Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mag het ook gewoon …? (Evangeliseren 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mag het ook gewoon …? (Evangeliseren 1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op dit artikel van drs. J. van ’t Spijker zal dr. S.J. Wierda reageren in De Wekker van 11 juni a.s. In het daaropvolgende nr. van De Wekker, het nr. van 25 juni a.s., zal drs. J. van ’t Spijker afrondend reageren. DV

Evangeliseren. Getuige zijn van Jezus! We weten allemaal dat het op de één of andere manier onderdeel uitmaakt van het gelovig zijn. Jezus heeft het gezegd tegen zijn discipelen (en dus ook: tegen de kerk): jullie zullen mijn getuigen zijn op aarde. We weten het. Maar hoe doe je het? Als individu? Als kerk?

Rondkijkend op ons kerkelijke erf valt er best het één en ander te zien. Verschillende plaatselijke gemeentes proberen de boodschap van Jezus Christus door te geven aan mensen die er nog niet of niet meer van weten. In de hoop dat ze erdoor gewonnen worden voor Christus. En zo gered worden. Maar juist als een gemeente zich er voor inzet, gebeurt het nogal eens dat er ook vragen op komen. Bij verschillende gemeenteleden. Vragen die worden opgeroepen doordat er wel eens gekozen wordt voor een afwijkende vorm in een speciale dienst voor zoekenden. Er is opeens een ander repertoire liederen waaruit gezongen wordt; er zijn opeens andere muziekinstrumenten; er vindt soms zelfs een stuk ‘uitbeelding’ van het evangelie plaats. En de vragen komen op: moet dat nou? Weer iets anders! Is dat nou nodig?
Nadenkend over deze dingen is er best het één en ander te zeggen. Ik maak een aantal opmerkingen om – aan het eind – ook tot iets van een conclusie te komen.

De hele gemeente …
Het eerste waar ik een dikke streep onder zet is dat evangeliseren iets van de hele gemeente is. Het is principieel gezien de gemeente die in deze wereld staat als getuige van Jezus. Het is de gemeente die in de wereld Jezus vertegenwoordigt.
Daarbij is te wijzen op in ieder geval twee Schriftgedeelten. Ik denk aan Johannes 20: 21, waar Jezus zijn discipelen de wereld in zendt om daar zijn werk voort te zetten. Zoals Jezus door de Vader in de wereld gezonden was, zo zendt Jezus zijn kerk de wereld in. Ik denk ook aan Handelingen 1: 8, waar duidelijk wordt dat de gemeente van Jezus in deze wereld getuige zal zijn door de kracht van de heilige Geest. En je ziet het met Pinksteren op gang komen: de kerk getuigt!

Daarom kan gezegd worden dat het missionaire een wezenlijk gegeven van het kerk zijn is, waar heel de gemeente bij betrokken is. Alle gemeenteleden delen in de verantwoordelijkheid. Als gezondenen. Als getuigen van Jezus. Dat hebben ze ook beloofd. Ik denk aan de belijdenisvragen waarin de opbouw van de gemeente van Christus en het belijden van de Naam van Christus in de wereld duidelijk verwoord wordt. Op die vragen hebben gemeenteleden antwoord gegeven wanneer ze belijdenis gedaan hebben.

Evangelisatie begint in de gemeente …
Vanuit dit eerste gegeven dat evangelisatie een wezenlijk onderdeel van het kerk zijn is, moet er meteen een tweede opmerking gemaakt worden. Wanneer het Bijbels gezien namelijk zo ligt dat heel de gemeente betrokken is in het evangeliseren, kan en mag evangelisatie niet worden afgeschoven op het bordje van een evangelisatiecommissie. Daarom moet heel de gemeente tot het getuige zijn van Jezus worden toegerust. De gemeente in haar geheel dient immers haar verantwoordelijkheid te verstaan. Daarom zal er aandacht voor moeten zijn dat alle gemeenteleden ook in die zin zullen worden “toegerust tot dienstbetoon … tot opbouw van het lichaam van Christus” (Ef. 4: 12). Opdat ze zo hun “getuige zijn” – krachtens de belofte van Christus door de Geest – ook zullen praktiseren. Daarom begint het werk van de evangelisatie binnen de gemeente. Het begint daar waar mensen binnen de gemeente meer en meer voor Christus gewonnen worden en daardoor steeds meer op Hem gericht worden en uit en voor Hem gaan leven.
In dit verband wijs ik op een opmerkelijk gegeven in het Nieuwe Testament. Het is verrassend om te ontdekken dat de apostel Paulus een duidelijk woord, dat alles te maken heeft met evangeliseren, niet alleen maar gebruikt wanneer het gaat om het brengen van mensen tot Christus (mensen van buiten). Hij gebruikt datzelfde woord ook als het hem gaat om mensen binnen de gemeente die Christus al leerden kennen maar die in dat kennen van Christus nog groei nodig hebben, omdat ze nog zwak staan in hun geloof. Naar binnen en naar buiten toe wil Paulus al die mensen ‘winnen’ voor Christus (zie 1 Korinte 9: 19 en 22).

Bij dat winnen naar binnen toe trek ik dan de lijn naar wat ik hierboven schreef over de toerusting van de gemeente(leden) tot het “getuige zijn van Jezus”. Juist als mensen binnen de gemeente meer en meer voor Christus gewonnen worden, als ze meer en meer op Christus gericht worden, en daadwerkelijk uit Hem gaan leven, zullen ze ook – daartoe toegerust – hun plek vinden in de gemeente en zullen ze die plek ook gaan innemen. Ook in dat lichaam van Christus dat in deze wereld zichtbaar is als getuige van Hem, door de kracht van de Geest. Hoe dichter de gemeenteleden bij Christus gaan leven, des te meer zal dat zichtbaar worden ook in hun hele bestaan. Ze gaan Hem weerspiegelen, ook doordat de Geest hen meer en meer vormt naar het beeld van Christus.

Evangelisatie is getuige zijn …
Er is nog een ander aspect dat genoemd moet worden. Dat heeft te maken met wat wij onder ‘evangeliseren’ verstaan. Veelal heeft dat woord bij ons de klank van “mensen winnen voor Christus”. Het gaat bij evangelisatie om het brengen van mensen tot Jezus.
Opnieuw is het daarbij verrassend het Bijbelse woord eens goed te bekijken. Dat woord (en letterlijk staat er: ‘evangeliseren’) heeft namelijk niet de betekenis van bekeerlingen maken of iets dergelijks. Het betekent gewoon ‘het bekendmaken van het goede nieuws’. Het Bijbelse woord ‘evangeliseren’ is niet een woord dat een doel heeft dat door dat evangeliseren bereikt moet worden. Het gaat niet om wat er door het evangeliseren gebeurt. Niet het doel is bepalend.
In het Nieuwe Testament wordt, telkens als je het woord ‘evangeliseren’ tegenkomt, niet gezegd of dat evangeliseren ook effect had. Er wordt niet bij gezegd of het goede nieuws dat verkondigd werd ook werd geloofd of dat de inwoners van de plaatsen waar het gepreekt werd zich bekeerden (zie bv. in Hand. 8: 4; 8: 25 en 40; 14: 7). Het gaat er slechts om dat het goede nieuws gebracht werd.

Daarom …
Ik maak een paar afrondende opmerkingen:

1. Vanuit het Bijbelse gegeven dat de hele gemeente betrokken is in het werk van evangelisatie, omdat dat bij het wezen van de gemeente hoort, moet evangelisatie ook een zaak van het geheel van de gemeente blijven en zal de gemeente voortdurend moeten worden toegerust. Het zal erom gaan dat de gemeente haar wezen in deze wereld zal leren zien en vervullen en daarom ook invullen.

2. Vanuit de betekenis van het Bijbelse woord ‘evangeliseren’ valt de vraag te stellen of we bij het vormgeven van evangelisatie vooral resultaatgericht moeten denken, of dat de scopus (bedoeling) toch ergens anders zou moeten liggen: namelijk in het betrouwbaar ‘aankondigen’ van het goede nieuws.

3. Vanuit deze fundamentele eerste Bijbelse gegevens die erop duiden dat de hele gemeente, en dat dus alle leden van de gemeente als gezondenen (Joh. 20: 21) en als getuigen van Jezus (Hand. 1: 8) in deze wereld staan, is te zeggen dat evangelisatie niet bestaat in flitsende acties en in het oog springende campagnes of anderszins van het normale afwijkende patronen. De vraag die vanuit de Bijbelse gegevens gesteld dient te worden is hoe we als gemeente invulling geven aan de belofte en de opdracht van Christus om in deze wereld zijn getuigen te zijn.

4. Lettend op de manier waarop Paulus het woord ‘winnen’ gebruikt (naar binnen zowel als naar buiten toe) mag veel verwacht worden van een duidelijke, op het hart van de mensen gerichte prediking van het evangelie, waarin de geweldige rijkdom van Christus getoond wordt. Waar mensen binnen de gemeente meer en meer aan Hem verbonden raken, daar zal hun “getuige van Jezus zijn” meer en meer transparant worden. Ook naar buiten toe.

J. van 't Spijker
Drs. J. van ’t Spijker is predikant te Hoogeveen en parttime docent Missiologie, Evangelistiek en Urban Mission aan de TUA.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 2010

De Wekker | 20 Pagina's

Mag het ook gewoon …? (Evangeliseren 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 2010

De Wekker | 20 Pagina's