Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Engelen – Gods bijzondere dienaren (De engelen 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Engelen – Gods bijzondere dienaren (De engelen 1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn tijden geweest dat het geloof in het bestaan van engelen gezien werd als iets voor onvolwassenen. Zoiets als het geloof in sprookjes. Redelijk denkende mensen voelden zich ver boven zulk volksgeloof verheven. Die tijd is voorbij, zo lijkt het althans. Tegenwoordig, nu het godsdienstig klimaat zo is dat men vrijwel alles kan en mag geloven, is het ook geoorloofd om te geloven dat er engelen zijn

Voor mensen die overtuigd zijn van de absolute betrouwbaarheid van het Woord van God is het geloof in het bestaan van engelen echter niet gebonden aan een bepaald godsdienstig klimaat. Voor hen is het genoeg dat de Heere Zelf over engelen spreekt. Voor hen is het daarom ook van belang dat zij zich goed realiseren wat engelen zijn, wat ze doen en wat de relatie is tussen mensen en engelen. Dat wil ook onze confessie benadrukken. Zie in de Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 12. Daarom heeft het ook nut als we in ‘De Wekker’ aandacht geven aan deze collega-schepselen. Er is veel van hen te leren. Via hen is er ook veel van God te leren.

Schepselen
Laten we maar beginnen bij het gegeven, dat ook de engelen, net als wij, voortgekomen zijn uit Gods gedachten. Net als wij, zijn ook zij door Gods stem tot aanzijn geroepen. Ook zij zijn geschapen met het doel dat zij er zouden zijn tot eer van hun Schepper. Er zijn nog wel meer dingen die wij, mensen, met hen gemeen hebben. Maar er zijn ook opmerkelijke verschillen.

Mensen zijn geschapen als kinderen van God. Engelen zijn knechten. Daarom staat de mens in rangorde hoger. Met deze positie van de engel als knecht hangt ook samen, dat hij in opdracht van de Heere, de zoon heeft te dienen.
Als de mens zondigt, loopt hij weg en wordt een verloren zoon, die bij volharding in zijn zondige weg, als kind verloren gaat. Maar als de knecht zondigt kan God hem ontslaan, iets wat Hij met een zoon niet kan doen. Er zijn inderdaad knechten ontslagen; die knechten namelijk die ongehoorzaam werden en tegen God in opstand kwamen. Voor hen is geen terugkeer mogelijk; voor een verloren zoon wel. Dit zijn dingen waar we nog op terug zullen komen.

Overigens zijn de knechten zeer heerlijke en majesteitelijke schepselen. Dat blijkt wel uit de namen die hun gegeven worden. Namen als ‘tronen, heerschappijen, overheden, machten’ (Col. 1: 16). Nee, ze staan niet zo hoog als Christus. Tot geen van de engelen heeft God ooit gezegd wat Hij tot Zijn Zoon gezegd heeft (Hebr. 1: 4,5,6). Daarom worden de engelen ook aangespoord om de Zoon van God te aanbidden. Als van Christus gezegd wordt dat Hij een weinig minder dan de engelen gemaakt is, ziet dat op Zijn menswording en Zijn staat van vernedering.

Van de mens weten we wanneer hij geschapen is. Op de zesde dag. Maar wanneer zijn de engelen geschapen? Vrij algemeen is aangenomen dat hun schepping plaats vond tegelijk met die van de hemel. Dat gebeurt mede op grond van Job 38: 7. Toen de aarde nederzonk op haar grondvesten, zongen de morgensterren. Die ‘morgensterren’ zijn engelen, net zoals de in hetzelfde vers genoemde ‘kinderen Gods’. Zij waren er dus al toen de aarde tot stand kwam.
Dat de engelen de naam ‘morgensterren’ krijgen heeft ook nog een speciale betekenis. De morgenster kondigt het einde van de nacht en het begin van de nieuwe dag aan.
Dat was bij de schepping van de aarde ook het geval. Toen de aarde gegrond werd, was ze woest en donker. Maar dat ging veranderen zodra God ging spreken: Er zij licht. De morgensterren kondigden dat al aan.
Zo doen de morgensterren steeds. In de Kerstnacht, op de morgen van Pasen. Maar als de zon doorbreekt, verbleekt de morgenster. Als Christus verschijnt, wordt de glans van de engelen minder.

Liturgen
Natuurlijk zijn de engelen geschapen met een doel. In het algemeen is dat doel hetzelfde als het doel van alles wat geschapen is: de eer van de Schepper. Maar hoe zullen de engelen dat doel nastreven? Zij zijn Gods bijzondere dienaren. In Hebr. 1: 14 worden ze genoemd ‘gedienstige geesten’.
‘Geesten’ ziet op hun lichaamloosheid en onzichtbaarheid. Juist dat onzichtbare heeft ertoe geleid hun bestaan te ontkennen. Alsof dingen die onzichtbaar zijn ook niet werkelijk zijn.
Deze geesten zijn ‘gedienstig’. Eigenlijk zouden we moeten vertalen met ‘liturgisch’. Het woord ‘liturgie’ was vroeger betrokken op de dienst aan het hof; dienst aan de vorst; rijksdienst. Vanwege het feit, dat de dienst aan de keizer hoe langer hoe meer godsdienstige trekken kreeg, kreeg het woord ‘liturgie’ ook steeds meer een religieuze inhoud. Het werd de aanduiding van de eredienst.

Engelen zijn dus rijksdienaren, rijkstrawanten. Ze staan in een heel directe relatie tot de Koning, de Heere van hemel en aarde. Om ons enige indruk te geven van de aard van die relatie moeten we het roepingsvisioen van Jesaja opslaan (Jes. 6).
Jesaja ziet dan de serafs, een bepaalde categorie engelen. Hij ziet ze rondom de troon van God. Allemaal hebben ze zes vleugels, verdeeld over drie paren. Met het eerste paar bedekken ze hun ogen – aanduiding van hun diepe eerbied door God, hun Maker. Met het tweede vleugelpaar bedekken ze hun voeten – aanduiding van hun voorzichtigheid: ze zullen nergens heengaan tenzij ze eerst een bevel gekregen hebben. Met het derde paar vleugels vliegen ze – aanduiding van hun bereidheid om onmiddellijk weg te gaan, zodra ze daartoe een opdracht hebben ontvangen. Daarom zegt een psalmregel, dat ze vaardig passen op het woord van Gods mond.
Dat laat God Jesaja zien als Hij hem ook tot Zijn dienst roept. Nu weet Jesaja hoe hij zijn roeping moet vervullen. ‘Gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde’. Terecht wijst onze Catechismus er bij de verklaring van de derde bede van het ‘Onze Vader’ op dat ieder in die geest zijn roeping moet vervullen. De engelen zijn ons tot voorbeeld.

Heerlijkheid
Deze hoge positie brengt mee dat de engelen iets van de heerlijkheid van de hemel aan zich dragen als ze op aarde hun werk volbrengen. Verschijnen ze daarbij aan mensen dan valt vrees op die mensen vanwege de majesteit, die ze uitstralen. Vrees valt op de herders in de velden van Efratha.(Luk. 2: 9). Vrees overvalt de vrouwen op de Paasmorgen (Luk. 24: 5). Daniël valt op zijn gezicht ter aarde en zijn reisgenoten proberen zich te verbergen als een engel verschijnt (Dan. 10: 7,9).

Het is dan ook niet niets om een engel te zien; een bode rechtstreeks bij God vandaan. Heus, engelen zien er wel wat anders uit dan wat we soms op kerkorgels zien afgebeeld: babytjes met blote billetjes en een trompetje aan de mond.
Laten we ons niet vergissen

God maakt Zijn engelen geesten (of winden); vuurvlammen. Stel u voor, wind en vuur. Geweldige krachten die niet te temmen zijn. Onweerstaanbaar, of ze nu een blijde boodschap komen brengen of een oordeelsdreiging. Altijd zijn ze indrukwekkend, zeker als ze de vier winden vasthouden (Openb. 7: 1) of vuur op de aarde werpen (Openb. 8: 5,7).

Behalve majesteit blijkt uit de manier waarop ze de Heere dienen ook hun trouw. Bijvoorbeeld in wat ze doen ten aanzien van de Heere Jezus. Een engel verschijnt aan Jozef in de droom om hem te zeggen dat hij met het Kind en Diens moeder moet vluchten naar Egypte (Matt. 2: 13). Nadat de duivel Jezus in de woestijn veertig dagen heeft verzocht, komen engelen de Zoon van God dienen: van eten voorzien (Mark 1: 13). Een engel komt Hem in Gethsémané, tijdens Zijn intense smart, versterken (Luk. 22: 43).
Zo vervullen de engelen als liturgen hun dienst aan de grote Koning. En God verheugt Zich in die dienst. Na de verschrikkelijke gebeurtenissen – de opstand van een deel van de engelen in de hemel en de val van de mens op aarde – heeft God in ieder geval nog die trouwe engelendienst over. Ja, daar beleeft God vreugde aan.

Met vreugde God dienen
En de engelen zelf? Ook zij kennen vreugde als zij hun God dienen. Jesaja heeft in zijn roepingsvisioen gehoord hoe ze zingen: ‘Heilig, heilig, heilig is de Heere’. Begrijpelijk toch? Ze hebben het meegemaakt dat velen van hun collega-engelen rebelleerden tegen de Heere. Onder leiding van een van hen poogden ze God te onttronen. Toen kwam het er voor alle engelen op aan om te kiezen: Waar willen we bijhoren? En zij die er voor kozen om God getrouw te blijven, zijn er toen getuigen van geweest dat God tot Zijn intens verdriet moest meemaken dat een deel van Zijn goede schepping verwoest werd.

Daarna hebben de trouwe engelen ook nog gezien dat de mens van God afviel. En weer was er droefheid in de hemel. De engelen hebben het geweten dat het de Heere toen berouwde dat Hij de mens op de aarde gemaakt had en dat het Hem smartte aan Zijn hart (Gen. 6: 6). Zij hebben hun God zo van harte lief, dat ze met Hem treuren over de verwoestingen die Gods schepping getroffen heeft, zowel in de hemel als op de aarde.

Is het teveel gezegd als we veronderstellen dat de engelen die trouw bleven nu met verdubbelde ijver God dienen en met extra liefde Hem eren en grootmaken?

P. den Butter
(Ds. P. den Butter is emerituspredikant.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2009

De Wekker | 16 Pagina's

Engelen – Gods bijzondere dienaren (De engelen 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2009

De Wekker | 16 Pagina's