiestukken en portretten. En dan natuurlijk de schilderstukken met een religieuze thematiek. Niet alleen Rembrandt wijdde zich daaraan, zoals de tentoonstelling laat zien. Hij had vele collega’s, die minder bekend werden dan hij maar uit dezelfde school stamden en minstens zo vaardig waren met het penseel als hij.

Italiaanse invloed
De manier van schilderen veranderde in de 17e eeuw. Dat proces was eigenlijk al begonnen in de 16e eeuw. Steeds vaker trokken schilders naar Italië om daar van grote meesters hun vaardigheden te leren. Onder hen ook Pieter Lastman, de latere leermeester van Rembrandt. Eén van de meesters bij wie men te rade ging was Michelangelo de Caravaggio (1571-1610). Hij hield van de natuurgetrouwe, realistische weergave met uiterste precisie, maar ook van het spel met donker en licht. Hij werd al snel beroemd, maar ook berucht. Men moest wennen aan zijn realisme: was het nu echt nodig om een heilige af te beelden met vieze nagels of een bruine huid? De esthetiek van die tijd schreef iets anders voor, en men vond het oneerbiedig.
Behalve op realisme legde deze Italiaanse schilder ook sterk de nadruk op de essentie van de afbeelding, op het verhaal dat erin opgesloten ligt. Daarom werden overbodige details weggelaten. In plaats daarvan werd meer aandacht besteed aan de expressie van de afgebeelde figuren, aan hun emotie. Hun gezichtsuitdrukkingen en gebaren stonden centraal en zorgden voor dynamiek in de schildering. Het werden mensen van vlees en bloed, die dichtbij ons staan en een verhaal te vertellen hebben. Door te spelen met donkere en lichte partijen werd dat effect nog versterkt.

Utrecht
Rond 1600 werd de vernieuwende, naturalistische wijze van schilderen ook buiten Italië populair. Er ontstond een internationale stroming die niet alleen in Frankrijk en Spanje, maar ook in de Noordelijke Nederlanden doordrong. Het zijn vooral Utrechtse kunstenaars geweest die hebben bijgedragen aan de verspreiding van de nieuwe techniek. Zij vormden een eigen kring van kunstenaars die eerst een periode in Rome werkten om zich daarna in Utrecht te vestigen en hun kennis aan leerlingen door te geven.
Rembrandt is nooit in Italië geweest. Hij leerde de Italiaanse methode van zijn leermeester Pieter Lastman in Amsterdam. Ook liet hij zich inspireren door Italiaanse schilderijen die in Nederlandse kunstverzamelingen aanwezig waren. Hoewel geen Utrechtenaar, liet hij zich wel door de nieuwe mode beïnvloeden. Nog altijd kan bijna iedereen wel een Rembrandt herkennen aan die typerende kenmerken: het spel van donker en licht, de expressie op de gezichten en de natuurlijke wijze van schilderen.
Maar Rembrandt was zeker niet de enige als het ging om de religieuze schilderkunst. Een tijdgenoot is de veel minder bekende Jan van Bijlert, wiens schilderij De roeping van Mattheüs in de tentoonstelling is opgenomen (zie illustratie). Rechts staat Jezus, die op Mattheüs wijst, die helemaal links zit en zich erover verbaast dat hij wordt aangesproken, getuige de hand op de borst. Dichtbij Jezus zit een tweede verbaasde tollenaar met een knijpbril in de ene en een weegschaal in de andere hand. Voor de tafel staat een voornaam ogende man in een fraai kostuum met gevederde baret, waarschijnlijk een belastingbetaler. Munten liggen op de tafel. Een momentopname uit het dagelijkse leven, dat ineens wordt onderbroken door de komst van Jezus, die roept. Duidelijk een schilderij van een Utrechtse Caravaggist. Realistisch en verhalend. En door de kleding en de attributen herkenbaar voor iemand uit de 17e eeuw.

Protestant of katholiek?
Het onderwerp van de plotselinge bekering kwam in de eerste helft van de 17e eeuw vaak voor op schilderijen die men in Holland in schuilkerken aantrof. Dat is wel te verklaren. In deze periode vroegen velen zich af tot welke kerk zij nog wilden behoren. Katholiek blijven of protestant worden? Bovendien was het de tijd waarin de Katholieke Kerk, aan het eind van de 16e eeuw in Nederland bijna weggevaagd, er weer in slaagde zich opnieuw enigszins te organiseren. Een nieuwe generatie geestelijken, door de contrareformatie gesterkt, deed er alles aan om zoveel mogelijk overlopers terug in de schoot van de moederkerk te lokken en twijfelaars te overtuigen. Het schilderij van Jan van Bijlert maakte door zijn dichtbije, levensgrote figuren het Bijbelse verhaal bijna tastbaar, en wie ernaar keek werd geacht zich te identificeren met Mattheüs, die geen weerstand kon bieden aan de dringende roeping van Jezus om mee te gaan.

Treffend is, dat juist Van Bijlert tot die “overlopers” behoorde. Hij was de zoon van een Utrechtse glasschilder, verbleef geruime tijd in Italië maar vestigde zich in 1624 weer in Utrecht. Hij stond in Rome bekend als een trouwe katholiek, maar eenmaal terug in Utrecht trouwde hij in de Gereformeerde Kerk, waar hij ook zijn kinderen liet dopen en in 1630 als lidmaat werd ingeschreven. Of hij ten tijde van de vervaardiging van dit schilderij al gereformeerd geworden was, is moeilijk te zeggen. Dat zou betekenen dat hij, net als vele van zijn collega’s, opdrachten aannam van zowel katholieke als protestantse opdrachtgevers. Wellicht is het aannemelijker dat het schilderij voor zijn geloofsovergang is gemaakt en nog uit zijn roomse periode stamt.

De Bijbel dichterbij
De roeping van Mattheüs is één van de vele prachtige schilderijen die ons weer eens met een andere blik naar de Bijbelse geschiedenissen kunnen laten kijken en meteen ook iets van de interpretatie van de schilder laten zien. In de Gouden Eeuw bracht men zo de Bijbel dichter bij de mensen, in realisme met een boodschap, die de aandachtige kijker er zonder meer uit kan halen. Daarbij moet men zich niet verbazen als op een schilderij ineens figuren te zien zijn die opvallend 17eeeuws aandoen. Soms een hele familie, zomaar in het Bijbelse tafereel ingevoegd alsof zij er destijds bij waren. Bij de wetgeving door Mozes, of bij Jezus die de kinderen zegent. Daaraan hoeven niet altijd religieuze motieven ten grondslag te liggen: het was ook een manier om je als opdrachtgever op een bijzondere manier te laten vereeuwigen.

Deze en andere fraaie werken zijn nog tot en met 14 september te bewonderen in Museum Catharijneconvent aan de Lange Nieuwstraat in Utrecht, op loopafstand van het Centraal Station. Misschien een tip voor de zomervakantie? Het kan immers niet alle dagen mooi weer zijn …
Zie voor meer informatie: www.catharijneconvent.nl

Christa Boerke
(Drs. C.Th. Boerke is kerkhistorica.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 2008

De Wekker | 16 Pagina's

De Bijbel in beeld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 2008

De Wekker | 16 Pagina's