Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geweten van de gewetenloze

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geweten van de gewetenloze

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar Herodes zeide: Johannes heb ik zelf laten onthoofden. Wie zou deze zijn, van wie ik zulke dingen hoor? En hij trachtte Hem te zien te krijgen. (Lucas 9: 9)

Ik zal me aan u voorstellen. Herodes Antipas is mijn naam. Viervorst over Galilea en Perea. Ik moet u vertellen dat ik me op het ogenblik alles behalve op mijn gemak voel. Weet u, een poos geleden hoorde ik de mensen telkens praten over ene Johannes de Doper. En ikzelf was later in de gelegenheid om deze profeet – zoals men hem noemde – te horen spreken. En ik moet u zeggen dat zijn woorden mij niet onberoerd lieten. Sterker nog: ik had ontzag voor hem. Als ik hem beluisterde dan moest ik wel de conclusie trekken: deze man is een rechtvaardige; deze man is een heilige (Marcus 6: 20). Ik moet eerlijk bekennen dat het wel leek alsof hij rechtstreeks in mijn hart kon kijken. Dat maakte me onzeker. En toch mocht ik hem. Een boeiende en godsdienstige man, dat was hij.

Ja, en toen kwam mijn verjaardag. ’t Was werkelijk een feest. We vermaakten ons prima met zang en dans en uiteraard was er eten in overvloed. Aan het hof van Herodes Antipas lijdt niemand gebrek. Laten we drinken, laten we eten, laten we vrolijk zijn. Stapt me daar die beeldschone dochter van mijn echtgenote Herodias binnen en die geeft me daar een geweldige dansshow weg. Niet alleen ik maar ook de gasten waren diep onder de indruk. En nou moet ik toegeven dat de drank al enigszins naar mijn hoofd was gestegen. En ik moet erkennen dat ik in een vrijgevige bui was. Ik zag daar die mooie Salomé. En ja, je wil haar dan belonen. En ja, dan ga je wel eens wat te ver. Ik zei toen tegen haar: “Vraag van mij, wat gij maar wilt en ik zal het u geven” (Marcus 6: 22).

Uitdelen op mijn verjaardag
Oh ja, Johannes de Doper was toen al lang opgepakt. Die zat hoog en droog in de gevangenis. Hij was natuurlijk te ver gegaan. Mijn vrouw Herodias was me toch woest geworden toen die Doper het in zijn hoofd had gehaald om mij en Herodias de waarheid te vertellen over ons overspel: ik had mijn echtgenote Aretas bedrogen en Herodias mijn broer Filippus. En kon ik weten dat Salomé op aanraden van haar moeder om het hoofd van Johannes de Doper zou vragen? Dat kan toch geen mens raden. En daar ben je zeker niet mee bezig op je verjaardag, toch? Of ik ook wat meer drank ophad dan goed voor me was dat weet ik trouwens niet zo goed meer. Maar ja, beloofd is beloofd. Toch? Met tegenzin gaf ik de opdracht voor de onthoofding. Dat Johannes’ hoofd op een schotel werd geplaatst en op die manier werd overhandigd aan Salomé daar heb ik maar niet naar gekeken. Iets van binnen zei me dat ‘t niet klopte. Natuurlijk had Herodias mij te grazen genomen. Ik wilde de dood van Johannes niet. Zij wel. Als een ware trofee kon Herodias het hoofd op de schotel in ontvangst nemen van de door haar opgestookte dochter.

Wegstoppen
Ach, ik heb wel meer dingen gedaan die het daglicht niet kunnen verdragen. Vandaar dat de woorden van die Doper altijd zo scherp bij mij aankwamen. Het leek net of het licht in zijn woorden en het duister in mijn hart volkomen botsten. En ik moet zeggen dat zwart mijn lievelingskleur is … Nee, dood had hij niet gehoeven. Gelukkig kun je zo’n vervelende gebeurtenis wegstoppen, uit je gedachten bannen; net doen of het niet gebeurd is. Laten we eten, drinken, vrolijk zijn … Ja, laten we dat doen. ’t Is ’t belangrijkste dat ik het hier voor het vertellen heb. Ja, en daar is die Doper dan het slachtoffer van geworden – jammer dan.

En toen, toen, hoorde ik allemaal verhalen: dat Johannes de Doper weer leeft (Lucas 9: 7-9)! Er gebeurden wonderen. Er werd vertelt over een koninkrijk. Een koninkrijk van God. Het gonsde onder mijn onderdanen. En ik moet u zeggen dat zat me niet lekker. Die Johannes had ik toch laten onthoofden? Het kan toch niet waar zijn dat … Nee, nee, eens onthoofd blijft onthoofd. Maar toch, ik voelde me onzeker. Die man over wie zij het hadden kon natuurlijk niet Johannes de Doper zijn. Maar ik moest toch wel weten hoe de vork in de steel zat. Die veelbesproken man moest ik wel proberen te zien te krijgen! Al was het maar om uit te sluiten dat het de Doper was.

Uitzicht(loos)?
Ik zal het u zeggen. Ik heb hem gezien. Ja, niet zolang voordat Hij gekruisigd werd stond hij voor me. Stadhouder Pilatus had Hem naar me toegestuurd. Maar een wonder doen? Nee hoor! We hebben hem met zijn allen bespottelijk gemaakt en als koning verkleed (Lucas 23: 11). Wat de mensen in hem zagen? ’t Is mij een raadsel.

En het is nu zo donker bij mij, van binnen. En ik vraag het u: Wat zou die gekruisigde nou voor mij kunnen betekenen?

“Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Johannes 1: 9).

N. Vennik
(Ds. N. Vennik is predikant te Groningen.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 2009

De Wekker | 16 Pagina's

Het geweten van de gewetenloze

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 2009

De Wekker | 16 Pagina's