Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verlangen naar de komst van Jezus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verlangen naar de komst van Jezus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u. (Johannes 14: 18)

De zondag na Hemelvaart wordt wezenzondag genoemd. Jezus is niet meer lichamelijk op aarde aanwezig. Toch betekent dit niet dat Hij ons verweesd heeft achtergelaten. Integendeel, Hij woont in ons door de Heilige Geest. En … we horen reeds de voetstappen van zijn komst.

Verlangen uit liefde
Het geheim van het leven uit het geloof is dat God telkens weer uit liefde naar ons omziet. Hij is altijd weer de Komende. Pascha vertelt het prachtig: ‘God zag de Israëlieten aan en had bemoeienis met hen’ (Ex. 3: 25). Hij daalde af om bij zijn volk te zijn. Hij is zijn volk komen bevrijden. En zo is het altijd gebleven. Regerend vanuit de plaats die ons mensen te boven gaat (we duiden het aan met ‘hemel’) liet Hij Israël niet verweesd achter, maar gaf Hij het zijn geboden van liefde en woonde zo bij zijn volk. Verweesd achterlaten ligt niet in de aard van God. De volken waren als wezen, zij die God in zijn liefde niet hadden leren kenen of niet wilden kennen. En zelfs zij niet helemaal, want Israël was en is juist geroepen tot heil voor de volken. Zolang Israël ‘de dingen die boven zijn, bij God, bedenkt’ (vgl. Kol. 3: 1-3), Gods bevrijdende liefde, en niet de dingen die op de aarde zijn’, het kwaad, is het nooit echt verlaten geweest. Maar toch blijft het uit liefde tot Hem verlangen naar Zijn tastbare aanwezigheid. Het wil God zo graag zien.

De discipelen van Jezus en wij die na hen door het geloof Jezus hebben leren ‘kennen’, dus van Hem zijn gaan houden, delen dezelfde ervaring. Het Woord (God) is immers vlees (mens) geworden en heeft onder ons gewoond (Joh. 1: 14). Jezus direct en blijvend bij ons hebben is voor ons gevoel het hoogste goed. Jezus’ afscheid in kruisiging en hemelvaart bracht daarom de discipelen in verlegenheid en stemt ons met hen verdrietig. Staan we er dan nu toch alleen voor? Moeten we zonder Hem onze weg vinden door deze wereld? Zitten we nu misschien, zonder Jezus, gevangen in het kwaad? ‘Neen!’, zo betuigt Jezus Zelf, ‘Ik heb u niet als wezen achtergelaten’. Geloven betekent daarom niet dat we verbijsterd naar boven moeten blijven kijken. Neen, geloven betekent vol vertrouwen op weg gaan, Jezus tegemoet. En dat met verlangen uit liefde tot Hem.

De dingen bedenken die boven zijn
Dat klinkt wereldvreemd, maar het is het tegendeel. Bij zijn afscheid van de aarde belooft Jezus iets moois. Er komt een ‘Trooster’ (vers 16), letterlijk ‘iemand die erbij geroepen wordt’. Iemand die Jezus gaat vertegenwoordigen: de Heilige Geest. De Heilige Geest zal in de gemeente en in het hart van de gelovigen wonen en voor altijd bij hen blijven. Dus, in het hart van allen die Jezus Christus in liefde hebben leren kennen en op Hem hun vertrouwen hebben gesteld. Het is nabijheid van God op aarde, maar op een andere wijze. Toch even betrouwbaar als Jezus, want het is de ‘Geest der waarheid’. Deze Trooster zet ons op de weg van Jezus. Toen Jezus nog bij zijn discipelen op aarde was, heette dat ‘Jezus volgen’. Nu Hij afscheid neemt, noemt Hij het ‘mijn geboden bewaren’ (vers 15, 21). De hemel is daarom niet de plaats waarheen we in onze gedachten de wereld ontvluchten. Neen, de hemel is de plaats waar ons echte leven met Christus geborgen is in God. Het is de operatiebasis van waaruit ons leven door Jezus op aarde geleid wordt (Kol. 3: 3). Vanuit de hemel leren we als koningskinderen op aarde te leven. We verzetten ons tegen het kwade en gaan leren de wil van God te doen. Daartoe zendt de Vader de Trooster of Heilige Geest. Van Gods Geest wordt verteld dat Hij de geboden van God op de tafelen van onze harten schrijft. Zoals Mozes ze bij de Sinaï eens op stenen tafelen beitelde, zo schrijft de Geest Gods wet in onze harten. Daarmee zijn we weer dicht bij de woorden van Jezus bij zijn afscheid: ‘Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren’ (vers 15). Jezus tegemoet gaan betekent dus een spoor van liefde trekken op aarde. Want ons leven op aarde doet ergens toe, het leidt naar de toekomst van de Messias.

Want Jezus komt
Daar eindigt Jezus zijn belofte mee: ‘Ik kom tot u’ (vers 18). Dat is waarvoor we als gelovigen leven. Daar gaat het om. Al het andere is bijzaak. Bij Jezus zijn noemden we immers het hoogste goed. In het Liedboek voor de kerken wordt dit verlangen naar de komst van Jezus in een lied (Lied 428) prachtig onder woorden gebracht:
Jezus, mijn verblijden,
voor mijn hart de weide,
waar het vrede vindt,
’t hart dat in verlangen,
naar U is bevangen,
dat U zo bemint.
Lam, o kom, mijn Bruidegom.
Buiten U is niets op aarde
zo beminnenswaardig.

De woorden van Jezus ‘Ik kom tot u’ behoren stellig tot de mooiste die Hij heeft uitgesproken. En ze mogen door ons beantwoord worden met ‘Amen, kom, Here Jezus!’

C.J. van den Boogert
Ds. C.J. van den Boogert is predikant naar art. 6 (past. gezondheidszorg) en woont te Elburg.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 2010

De Wekker | 20 Pagina's

Verlangen naar de komst van Jezus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 2010

De Wekker | 20 Pagina's