Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De mythe van de verbroedering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De mythe van de verbroedering

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een niet uit te roeien wens in de mensheid dat alle mensen broeders (en zusters) zullen worden. Dit utopisch ideaal is er niet onder te krijgen zelfs niet door allerlei oorlogen die het bewijs van het tegendeel van verbroedering zijn. Zo wil men ook de sportbeoefening in het kader van de verbroedering laten plaatsvinden. De Olympische Spelen moeten mensen nader tot elkaar brengen en het gevoel doen beleven dat wij allen bij elkaar behoren. Tegelijk zaait Putin dood en verderf in Georgië.

Ludwig van Beethoven laat in het slotkoor van zijn negende symfonie zingen: “Alle Menschen werden Brüder”: alle mensen zullen broeders zijn. De leus van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap ligt hier dicht tegenaan. De leus van de revolutie krijgt een bedenkelijke kant als men bedenkt dat ze verbonden is met die andere kreet: geen God, geen meester meer. Vrijheid, gelijkheid, broederschap zonder de levende God. Wanneer men dit bedenkt, ziet men scherp uit welke geestelijke hoek de wind van de verlangde verbroedering waait. De duivel heeft geen bezwaren tegen een zekere eenwording onder de mensen. Van hem mogen alle mensen broeders en zusters worden. Maar dit proces mag niet verbonden worden met het Evangelie van het kruis en de opstanding van de Here Jezus Christus. Wanneer dat gebeurt, dan komen de duivel en zijn gehele rijk in actie.

Kritisch
In hoeverre kan er sprake zijn van werkelijke verbroedering tussen de mensen wanneer die gestoeld is op een leven, dat los is van God? Dit is te vaag gezegd. In de verbroedering van de mensheid is plaats voor religie, voor godsdienstigheid. Religie op zich is een vaag begrip. Je kunt er meerdere kanten mee uit. Dat geldt ook voor het woord godsdienst. Je kunt het woord een Bijbelse lading geven: het dienen van de ene en ware God maar dan komt onmiddellijk de vraag op wie die enige en ware God is. Het Bijbelse antwoord is niet moeilijk te geven. De ene en ware God kan alleen gekend worden vanuit het Evangelie van het kruis en de opstanding van Christus. Dat houdt in dat ieder mens zich heeft te bekeren tot God door het geloof in Jezus Christus. Dat geldt voor alle “broeders en zusters” in de wereld.

Daarom moeten we altijd kritisch blijven staan tegenover alle pogingen om onder de mensheid verbroedering tot stand te brengen waarbij het Evangelie van Jezus Christus geen rol mag spelen. Of op zijn best: dat het Evangelie een plaats heeft te midden van allerlei andere godsdienstige opvattingen en stelsels. Het Evangelie als een van de vele religieuze uitingen die er onder de “broeders en zusters” in de wereld bestaan. En elk heeft evenveel recht van spreken en bij elk is (de) waarheid te vinden. Dit is een gedachte met een sterke aantrekkingskracht. Er zit een verleidelijke zuiging in deze gedachte waartegen zelfs christenen zich sterk hebben te wapenen door zich steeds weer in te graven in het Evangelie en door de persoonlijke, echte omgang met God en Christus.

Realistisch
Er bestaat inderdaad een seculiere verbroedering. Een tot elkaar komen van allerlei mensen uit verschillende culturen en met verschillende achtergronden. Daarbij spelen altijd bepaalde belangen een rol. Het kunnen belangen zijn van macht, van olie en goud, van geld en ook wel van waarden en normen. Altijd zal macht er een rol in spelen. Een grondgegeven van macht is dat ze gedeeld kan en wil worden mits dit proces uiteindelijk de eigen macht niet ondergraaft, maar handhaaft en het liefst versterkt. Dat geldt in een wat andersoortig proces ook voor de sport. En daarbij zijn de Olympische Spelen te noemen. Sporters hebben elkaar nodig om hun sport te kunnen beoefenen. Dat spreekt voor zich. Aan topsporters wordt hun roem gegund. Hun roem straalt af op het land dat ze vertegenwoordigen. Een land kan een zekere status ontlenen aan zijn beroemde sportmensen. Velen in de wereld, tot in de binnenlanden van Afrika toe, kunnen de namen noemen van Nederlandse topvoetballers. Dat zegt iets. Als een Nederlandse sporter een medaille haalt op de Olympische Spelen, dan horen we voor het nieuws dat Nederland weer een medaille heeft gewonnen. En over zo’n vereenzelviging tussen die ene sportman of sportvrouw en het land waartoe hij of zij behoort behoeven we niet moeilijk te doen. Maar het geeft wel iets aan. We willen graag wat meegloriëren. Het is aangenaam wanneer roem van iemand ook wat uitstraalt over je zelf ook al heb je er verder part noch deel aan.

Dat de Olympische Spelen een verbroederende werking hebben is even waar als de uitspraak dat bijvoorbeeld de Franse Revolutie (einde 18e eeuw) heeft geleid tot vrijheid, gelijkheid en broederschap. Het is dus niet waar. Het is een mythe die we graag in stand houden zeker de bobo’s in de sport. Kijk er doorheen! De jaloezie, de zucht naar eer en macht overstijgt verre de drang tot verbroedering. De Olympische Spelen zouden ook een middel kunnen zijn om meer druk op China uit te oefenen de mensenrechten beter te respecteren. Iedereen ziet en weet dat de Chinezen wat dat betreft horende doof zijn en zich niets aantrekken van al dat “gezeur” uit het Westen. En terwijl de verbroedering in volle gang behoorde te zijn, ontstaat er een akelig en bloedig conflict in de Kaukasus. Rusland laat even zien wie macht heeft. Het vernisje van beschaving en verbroedering is flinterdun. Laat je niet misleiden. Wij hebben behoefte aan politici die hun naïveteit kwijt zijn geraakt en die door de dingen en processen heen kunnen prikken en tot een beleid weten te komen dat realistisch is en dat tegelijk uit is op het behoud van zo veel mogelijk “vrede” onder elkaar. Maar het kon vanwege de werking van de zonde en de realiteit van het rijk van de duivel wel eens waar zijn dat wie de vrede wil zich op de oorlog moet voorbereiden. Jezus heeft niet voor niets gesproken over oorlogen en geruchten van oorlogen.

De verschillen tussen mensen kunnen nooit helemaal worden weggenomen. Het hoeft ook niet. Maar zolang de zonde nog in harten van mensen woont en regeert zullen er altijd conflicten blijven: in het klein en helaas ook in het groot. In de Schriften zien we wat dit betreft twee lijnen lopen: één waarin de mensen steeds weer toenadering tot elkaar zoeken, dus inderdaad een zekere “verbroedering” maar dan in de wereldse zin en één waarin het proces van verbroedering steeds weer uit elkaar spat. Welke lijn de overhand zal krijgen in de tijden voorafgaande aan de wederkomst van de Here Jezus Christus is moeilijk te zeggen. De ene “profeet” spreekt wat dit betreft de andere tegen. Wij zullen de dingen in de handen van Christus moeten laten. Hij regeert. Maar wie alles zet op de kaart van de verbroedering van de mensen zal teleurgesteld worden.

Echte verbroedering
Er bestaat wel een echte verbroedering. Er zijn mensen in de wereld die werkelijk broeders en zusters van elkaar zijn. Zij zijn dat geworden door wedergeboorte. Zij hebben Jezus Christus leren kennen en het geloof in Hem heeft hun leven geheel veranderd en van een nieuwe inhoud en richting voorzien. Zij kennen de enige en ware God, de Vader van en in de Here Jezus Christus. Omdat deze mensen opnieuw geboren zijn, zijn ze niet meer van deze wereld. Zij horen er ten diepste niet meer thuis. Daarom is hen onmogelijk om mee te doen aan de mythe van de seculiere verbroedering. Maar ook de wereldse gemeenschap van “broeders en zusters” kan hen niet accepteren omdat ze niet tot die gemeenschap behoren en kunnen behoren. Daarom zijn de ware broeders en zusters – christenen heten ze – vreemdelingen tussen de broederschap van de wereld en weten ze zich bijwoners op aarde. Maar ze hebben hun God en hun Heiland en ze hebben elkaar. Hoe belangrijk is het om gestalte te geven aan de wereldwijde gemeenschap van de broeders en zusters in Jezus Christus. Dan zijn er nog wel allerlei vragen en moeiten en problemen, maar de vreugde over het verlossingswerk van Christus en de toekomst die daardoor geopend is overheerst en geeft steeds weer nieuwe stimulansen.

Er is niets op tegen dat volken en mensen elkaar zoeken en tot samenwerking proberen te komen. Tegen de Europese Unie op zich is niet zoveel bezwaar in te brengen. We profiteren er allen van. Maar we moeten onze verwachtingen realistisch houden. Utopisch denken strandt steeds op de harde werkelijkheid van de machten van duivel, zonde en dood. Iets kan waarde hebben voor een bepaalde tijd maar daarmee heeft het nog geen waarde voor de eeuwigheid. Een christen mag wel eens dromen van het komende Rijk van God. Want dat Rijk is gegrond in het werk van Christus en heeft de belofte van God voor de gouden toekomst. Maar in die toekomst gaat het niet eens allereerst om ons mensen. Het gaat om de glorie van God. Een mens moet niet in het middelpunt staan ook niet in het geloofsleven. Waar Christus gekend wordt, hebben wij het goed en begint de verbroedering. En die is geen utopie. Dit is geen mythe maar nieuwe werkelijkheid. En dit kan door niets anders worden vervangen.

J. Jonkman
(Ds. J. Jonkman is predikant te Drachten.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 2008

De Wekker | 16 Pagina's

De mythe van de verbroedering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 2008

De Wekker | 16 Pagina's