Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat is een borderline persoonlijkheidsstoornis? (Pastoraat en borderline stoornis 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat is een borderline persoonlijkheidsstoornis? (Pastoraat en borderline stoornis 1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een borderline persoonlijkheidsstoornis is een zeer ingrijpende aandoening, zowel voor degene die eraan lijdt als voor zijn omgeving. Omdat er nog weinig onderzoek was gedaan naar pastoraat aan gemeenteleden met een borderline persoonlijkheidsstoornis, heb ik hier vorig jaar mijn afstudeeronderwerp van gemaakt.

In een drietal artikelen wil ik schrijven over pastoraat en de borderlineproblematiek. In het eerste artikel zal ik beschrijven wat we verstaan onder een borderline persoonlijkheidsstoornis. In het tweede artikel zal ik specifiek ingaan op het pastoraat aan deze doelgroep. Het laatste artikel zal gaan over de rol van de gemeente in het leven van een borderlinepatiënt.

Kenmerken
In het handboek voor de diagnose van psychische aandoeningen (DSM-IV-TR) worden negen mogelijke kenmerken van borderline genoemd. Wanneer bij iemand ten minste vijf van deze negen kenmerken aangetroffen worden, kan gesproken worden van een borderline persoonlijkheidsstoornis.

1. Krampachtig proberen te voorkomen in de steek gelaten te worden.
Veel borderlinepatiënten zijn voortdurend bang door iedereen verlaten te worden. Dit komt, omdat het voor een borderlinepatiënt moeilijk of soms zelfs onmogelijk is de relatie met een ander te ervaren als die ander op dat moment niet aanwezig is. Zo komt het dat een borderlinepatiënt vaak verwoede pogingen doet aandacht van belangrijke mensen in zijn leven (familie, vrienden, hulpverleners, predikant) te krijgen. Dit kan op onschuldige manieren gebeuren (een praatje maken), maar ook op manieren die door anderen als onprettig, manipulatief of claimend worden ervaren.

2. Een patroon van instabiele en intense relaties met wisselingen tussen een sterke mate van idealiseren en kleineren
Borderlinepatiënten hebben vaak een grote behoefte aan aandacht en vriendschap, terwijl ze niet (goed) in staat lijken te zijn zich aan mensen te hechten. Het onderhouden van stabiele relaties wordt als erg moeilijk ervaren. Dit komt, omdat men heel zwart/wit denkt over de wereld (inclusief zichzelf en God). Een middenweg lijkt onmogelijk. Iemand is óf 100% goed en wordt geïdealiseerd, óf iemand is 100% slecht en het contact met deze persoon wordt uit de weg gegaan of zelfs verbroken. Hoe men over iemand denkt, kan door een klein voorval of een gedachte van het ene op het andere moment veranderen. De manier waarop een borderlinepatiënt over een ander praat en voelt, zegt dan ook meer over de innerlijke chaos die hij voelt dan over het gedrag en de bedoelingen van die ander.

3. Een zeer instabiel zelfbeeld of gevoel over zichzelf
Door een zeer laag en instabiel zelfbeeld is het voor een grote groep borderlinepatiënten erg moeilijk om hun eigen verantwoordelijkheden te dragen. Zo kan een levenshouding ontstaan waarin men veel van anderen verwacht en eist.
Een negatief zelfbeeld gaat vaak gepaard met een voortdurend gevoel te falen. Hierdoor is het voor een borderlinepatiënt lastig doelen voor de langere termijn te stellen. Immers, waarom zou je doelen stellen, wanneer je toch denkt te zullen falen?
Ook op het relationele vlak heeft een negatieve kijk op jezelf vaak grote consequenties. Veel borderlinepatiënten hebben hierdoor geen vaste partner. Door traumatische ervaringen in de jeugd en/of door middelengebruik loopt een borderlinepatiënt daarnaast grotere kans vrienden en/of een partner te kiezen, die met de verkeerde bedoelingen een relatie met hem aangaan.

4. Impulsiviteit op ten minste twee gebieden die de betrokkene zelf (kunnen) schaden
Impulsiviteit wordt vaak hét kenmerk van borderline genoemd. Deze impulsiviteit komt voor op verschillende vlakken (onverantwoord veel geld uitgeven, wisselende seksuele contacten, crimineel gedrag, eetstoornissen, verslavingen, enzovoort). Meestal is dit impulsieve gedrag een vlucht voor innerlijke angst en chaos. Een borderlinepatiënt staat op zo’n moment niet stil bij het feit dat dit impulsieve gedrag mogelijk negatieve gevolgen voor hemzelf of zijn omgeving kan hebben.

5. Suïcidaal gedrag of dreiging daarmee
Onder suïcidaal gedrag verstaan we zelfmoord en zelfmoordpogingen. Het verschil tussen deze twee is dat de eerste de dood tot gevolg heeft en de tweede een vorm van zeer ernstige zelfbeschadiging is (zichzelf snijden, branden, enzovoort), zo ernstig dat het risico van een dodelijk afloop zeker aanwezig is. Het doel van dit gedrag is – hoe tegenstrijdig het ook mag klinken – vaak niet de dood, maar het verbeteren van de levenssituatie. Men weet niet meer hoe men verder moet leven en schreeuwt als het ware om hulp. Daarnaast kan het een manier zijn om angst, schuld, schaamte en woede te uiten.
Vaak worden suïcidepogingen niet serieus genomen. ‘Wie dreigt, doet het in elk geval niet’, hoor je dan. De statistieken spreken dit helaas tegen. Ongeveer 10% van de borderlinepatiënten pleegt uiteindelijk zelfmoord.

6. Sterk wisselende stemmingen
Verschillende, tegenstrijdige stemmingen kunnen in een korte tijd de revue passeren: vreugde en woede, hulp accepteren en bot afwijzen, blijdschap en depressieve gevoelens, enzovoort. Daarnaast zijn veel borderlinepatiënten erg gevoelig en reageren sneller en heftiger op emotionele prikkels dan de gemiddelde mens.
Door deze emotionele instabiliteit hebben veel borderlinepatiënten grote problemen met hun eigen grenzen en die van een ander. Dit komt ook doordat ze zich – vaak ongewild – anders uiten dan ze zich voelen. Terwijl ze soms lijken te genieten van ongepast gedrag, voelen ze zich innerlijk passief en overgeleverd aan de dwang om bijvoorbeeld zichzelf te beschadigen of iemand uit te schelden. Hierdoor kan een borderlinepatiënt soms ook zonder passende emotie praten over zeer ingrijpende gebeurtenissen of over het voornemen zichzelf van het leven te beroven.

7. Een chronisch gevoel van leegte
Je leeg voelen is iets heel anders dan je eenzaam voelen. Bij eenzaamheid is er nog de hoop dat er ooit (weer) contacten worden gelegd. Bij leegte is er helemaal geen gevoel meer. Hierdoor leeft men in een voortdurende angst in het niets op te gaan. De eerste aanzetten tot dit gevoel van leegte kunnen ontstaan in de kindertijd, wanneer een kind merkt dat het veiliger is niet naar zijn eigen gevoelens te luisteren, maar naar wat zijn omgeving van hem verlangt. De reactie en mening van anderen bepaalt dus of men er mag zijn of niet. Door het gevoel van leegte schijnen veel borderlinepatiënten een blinde vlek te hebben voor het eigen gedrag, omdat zij zelf menen ‘niets’ te zijn.

8. Heftige woede-uitbarstingen en moeite kwaadheid te beheersen
Heftige, ongecontroleerde woede-uitbarstingen zijn ook kenmerkend voor de borderlineproblematiek. De oorzaak van de woede ligt meestal niet direct in onrecht, maar in het zich in de steek gelaten voelen, in gevoelens van wanhoop, paniek, hopeloosheid, schuld en het tekort aan aandacht dat men (in de jeugd) meent gehad te hebben. Borderlinepatiënten zoeken iemand die hen die (gemiste) aandacht kan geven. Wanneer dit misgaat, komt de woede op. De woede kan zich zowel op zichzelf en de eigen eigendommen als om een ander (en God) richten.

9. Voorbijgaande, door stress veroorzaakte paranoïde ideeën of verschijnselen van ernstige dissociatie
Onder paranoïde ideeën verstaan we waanideeën (bijvoorbeeld grootheidswaan of achtervolgingswaan), achterdocht en ernstige verwardheid. Met dissociatie bedoelen we het gevoel ‘er even niet te zijn’. Dit is op zich een gewone reactie op stress. Wanneer het echter aanhoudt of ernstige vormen aanneemt en men niet meer in staat is dit aan de realiteit te toetsen, kan gesproken worden van ernstige dissociatie. Ernstige dissociatie kan zich ook uiten in het gevoel zichzelf van buitenaf waar te nemen (depersonalisatie) of het gevoel de wereld als vreemd en veraf te ervaren (derealisatie).

Risicofactoren
Men is het erover eens dat er niet gesproken kan worden over dé oorzaak van borderline. Wel zijn er risicofactoren aan te wijzen, die de kans op een borderline persoonlijkheidsstoornis vergroten. We gebruiken hiervoor het zogenaamde ‘bio-psychosociale model’.
Bij biologische risicofactoren denken we aan erfelijke factoren (bijvoorbeeld het feit dat er meerdere gezinsleden lijden aan een persoonlijkheidsstoornis) of aan bepaalde (al dan niet aangeboren) afwijkingen in de hersenen, waarbij er stoffen in de hersenen ontbreken die normaal gesproken zorgen voor het onder controle kunnen houden van impulsiviteit.
Bij psychologische factoren kunnen we denken aan zeer ernstige traumatische ervaringen (misbruik, mishandeling en verwaarlozing op jonge leeftijd; gebroken gezinnen, instabiele gezinssituatie, enzovoort). Het is echter niet zo dat elke borderlinepatiënt dergelijke ervaringen heeft.
Wanneer we kijken naar de sociale risicofactoren kunnen we denken aan het feit dat de maatschappij de laatste decennia sterk is geïndividualiseerd en erg veel van mensen verwacht. Ook zijn mensen minder loyaal naar elkaar en is de onderlinge verbondenheid minder.

Levenslang?
Vroeger was men ervan overtuigd dat een persoonlijkheidsstoornis niet te genezen of zelfs maar te behandelen was. Gelukkig denkt men hier nu genuanceerder over. Er kunnen wel degelijk veranderingen in de persoonlijkheid optreden.
De grootste crises in het leven van een borderlinepatiënt vinden plaats tussen de pubertijd/vroege volwassenheid en de vijfenveertigjarige leeftijd. Na het vijfenveertigste levensjaar komt het leven van de meeste borderlinepatiënten in een wat rustiger vaarwater terecht. Het leven wordt overzichtelijker en is niet meer zo veeleisend. Dit wil echter niet zeggen dat alle borderlinepatiënten rond hun vijfenveertigste levensjaar ‘genezen’ zijn. De prognose hangt af van de ernst van de stoornis, de ernst van een eventueel trauma en de stabiliteit van de huidige relaties. Daarnaast is gebleken dat een redelijk nieuwe vorm van therapie, de zogenaamde schemagerichte therapie, zeer goede resultaten biedt. Veel borderlinepatiënten gaan op alle aspecten van hun problematiek vooruit. Een deel van de patiënten herstelt na een aantal jaren zelfs volledig van zijn borderline persoonlijkheidsstoornis!

Carola van der Kruk-de Boer
(Carola van der Kruk studeerde in 2008 af aan de TUA in Apeldoorn. Dit jaar zal een boek van haar hand over deze thematiek verschijnen.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 2009

De Wekker | 16 Pagina's

Wat is een borderline persoonlijkheidsstoornis? (Pastoraat en borderline stoornis 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 2009

De Wekker | 16 Pagina's