Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De duivel onder ons ...? (Bezetenheid en ziekte 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De duivel onder ons ...? (Bezetenheid en ziekte 1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook in de Christelijke Gereformeerde Kerken wordt bevrijdingspastoraat toegepast. En wordt dan een speciale gebedsbijeenkomst belegd met de bedoeling een eind te maken aan een bepaalde bezetenheid. Zijn daar Bijbelse papieren voor, of zien we spoken op het kerkelijk erf?

Beste Galsem,

Ongetwijfeld is het met jou als met alle pasbeginnende verleiders: je vlast erop om met een verdorvenheid aan te komen, waar voor de toeschouwers wat aan te smullen valt (...). De veiligste weg naar de hel is heus die van de geleidelijkheid, de flauwe helling, lekker zacht voor je voeten, zonder plotselinge bochten ...

Je liefhebbende oom Schroefstrik

Dit citaat is afkomstig uit het boek Brieven uit de hel van de bekende apologeet C.S. Lewis. Hij weet op een heel aansprekende manier iets onder woorden te brengen van wat Paulus schreef over de duivel en zijn methoden (Ef. 6: 11) en zijn bekend zijn met de gedachten van satan (2 Kor. 2: 11).

Demonisering van het leven
Er is de laatste decennia weer ruim aandacht gekomen voor de ‘wereld van de geesten’. Helemaal nieuw is dit dus niet getuige het bovengenoemde boek van Lewis en een boekje van ds. H. Toorman met als titel De duivel onder ons. Eén van de oorzaken voor het wel met de mond belijden dat de duivel – dan wel het meervoud, de duivelen (demonen) – werkelijk bestaat, maar in de praktijk er nauwelijks mee te rekenen, ligt ongetwijfeld in de rationalistische en materialistische wereldbeschouwing waarop de Verlichting ons getrakteerd heeft en waar we allemaal een tik van meegekregen hebben. Als reactie daarop is de bewustwording van ‘de duivel onder ons’ een heilzame correctie. Er lijkt me ook meer aan de hand te zijn. Ik zou dat de demonisering van het leven willen noemen. Wat ik daarmee bedoel? In het Cultureel Supplement van het NRC (donderdag 24 december jl.) werd ingegaan op (occulte?) horror- en griezelspelletjes en soortgelijke films. In genoemd artikel wordt gesignaleerd, en dat lijkt me een ontdekkende preek voor de kerken: ‘En dan is er nog het grootste taboe: de sluimerende vrees dat een kind misschien niet in essentie goed is. Dat achter al die onschuld geen leegte schuilt, maar kwaad. Die gedachte achten zelfs de bedenkers van moordlustige kinderen vaak ondraaglijk – om die reden schuilt achter die moordlust vaak de duivel, een boze geest, of een kwaadwillend buitenaards volk – het kwaad móét van buiten het kind komen.’ De mens wordt zijn eigen verantwoordelijkheid voor het kwaad ontnomen en men wijst de duivel als de grote boosdoener aan. Laat Genesis 3 ons nu duidelijk maken dat dit een heel oude truc is en dat waar de macht van de duisternis haar gruwelijke intrede gedaan heeft het juist de mens is die aangesproken wordt op zijn verantwoordelijkheid. Er is geen enkele reden om de schuld van de zonde bij de duivel neer te leggen. De duivel kan je een vijfgangendiner voorzetten met heerlijk geurende verleidingen en zonden, maar het is wel de mens die zijn tanden vrijwillig in dit voedsel zet. Dat dit ‘voedsel’ verslavend werkt en je ketent aan het cateringbedrijf van de duivel zal waar zijn, maar principieel ben je zelf daarop aanspreekbaar. Overigens, deze demonisering van het leven buiten de kerk is met de handen te tasten nu het postmoderne heidendom met hekserij en alles wat daartoe behoort onze natie in bijgeloof doet verzinken.

Zien we spoken?
Deze eerste kritische kanttekening – niet de duivel is de boosdoener, maar wij zijn het – wil echter niet betogen dat we het slechts over een schijnwereld hebben. We kunnen nu eenmaal niet de duivel (de demonen) naar het rijk van de fabeltjes verwijzen. Wie meent dat glaasje draaien, het luisteren naar bepaalde genres muziek(teksten), het bezoek aan een of andere occulte genezer en dergelijke, je leven niet kan verwoesten, dient goed te beseffen dat volgens de Bijbel deze zaken uit het ‘zwarte gat’ wel werkelijkheid zijn. Paulus schrijft niet over een denkbeeldige wereld wanneer hij schrijft over de strijd tegen de boze geesten (Ef. 6: 12). Ook in het OT treffen we diverse waarschuwingen aan die wijzen op de grote gevaren van het anti-God-rijk van de satan (Deut. 18: 9-14, het trieste voorbeeld van Saul). En juist uit de tijd waarin de Zoon van God als het vleesgeworden Woord op aarde Zijn werk verricht, blijkt hoezeer de duivel de grote ‘aap van God’ (Luther) is. Juist in de Evangeliën lezen we veelvuldig over ‘bezetenheid’ en de genezing daarvan door de grote Bevrijder. De ruimte ontbreekt me om allerlei voorbeelden te geven waaruit blijkt dat:

1. Er een grote gevarieerdheid van bezetenheid blijkt te zijn (op één vlak aangevallen of geblokkeerd op het gebied van lichaam en geest – variërend van o.a. koorts, blindheid, gekromde rug tot zelfverminking – of een totale bezetting van iemands hele persoonlijkheid).

2. Jezus alleen de macht heeft en Hij Zijn kerk de volmacht geeft. Zijn discipelen kunnen alleen ‘in Jezus’ naam’ demonen uitdrijven (en volmacht is altijd verbonden met vrijmacht: wanneer de Koning het wil).

3. Ook deze verleende volmacht tot duiveluitdrijving – evenals andere bijzondere tekenen (Marc. 16: 17, 18) – gegeven is ter begeleiding van de prediking van het Koninkrijk waarin het gaat om de grootste bevrijding: van een slaaf van de zonde tot een aangenomen kind van God.

4. Nergens éérst een schuldbelijdenis afgelegd wordt bij genezing van bezetenheid, omdat die het gevolg zou zijn van een bepaalde persoonlijke zonde.*

Geen symptoombestrijding
Wat ik met deze beknopte lijnen wil benadrukken? Puntsgewijs noem ik de belangrijkste aandachtspunten:

1. Dat men eerst zich nog eens grondig rekenschap moet geven van wat de Bijbel verstaat onder bezetenheid en wat vandaag valt onder occulte belasting. Men kan niet één-op-één zomaar een lijn doortrekken naar de 21e eeuw.

2. Dat het bijzonder kwetsend is wanneer allerlei psychische en psychosomatische ziekten zonder meer aan de invloed van de duivel toegeschreven worden (al maakt de duivel zeker gebruik van iemands zwakten, hetzij lichamelijk of psychisch), zodat iemand onder druk geplaatst wordt om belijdenis van zonde te doen alvorens er gebeden wordt om de ‘uitdrijving’.

3. Dat je in het NT nergens leest over wat in de hedendaagse duiveluitdrijvingen nogal eens een keer ter sprake komt: ‘vervloekingen’ die dwars door een bepaald geslacht heen zouden zorgen voor bepaalde ‘satanische bindingen’ of dat een demonische binding terug zou gaan op een zondig leven van het voorgeslacht. Laat duidelijk zijn: het gegeven dat dwars door een bepaald geslacht er veelvuldig sprake is van bijvoorbeeld incest, grijpt je diep aan en plaatst je voor niet eenvoudige vragen. Maar in ieder geval geldt ook in dergelijke situaties – voordat we meteen maar de duivel aanwijzen als de boosdoener – dat iedere dader persoonlijk verantwoordelijk is voor zijn gedrag en we hebben te rekenen met de ‘bron van wanbedrijven’, onze verdorven natuur.

Het grootste gevaar van deze tendens lijkt me de aangrijpende schets die Jezus zelf gegeven heeft van een duiveluitdrijving (Luc. 11: 24-26): een onreine geest is uitgegaan, maar er is geen nieuwe ‘Bewoner’ gekomen. Zonder deze bevrijdende intrek van de Heiland blijkt een leeg huis een open huis voor demonische invloeden en zelfs voor demonische bewoning te zijn. Met het bovenstaande is beslist niet bedoeld de betekenis van het gebed te ontkennen. Hoeveel zieken zijn al niet genezen op het gebed? Hoeveel gebeden van ouders zijn verhoord en zullen verhoord worden voor kinderen die zich inlaten met allerlei invloeden van de boze? Maar het is te kort door de bocht om demonen uit te werpen met een (gebeds)commando ‘In Jezus’ Naam eruit’. Dan zou men toch maar moeten beginnen met de ‘duivel’ van het ongeloof te bezweren ... En deze wordt allereerst uitgedreven door de prediking van het Woord in Jezus’ naam.

* Voor een evenwichtige bespreking van wat de Bijbelse gegevens ons aanreiken verwijs ik graag naar een opstel van dr. E.A. de Boer, ‘In dienst van de Bevrijder’, in: H. ten Brinke, J.W. Maris e.a., Geestrijk leven (Barneveld 2006).

M.J. Kater
Ds. M.J. Kater
is predikant te Sint-Jansklooster en docent dogmatiek/apologetiek aan de TUA.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 2010

De Wekker | 20 Pagina's

De duivel onder ons ...? (Bezetenheid en ziekte 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 2010

De Wekker | 20 Pagina's