Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een lofzang op de uitverkiezing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een lofzang op de uitverkiezing

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van tijd tot tijd komt de uitverkiezing aan de orde in pastorale gesprekken. De leer van de uitverkiezing is in de praktijk voor een aantal mensen een belemmering of zelfs een struikelblok om te komen tot Christus. Ook onder hen die de Heere vrezen kunnen soms verkeerde gedachten over de uitverkiezing aanwezig die hun invloed hebben op de mate van de geloofszekerheid. Kun je dan spreken van een lofzang op de uitverkiezing? Is de uitverkiezing een reden om God te loven en te verheerlijken?

Zwijgen over de uitverkiezing
Een reactie op zulke gedachten is dat we niet over de uitverkiezing spreken. We kunnen er beter over zwijgen. Spreken over de uitverkiezing brengt alleen maar moeite en donkerheid met zich mee. We doen alsof de uitverkiezing er niet is. Dat is een houding die naar mijn gedachte ook terrein wint. Het gevolg is dat ook in de prediking de uitverkiezing niet meer aan de orde wordt gesteld. Kerkgangers horen nooit meer iets over de uitverkiezing of hoogstens alleen nog wat in negatieve zin. We houden ons daar niet mee bezig. Dan is de stap ook niet groot om daadwerkelijk niet meer te geloven in de uitverkiezing. Het evangelie wordt versmald tot de oproep tot geloof. De keuze van de mens beslissend is voor het heil. Er wordt geappelleerd op de wil van de mens die de goede keuze moet maken en moet geloven. Het ter sprake brengen van de uitverkiezing wordt gezien als een belemmering voor de oproep tot geloof. Mensen gaan dan afwachten of het heil voor hen bestemd is.

Een mogelijkheid is ook om de uitverkiezing anders in te vullen. De uitverkiezing wordt afhankelijk gemaakt van het geloof van de mens. Op het moment dat je gelooft, ben je uitverkoren. Niet eerder, want dan haal je de verantwoordelijkheid van de mens weg die opgeroepen wordt om te geloven. De uitverkiezing is dan niet meer de bron van het geloof, maar het gevolg van het geloof.
Maar kunnen we het volhouden om te zwijgen over de uitverkiezing, terwijl het Woord van God op een aantal plaatsen heel duidelijk spreekt over God Die zondaren in Christus van eeuwigheid verkoren heeft?
We doen onrecht aan God en Zijn Woord, wanneer we gemakshalve over de uitverkiezing zwijgen omdat we er ten diepste niet mee uit de voeten kunnen.

Aanstoot
Zwijgen over de uitverkiezing kan ook te maken met het verzet tegen de belijdenis van de uitverkiezing. De belijdenis dat God soeverein is en Zijn besluit heeft genomen, druist in tegen onze zondige natuur. Wij accepteren geen God die het over ons te zeggen heeft en aan Wiens besluiten wij onderworpen zijn. De mens waant zich autonoom. Hij is zichzelf tot een wet en hij bepaalt zelf zijn leven.

Moeten we niet heel eerlijk zeggen dat we zulke gedachten ook in ons eigen hart tegenkomen? Is het voor ons acceptabel dat de Heere de soevereine God is, Die aan ons geen verantwoording verplicht is? Hij is God en wij Zijn schepselen, maar is na de zondeval elk mens niet op zijn eigen manier bezig om daar onderuit te komen?
Het Evangelie is niet naar de mens. Het ligt ons niet om te moeten buigen voor de soevereine God. De belijdenis van de uitverkiezing staat haaks op ons gevoel en ons denken.
We zouden kunnen zwijgen over de uitverkiezing om het Evangelie aantrekkelijker te maken, maar God spreekt er Zelf over in Zijn Woord. Moeten wij God “menselijker” maken? Wij hoeven God niet te verdedigen. Iemand heeft eens gezegd dat wij dat gerust aan God Zelf kunnen overlaten.

Misbruik
Juist omdat deze belijdenis van de uitverkiezing niet strookt met ons zondig verstand, gebruikt de duivel deze belijdenis des te meer om twijfel te zaaien en het ongeloof te versterken. In de Dordtse Leerregels wordt gesproken over mensen die deze leer verdraaien tot hun eigen verderf. Dat is een reële mogelijkheid. We kunnen op een verkeerde manier met de leer van de uitverkiezing omgaan. We scheppen een beeld van God dat niet in overeenstemming is met het geheel van de Godsopenbaring. Je kunt zo over de uitverkiezing spreken en preken dat er een beeld van God ontstaat waaruit je de conclusie kunt trekken dat God een kleine selecte groep zalig maakt en de rest van de mensheid hem niet ter harte gaat. We gaan dan uit de leer van de uitverkiezing met ons verstand een aantal conclusies trekken die ons logisch lijken. Als lang niet alle mensen uitverkoren zijn door God en dat is door Hem van tevoren bepaald, dan wil God niet dat al die andere mensen zalig worden. Had Hij dat wel gewild, dan zou Hij anders besloten hebben. Dan had Hij wel besloten om alle mensen het geloof te geven. Het klinkt heel aannemelijk, maar we vergeten dat ons menselijk verstand beperkt is en door de zonde verduisterd is.

De uitverkiezing kan op deze manier de verkondiging van Gods vrije genade in de weg gaan staan. Dan wordt het aanbod van de genade en de prediking van Gods beloften beperkt tot de uitverkorenen. God kan Zijn genade niet ernstig en welmenend aanbieden aan mensen die niet verkoren zijn. Het klinkt logisch, maar de Bijbel is geen wiskundig boek. De uitverkiezing is geen rekensom, maar openbaring van Gods vrije genade. De Bijbel is ons niet gegeven om God na te rekenen met ons verstand, ook niet in Zijn verkiezing van zondaren uit het verloren menselijk geslacht.

Maar het is in de praktijk nog altijd zo dat een dergelijk misbruik van de leer van de uitverkiezing mensen de gedachte geeft dat God niet gewillig is om Zijn genade te schenken. Zijn gewilligheid hangt af van het al of niet uitverkoren zijn. De betrouwbaarheid van de belofte van het Evangelie wordt in twijfel getrokken en dat geeft onzekerheid of het Evangelie wel voor mij bedoeld is, of God mij inderdaad welmenend roept.
Het Woord van God laat beiden voluit staan. God is de verkiezende God, Die in Christus zondaren verkoren heeft en Hij laat het Evangelie welmenend verkondigen aan alle mensen. Het geloof komt uit de bron van Gods verkiezende genade en iedere zondaar wordt opgeroepen tot geloof en bekering.

De troost van de uitverkiezing
De uitverkiezing is ons in de Bijbel tot troost geopenbaard. Zou er geen uitverkiezing zijn, er zou geen zondaar geloven. De prediking van de verkiezing is de prediking van Gods genade. Hij zoekt zondaren op uit het verloren menselijk geslacht. Onze Dordtse vaderen zetten zo heerlijk in nadat ze beleden hebben dat het ganselijke menselijke geslacht verdorven is en God niemand onrecht zou doen als Hij allen voorbij zou gaan.
Het Evangelie van Gods verkiezende genade is dat God de wereld zo lief heeft gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Hij laat het Evangelie verkondigen opdat mensen tot geloof komen ( Dordtse Leerregels I, 1-3).

Het Evangelie betuigt dat God geen lust heeft in de dood van de zondaar. God heeft zelfs gezworen dat Hij de dood van de goddeloze niet begeert, maar zijn leven en bekering. De Heilige Geest werkt het geloof in het hart van een zondaar.
De Dordtse Leerregels blijven een goudmijn voor geestelijke leiding in prediking en pastoraat aan hen die hun vragen kennen over de uitverkiezing en de zekerheid van het geloof.
We kunnen hier niet alles opnoemen, maar het is de moeite waard om te lezen hoe er omgegaan moet worden met hen die het levend geloof in Christus in zich nog niet krachtig gevoelen en met hen die ernstig begeren zich tot God te bekeren. Zij worden aangespoord de middelen der genade waar te nemen en naar de tijd van overvloedige genade uit te zien. (Dordtse Leerregels I, 16). Dat is opwekkend en bemoedigend. Christus is het hart van het Evangelie. Hij is de spiegel van de uitverkiezing (Calvijn). Wie in Hem gelooft, ziet in Hem zijn uitverkiezing. De verkiezing is tot troost omdat Gods kind met deze belijdenis de zekerheid van het heil in Christus vindt en niet in zichzelf.

Maar de uitverkiezing moet wel op de juiste wijze verkondigd worden. De uitverkiezing moet in de prediking van het Evangelie aan de orde komen, maar dan “te zijner tijd en plaats met de geest des onderscheids en met godvruchtige eerbiedigheid, heilig, zonder nieuwsgierige onderzoeking van de wegen van de Allerhoogste, tot eer van Gods Naam en tot levendige troost van Zijn volk” (Dordtse Leerregels I, 14). Spreken en preken over de uitverkiezing vraagt om de wijsheid van de Heilige Geest.
Dan wordt de verkondiging van de uitverkiezing een bron van rijke troost voor allen die van Gods genade in Christus hebben leren leven. Zo hoeven we niet te zwijgen, maar mogen we rijk getuigen van Gods verkiezende genade. Paulus spreekt over de uitverkiezing en looft God Die zondaren in Christus verkoren heeft ( Efeze 1: 3-5): een lofzang op de uitverkiezing.

H. Polinder
(Ds. H. Polinder is predikant van de Maranathakerk op Urk.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2009

De Wekker | 16 Pagina's

Een lofzang op de uitverkiezing

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2009

De Wekker | 16 Pagina's