Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nadere invulling van Ezechiëls taak (Ezechiël 3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nadere invulling van Ezechiëls taak (Ezechiël 3)

Ezechiël 3: 15-27

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

God riep Ezechiël tot profeet. Hij bemoedigde hem door de boekrol die hij moest opeten (3: 1-3). Maar de Here vertelde hem ook wat hij aan reactie en tegenstand kon verwachten. Die aanstelling tot profeet heeft hem geweldig geraakt. Hij kwam bij de ballingen in Tel Abib. Tel Abib betekent zoiets als "zandheuvel". Het is een plaats in Babel waar veel ballingen woonden. Hij kwam bij die ballingen en bleef zeven dagen onder hen, verbijsterd (vs. 15).

Ezechiël is helemaal geschokt dat God hem heeft geroepen. Misschien omdat hij nog jong is of om wat hij heeft gehoord over de zwaarte van zijn taak. Hoe het ook zij, hij worstelt met zijn roeping. Dan zien we dat de Here geweldig genadig is. Hij vraagt niet van Ezechiël dat hij binnen 24 uur klaar is met zijn roeping. De Here laat hem een week met rust. God spreekt in die week niet tot hem. Hij krijgt een volle week om met zijn roeping klaar te komen. God geeft hem die tijd om zijn roeping te verwerken en te accepteren. Dan pas gaat de Here opnieuw tot hem spreken.

Tot wachter aangesteld
Na die zeven dagen spreekt de Here opnieuw tot hem. Hij hoort de nadere invulling van zijn taak. Mensenkind ik heb u tot wachter aangesteld. Wij kennen dat beroep niet meer. Maar in Ezechiëls tijd wist iedereen wat er mee bedoeld werd. Wachters stonden op de wachttorens en de muren van een stad. Ze moesten opletten of er geen gevaar dreigde. Ze moesten waarschuwen als er een vijandelijk leger in aantocht was of als zich verdachte personen in of rond de stad ophielden. Zo’n wachter moest steeds alert zijn. Het was een zeer verantwoordelijke taak.
Zo wordt Ezechiël tot wachter aangesteld over Gods volk Israël. Hij moet hen waarschuwen als hun leven haaks staat op Gods wil. Hij moet hen wijzen op het oordeel dat komt als ze zich niet bekeren. Hij moet hen de rijkdom van Gods genade laten zien als ze God zoeken. Zo wijst de Here Ezechiël op zijn verantwoordelijke taak.
In vs. 18 en 19 zegt God dat hij de goddeloze moet waarschuwen. De goddeloze is het verbondskind dat met de Here geen rekening houdt. Hij leeft alsof God niet meetelt. Ezechiël moet die goddeloze waarschuwen dat hij verloren zal gaan als hij zich niet bekeert. Als Ezechiël nalatig is, gaat die goddeloze wel door eigen schuld verloren; immers hij wist wat God vroeg. Maar de Here zal in dat geval Ezechiël wel ter verantwoording roepen. Als Ezechiël echter gewaarschuwd heeft, is hij vrij van zijn bloed ook al weigert de goddeloze te luisteren. Dat mag hem bewaren voor krampachtigheid. Als hij gewaarschuwd heeft, mag het van hem af zijn.
Het tweede voorbeeld staat in vs. 20 en 21. Het gaat over een rechtvaardige; iemand die de Here liefheeft en Hem van harte dient. Maar het kan ook gebeuren dat een rechtvaardige zich afkeert van Gods weg. Ook dan is Ezechiël verantwoordelijk om hem te waarschuwen. Zijn vroegere liefde voor God en zijn dienst kan hem niet redden. Hij zal opgewekt moeten worden zich opnieuw te bekeren.

Een wonderlijk bevel
Dan krijgt Ezechiël vanaf vs. 22 een heel ander bevel dat haaks staat op het voorgaande. Waarschijnlijk zit er een bepaalde tijdsperiode tussen vs. 21 en 22. Ezechiël bevindt zich nog steeds in Tel Abib. Hij krijgt de opdracht naar het dal (vallei) te gaan dat in de buurt van Tel Abib ligt. Daar ziet hij de heerlijkheid van de HERE. Een Godsverschijning die gelijk is aan wat hij in hoofdstuk 1 heeft gezien. Ook nu weer knielt Ezechiël uit diepe eerbied voor de majesteit van God. Dan grijpt de kracht van Gods Geest hem aan om weer op zijn voeten te gaan staan. Hij moet rechtop staan uit eerbied voor het spreken van de Here. Dan krijgt hij een wonderlijke opdracht. Hij moet zich in zijn huis opsluiten zodat hij geen mens ontmoet. Kort geleden werd hij tot wachter aangesteld. Nu hoort hij: “Trek je terug en zwijg”. God zegt dat hij met touwen gebonden zal worden zodat hij zijn huis niet uit kan. Zijn tong zal aan zijn gehemelte kleven. Hij mag dus niet meer spreken.

Waarom zwijgen?
Vanwaar die grote verandering in Gods opdracht? Eerst: Wees als wachter niet nalatig in het waarschuwen. Nu: Ontloop de mensen en zwijg. Is God veranderd? Is er bij Hem sprake van willekeur? Nee, er is een duidelijke reden voor deze koerswijziging. Toen Ezechiël tot wachter werd aangesteld is hij onmiddellijk aan het werk gegaan. Hij heeft de ballingen opgeroepen om zich tot de Here te bekeren. Die prediking is hem niet in dank afgenomen. Ze zijn een weerspanning geslacht. Ze zitten vol verzet tegen Gods Woord. Dit is Gods antwoord op hun verzet. Ezechiëls opdracht wordt gewijzigd. Hij moet zich opsluiten in zijn huis. Men zal hem met touwen binden. Ten diepste zijn het niet de mensen die hem binden maar de HERE. Hij moet zwijgen en zal voor de ballingen niet meer tot een bestraffer wezen. Maar er blijft een weg van genade. Als mensen God zoeken, zegt vs. 27, en bij hem aan huis komen, dan mag en moet hij spreken. De regel is zwijgen. Maar als mensen komen vragen wat die symbolische handelingen te zeggen hebben, dan zal God zijn mond openen en moet hij spreken. Hij brengt mensen op het geschikte moment naar Ezechiël toe. Zo blijkt de Here toch een genadig God te zijn.


Gespreksvragen
1. De Here geeft Ezechiël de tijd om zijn roeping te verwerken. Wat vindt u daarvan? Wat betekent dat voor hen die nu tot ambtsdrager worden geroepen?
2. Ezechiël moet wachter zijn. Geldt dat ook voor de ambtsdragers in onze tijd? Wat mag er van hen verwacht worden? Wat van het ambt aller gelovigen?
3. Ezechiël moet zich terugtrekken en zwijgen. Kan die opdracht als voorbeeld dienen voor het kruis dragen achter de Here Jezus aan?
4. Er is bij de ballingen in Babel verzet tegen Gods Woord. Komt dat ook in Christus’ kerk voor? Kan de kerkverlating in onze tijd met dat verzet te maken hebben?
5. Ondanks Ezechiëls opdracht om te zwijgen is er toch sprake van genade. Kunt u dat verklaren? Hoe is dat nu in onze tijd?

M.J. Oosting
(ds. M.J. Oosting is predikant te Biezelinge.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 2008

De Wekker | 16 Pagina's

De nadere invulling van Ezechiëls taak (Ezechiël 3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 2008

De Wekker | 16 Pagina's