Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leer de jongen de eerste beginselen (Huisgodsdienst 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leer de jongen de eerste beginselen (Huisgodsdienst 2)

Spreuken 22: 1-12

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit tweede en laatste artikel over huisgodsdienst willen we dat onderwerp wat nader toespitsen op de opvoeding van onze kinderen. Die opvoeding houdt nauw verband met het teken en zegel van het genadeverbond dat de Heere onze kinderen heeft willen geven. Onze kinderen zijn Adamskinderen, door genade in Christus aangenomen, ópdat ze door Christus gereinigd zouden worden, om met Christus te leven en straks tot Christus opgenomen te worden in heerlijkheid. Daarmee is de opvoeding van onze kinderen principieel christelijke opvoeding geworden.

De Spreukendichter zegt: “Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.” Het gaat hier over het opvoeden van de kinderen, over de weg die hen gewezen wordt en tenslotte over de zegen op die opvoeding. Die drie aspecten kunnen we nemen als grote lijnen voor de christelijke opvoeding van onze kinderen.

Het leren – het bevelen
God geeft aan ouders de opdracht om hun kinderen te leren en te bevelen opdat dat zij de weg van de Heere zullen houden. De Heere Die aan ouders kinderen schenkt, wíl dus dat zij die kinderen zullen onderwijzen en leren in Zijn dienst. Dat is een heilig bevel voor ouders, dat des te meer spreekt en weegt binnen het kader van Gods verbond.
Zolang een mens zich geen zorgen maakt om zijn eigen ziel, zal hij dat ook niet doen voor de zielen van anderen. Ook niet voor de zielen van zijn kinderen. Dan liggen zijn prioriteiten heel ergens anders: bij het aardse (voorspoed, welvaart, maatschappelijke positie etc.). Bij godvrezende ouders zijn de prioriteiten echter ánders komen te liggen. De prioriteit is niet dat hun kinderen straks goed terecht komen, maar dat hun kinderen straks goed mogen heengaan.
Een karaktertrek van godvrezende ouders is toch: bewogenheid met het zielenheil. Het leren, bevelen en opvoeden gaat zich daar in de eerste plaats op richten.

De opdracht van God aan ouders, mag en moet ook met gezag uitgevoerd worden. Abraham gebruikt zijn gezag als vader om zijn huis in de wegen van de Heere te bevelen. Daar zou nog heel veel meer over gezegd kunnen worden (hoe, wanneer, waarmee, waar?), maar vaders en moeders hebben van God ouderlijk gezag gekregen om te gebruiken bij het leren en bevelen van het gaan in Gods wegen. Niet het soort gezag dat functioneert op de manier: ‘Het moet omdat ik het zeg en daarmee uit’, daarin wordt immers niets zichtbaar van de vreze des Heeren. Juist in de levende geloofsband aan de Heere wordt dat gezag: gezaghebbend uitleggen waarom de wegen van de Heere goed en nodig zijn om in te wandelen; uitleggen in liefdevolle bewogenheid met de zielen van je kinderen.
Dat kan en mag natuurlijk niet in eigen kracht; dat hóeft ook niet in eigen kracht, maar in de afhankelijkheid van de Heere, door de leiding van Zijn Heilige Geest, in het pleiten op Zijn verbondsbeloften. Biddend gezag, zouden we het kunnen noemen.

De eerste beginselen – de weg des Heeren
Met de gaven die de Heere ons als ouders gegeven heeft, moeten we onze kinderen leren en bevelen in de eerste beginselen van de weg des Heeren.
Wat is dat? Het is onze ouderlijke plicht om onze kinderen eten en drinken te geven. Als we dat niet zouden doen, dan verwaarlozen we hen en zorgen we niet voor hun lichamen. Zo is het ook onze ouderlijke plicht om onze kinderen te leiden in de grazige weiden en stille wateren van Gods Woord. Als we dat niet doen, dan verwaarlozen we hen en zorgen we niet voor hun zielen.
Deze geestelijke zorg is zelfs méér nodig dan dagelijks voedsel.
We moeten onze kinderen leiden in Gods Woord – het héle Woord – zodat duidelijk zou worden: dit is de bron van leven. Kennis van God en Zijn wil, ontdekkende kennis van onszelf, onderwijs, hoop, vreugde, troost, vermaning. Dit is de bron en leidraad voor ons leven. In die wegen willen wij als ouders mét onze kinderen gaan en hen leren en bevelen.
Dan moeten we met hen spreken over hun bekering en het leven met de Heere. Wat als ze er niet (meer) over willen praten? Dat kan een fase in hun opgroeien zijn. Daarom is het zaak om er jong mee te beginnen daar over te spreken zodat ze het leren en ‘oefenen’. Als ze die fase voorbij zijn, kan het heel goed zijn dat dat gesprek weer openbreekt. Hou zelf de weg altijd open, zodat ze weten: er is bij vader en moeder altijd de mogelijkheid om er over te spreken.

De zegen – de belofte
Als we zo in afhankelijkheid van de Heere en in biddend opzien Hem Zijn opdracht als ouders uitvoeren, dan mogen we ook Zijn zegen verwachten en op de vervulling van Zijn belofte hopen. Nee, geen garantie, maar wel genade waar Hij om gebeden wil zijn. R.M. MacCheyne noemt heel duidelijk in deze weg twee zegeningen:
• we ontlopen en vermijden de vloek van Eli.
Eli was een kind van God, maar tegelijkertijd leed hij veel door zijn eigen ontrouw in de opvoeding van zijn kinderen. Hij verloor zijn twee zonen op één dag. Om de vloek over Eli te ontlopen moeten we de zonde van Eli vermijden. Denk aan wat Jeremia bidt in 10: 25. De Heere zal Zijn grimmigheid niet uitstorten over een biddend gezin van godvrezende ouders met en voor hun kinderen.
• uw kinderen zullen gered worden.
Denk aan Abraham: zijn zoon Izaäk werd gered. Wat van Ismaël geworden is, weten we niet. Wel weten we Abrahams uitroep die hij meer dan eens zal hebben geuit: “En Abraham zeide tot God: Och, dat Ismaël mocht leven voor Uw aangezicht!”
Maar dat is Gods belofte: “Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.” Daar ligt ook de rijke belofte van de Heilige Doop.

En wie kan de zegen onder woorden brengen om door genade een geredde ouder te zijn van geredde kinderen!

L.A. den Butter
(Ds. L.A. den Butter is predikant te Culemborg.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Leer de jongen de eerste beginselen (Huisgodsdienst 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 2008

De Wekker | 16 Pagina's