Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gemeenschappelijke wortels – Schrift, belijdenis en kerkorde (Wat bindt ons als christelijk-gereformeerden? 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeenschappelijke wortels – Schrift, belijdenis en kerkorde (Wat bindt ons als christelijk-gereformeerden? 1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Wat bindt ons als christelijk-gereformeerden?': dat is een spannende maar ook heel wezenlijke vraag, omdat die raakt aan het bestaansrecht van onze kerken. Is er in het kleurenpalet van ons kerkelijk leven met al zijn variatie in gewaad, gelaat en gepraat (zoals men vroeger zei) ergens toch iets van een grootste gemene deler, een centraal kloppend hart? En als het er is, is het dan grijs en nietszeggend? Als het er niet is, waarom zouden we dan anno 2008 nog langer een zelfstandig kerkverband willen vormen?

Een digitale peiling
De vraag wat ons samenbindt heb ik afgelopen zomer via de mail voorgelegd aan ruim 75 personen die in onze kerken actief betrokken zijn. Aan ouderen en jongeren, vrouwen en mannen, deputaten, kosters en organisten. Ook aan een paar predikanten, echter bewust aan hen die, een enkeling uitgezonderd, níet tot de kerkelijke smaakmakers behoren. De respons was groot, over de volle breedte van onze kerken.
De antwoorden variëren inhoudelijk van ontroerend tot verontrustend. Sommige mails vormen een parel van kerkelijke liefde en trouw, de toon van andere is op het bittere af, haast cynisch. Ook zijn er verschillenden die in alle oprechtheid schrijven het antwoord schuldig te moeten blijven, omdat ze het echt niet weten.
Mijn dringende verzoek om in de beantwoording vooral kort en bondig te blijven werd door vrijwel niemand gehonoreerd, zoveel kwam er los. Maar al met al rees er wel een beeld op van wat in dwarsdoorsnee onder ons leeft. Iets van het kostbare van het christelijk- gereformeerd zijn, èn van de frustraties en bedreigingen ervan.

Op de vraag wat ons als christelijk-gereformeerden bindt, zijn antwoorden op vier verschillende niveaus mogelijk. Een historisch antwoord, een principieel antwoord, een pragmatisch antwoord en een geestelijk antwoord. Elk van die antwoorden kun je echter ook aanvechten en in twijfel trekken – behalve naar ik hoop dat laatste, het geestelijke antwoord.

Een historisch antwoord
Onmiskenbaar hebben wij als christelijk- gereformeerden het verleden gemeenschappelijk, de band aan het voorgeslacht in bijna 175 jaar kerkgeschiedenis. Gemeenschappelijke wortels binden. De gebeurtenissen van de 19e eeuw hebben ons kerkelijk leven in de grondverf gezet, met het principe van de Afscheiding in 1834 en de overtuigingen bij het voortbestaan van de Christelijke Gereformeerde Kerk in 1892.
Heel kort samengevat draaide het allemaal om de afkeer van het rationalisme en vrees voor overheersing van kerk en theologie door filosofische systematiek, het vasthouden aan de geestelijke schatten van de Reformatie en de Nadere Reformatie, praktische vroomheid en eenvoud, dicht bij de Schriften, en een gezond Bijbels evenwicht inzake verbond en verkiezing. Hier liggen – om het in de taal van vandaag te zeggen – onze ‘roots’. Hiermee is een erfenis gemoeid die van blijvende waarde is, en die bindt.

Alhoewel ... is dit historische antwoord nog wáár en valide, anno 2008? Zijn onze kerken over de hele linie zich nog wel bewust van deze herkomst, en van het belang van de wissels die in het verleden zijn omgegaan? Wie zijn eigen geschiedenis en ook de geestelijke strijd daarin veronachtzaamt, loopt gevaar in het heden te ontsporen. Het verwijt dat uit de rechterflank van onze kerken soms klinkt, namelijk dat de erfenis van het verleden in vergetelheid raakt, moet volstrekt serieus worden genomen, want er staat teveel op het spel.
Tegelijk is het evident dat onze samenleving èn onze kerken ingrijpend veranderd zijn. Tussen de 19e eeuw en de 21e eeuw ligt een wereld van verschil. Daartussen woedde in de vorige eeuw de storm van ontkerkelijking en secularisatie. De ‘kerkelijke kaart’ is totaal veranderd, de vuren waartussen wij ons vroeger bevonden hebben zich verdeeld over vele haarden, de evangelische invloed wordt alomtegenwoordig. Onze jongeren hebben nauwelijks nog besef van Afscheiding, Doleantie of Vereniging, maar wel van het Flevofestival, de EO-jongerendag en Jan Zijlstra. Angstig klein is de werfkracht van onze kerken, groot is de pijn ieder jaar weer om het vertrek van honderden leden ‘naar geen kerk’. De wereld waarin wij vandaag leven vraagt om nieuwe vormen, een nieuwe taal en nieuwe lijnen. Denk alleen al aan de ICF in Rotterdam met zijn 40 nationaliteiten in één gemeente. Begrijpelijk dat onder ons diverse kerkelijke initiatieven en experimenten worden opgestart, nieuw élan in gemeentestichting, met soms bemoedigende resultaten. Maar in dit alles is van blijvend belang de verwerking en vertaling van dít specifieke, gezamenlijke verleden – con amore.

Een principieel antwoord
Voor een tweede antwoord op de vraag wat ons als christelijk-gereformeerden bindt, kijken we naar onze ‘officiële papieren’: Schrift, belijdenis en kerkorde. De binding aan het Woord van God, aan ons gereformeerde belijden en aan onze kerkelijke afspraken. Theologisch gezien gaat het hierin om drie elementen die wezenlijk zijn voor wat gereformeerd mag heten: de visie op de Bijbel, op wat genade is en op de kerk.

Breed leeft in ons kerkverband de liefde en de eerbied voor de Bijbel. Die staat altijd weer centraal, en wel heel direct als het levende Woord dat bron en norm is voor geloof en praktijk. Dit is iets waaraan we elkaar herkennen en waarop we elkaar mogen aanspreken: het appel op het Woord, dat onder ons het eerste en het laatste woord dient te hebben.
Daar komt de gereformeerde confessie bij, met als kernbelijden het machtige wonder van Gods genade voor ons zondaars. Wij hechten daarbij zeer aan wat wel genoemd wordt ‘de religie van de belijdenis’. Dit betekent dat de confessie voor ons niet een uitwendig geloofsartikel is maar dat het ons gaat om de beleving, de doorleving van wat de belijdenis ons vóórzegt: over het ontzag voor de heiligheid van God, het leven in de vreze des HEREN, de verwondering om Gods genade in Jezus Christus en bevrijding van een leven door de Geest geleid.
Ik meen dat dit alles merkbaar doorwerkt in de prediking in onze Christelijke Gereformeerde Kerken, bij alle verschil en variatie. Een centraal stellen van wat de Vader in de Zoon door de Heilige Geest deed, doet en doen zal. Daar is niets vanzelfsprekends aan, daar moeten de ogen en harten van mensen voor opengaan in bekering en wedergeboorte. Dat besef: wij redden het niet, maar Hij redt ons. Gods overweldigende genade in de HERE Jezus Christus, waaraan de Heilige Geest ons leven bindt, met alle consequenties van dien voor het dagelijkse bestaan. Noem het bevindelijke, praktische prediking, met een aanbod van genade waarbij de deur wijd open staat. Dat is nu typisch, authentiek christelijk-gereformeerd.

Vervolgens is er ook de kerkorde waar we van links tot rechts mee te maken hebben, en van Zeeland tot Groningen ons kerkelijk leven in presbyteriale synodale verbanden zoeken te regelen.

Praktijk
Schrift, belijdenis, kerkorde: die binden ons aan elkaar? Hoevelen zullen nú niet popelen om los te branden met kritiek. Wat moet ik aan met dit verhaal dat kool en geit lijkt te sparen, een (kerk)politiek-correct antwoord? Ligt het in onze kerkelijke praktijk soms niet heel anders? Liefde voor Gods Woord, dat kunnen we bij elkaar nog wel herkennen, maar bij de uitwerking in geloofsbeleving en levensheiliging gaan de wegen soms mijlenver uiteen.

En hoe functioneert de belijdenis eigenlijk nog? Sommigen klagen over oppervlakkige preekjes met snelle voorbeelden en veel ik-verhalen, spelend op het goede gevoel, terwijl de fundamentele drieslag van ellende, verlossing en dankbaarheid de verkondiging niet meer kleurt. Preken die er automatisch vanuit gaan dat het met de hoorders qua geloof allemaal wel goed zal zitten. Ik ben bang dat deze klacht grond heeft.
Even kritisch zijn we over een prediking waarin de breedte van het evangelie wordt gekortwiekt door een eenzijdige toespitsing op steeds weer dezelfde vragen, of ík wel bekeerd ben, hoe ík dat kan weten, of ík er deel aan heb: een versmalling waarin een mens op zichzelf wordt teruggeworpen, en waardoor eerder zijn geloofstwijfel dan zijn geloofsleven gevoed wordt.

Het functioneren van kerkverband en kerkorde vormt voor sommigen al helemaal een buikpijndossier. Zeker, er zijn mooie momenten bij kerkvisitatie en classicale/synodale vergaderingen waarin broeders zich samen buigen over de regeling van het kerkelijk leven. Maar stel het niet mooier voor dan het is. Wantrouwen, onverschilligheid, groepsdwang en manipulatie – je treft het allemaal aan. De kerkorde is voor menigeen geen leidraad maar hinderpaal, of een middel om de ander klem te zetten. Het bovenplaatselijke kerkverband spreekt steeds minder aan, het is de plaatselijke gemeente die centraal staat, en wat er classicaal of landelijk allemaal gebeurt – dat is ver weg. Hierin zijn we ook kinderen van onze tijd en onze cultuur. Die kenmerkt zich door een eindeloze veelkleurigheid en ongebreidelde keuzemogelijkheid, waardoor mensen zich terugtrekken op het plaatselijke, het overzichtelijke. De toewijding aan de grotere verbanden verzwakt; het kerkblaadje wordt dan nog wel gelezen, maar De Wekker niet meer.

Volgende week meer over twee andere antwoorden op de vraag: ‘Wat bindt ons als christelijk-gereformeerden’?

H.G.L. Peels
(Prof. dr. H.G.L. Peels is hoogleraar Oude Testament aan de TUA in Apeldoorn. Hij sprak op de laatste Schooldag over het thema: ‘Wat bindt ons?’)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Gemeenschappelijke wortels – Schrift, belijdenis en kerkorde (Wat bindt ons als christelijk-gereformeerden? 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 2008

De Wekker | 16 Pagina's