Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SAMEN - over de omgang van jongeren en ouderen in de gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SAMEN - over de omgang van jongeren en ouderen in de gemeente

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ‘R’ is weer in de maand. Dus gaat het kerkelijke winterseizoen binnenkort van start. Dat is een goede gelegenheid om eens stil te staan bij de omgang tussen jongeren en ouderen in de christelijke gemeente. Hoe is de praktijk? En wat zegt de Schrift erover?

Vooropgesteld: ‘jongeren’ en ‘ouderen’ als algemene aanduiding van een vastomlijnde groep bestaan niet. Er is onder jongeren een grote variatie en verscheidenheid. Niet alleen in karakter, ontwikkeling en levensgang. Ook in relatie tot de dienst van God. En hetzelfde geldt voor ouderen. Iedere oudere is weer anders. En het is goed daar oog voor te hebben. Toch spreek ik voor het gemak maar in het algemeen over ‘jongeren’ en ‘ouderen’.

Kenmerkend
Wat is eigenlijk kenmerkend voor een jongere? Dat is zonder twijfel het aspect van het kiezen. Jong zijn is kiezen. Jong zijn is – zo zeggen de deskundigen – onderweg zijn. Onderweg zijn door de branding die het veilige strand van de kinderjaren scheidt van de open zee van de volwassenheid. Het is de brug passeren die het jonge leven voert van puberteit naar zelfstandigheid. Zonder die brug te passeren komt niemand tot de volwassenheid.
En typerend voor dat proces is kiezen. Voor een kind wordt gekozen. Volwassenen hebben gekozen. Jongeren zijn bezig met die keuzes. Die keuze kan niemand van hen overnemen. We kunnen jongeren hulp bieden. Een wegwijzer zijn. Voorbede doen. Maar de weg door de branding gaan ze zelf.
Daarom heeft een jongere ook recht op eigen leefruimte. Om te groeien naar de volwassenheid hebben jongeren ruimte nodig en die moet hen ook met gulle hand geschonken worden.

Dan naar de ouderen. In hun leven ligt veel meer vast. Zij hebben de keuzes al gemaakt. De branding is voorbij. De adelaar is uitgevlogen en heeft zijn eigen nest gebouwd. Ouderen hebben veel keuzes al gemaakt (relatie, werk, dienst van God, plaats in de samenleving) en hun leven ligt voor een groot deel vast. Tegelijk: bij het ouder worden komen de eerste tekenen van slijtage of afbraak. Onze lichamelijke en mentale conditie wordt minder. Onze flexibiliteit – het vermogen om veranderingen te kunnen verwerken – neemt af. We gaan meer relativeren, meer bezinnend terugkijken en bouwen zo levenswijsheid op. Kortom, het perspectief op het leven verandert.
Zo is ook het ouder zijn een eigen fase in het leven. Een fase die evenzeer ruimte nodig heeft. Ruimte om ouder te mógen zijn. Dat vraagt van anderen vooral respect.

Praktijk
Hoe is nu de praktijk van de omgang tussen jongeren en ouderen in de gemeente? Is er sprake van spanningen? Of zelfs van een generatiekloof?
Naar mijn idee niet, al zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen. Over het algemeen zijn onze jongeren best plooibaar en weten soepel hun plaats te vinden. En de meeste ouderen hebben voldoende geestelijke rijpheid om te beseffen dat jongeren ruimte nodig hebben om tot zelfstandige keuzes te komen. De omgang tussen jongeren en ouderen in de gemeente lijkt me redelijk normaal en lang niet zo problematisch als jaren geleden. Toen spraken we over een generatiekloof. Dat is nu niet meer aan de orde. Onderzoekers typeren tegenwoordig de verhouding van de jeugd tot hun ouders met de woorden ‘harmonieus, maar mondig’. En dat is ook in de kerk te merken. De onrust tussen de verschillende generaties in de christelijke gemeente is beduidend minder geworden. Dat is iets om dankbaar voor te zijn.

Ondertussen betekent dat niet dat we op onze lauweren kunnen rusten. Het is voor jongeren en ouderen zaak scherp te blijven. En voortdurend te bedenken en te verwerken wat de Schrift over dit thema zegt.

Schrift
Allereerst is dan te wijzen op het karakter van de christelijke gemeente. Wat is Bijbels gezien een gemeente? Dat is: het volk van God, uit de wereld geroepen en vergaderd met het oog op het Koninkrijk van God. Of om het te zeggen in de taal van de belijdenis: het is Christus die door Woord en Geest Zijn gemeente vergadert. De gemeente is dus de zichtbare gemeenschap van mensen, die door het evangelie geroepen, rond het Woord van God samenkomt. En ook al weten we uit de Schrift dat er in deze gemeente kaf onder het koren is, dat neemt niet weg dat we Bijbels gezien over de gemeente spreken als de gemeente van Christus.
En daar horen kinderen en jongeren wezenlijk bij. De gemeente is geen zaak van volwassenen alleen. Integendeel. Met de Catechismus belijden we dat ook de kinderen in het verbond van God en Zijn gemeente begrepen zijn. De gemeente is verbondsgemeente en daarom horen kinderen en jongeren er helemaal bij. En hoort er ook plaats te zijn voor hen.
Daarom kunnen we niet spreken over meer en minder in de gemeente. Alsof sommige groepen belangrijker zijn dan andere. Soms gebeurt dat. Dan wordt het jeugdbeleid een speerpunt voor heel de gemeente. Of beschouwen ouderen het gemeentezijn als een ‘onderonsje’ waarbij de jongere generaties helemaal uit beeld raken. Maar dat doet geen recht aan het Bijbelse spreken over de gemeente. Het gaat vanuit de Schrift juist om de eenheid van de gemeente: van de jongste tot de oudste. En van jongeren en ouderen mag gevraagd worden daar oog voor te hebben. In de gemeente is de vraag niet allereerst wat ik wil. Maar wat goed is voor de opbouw van de gemeente als geheel. Laten we daar in het nieuwe seizoen alert op zijn.

Vervolgens wijs ik voor de omgang tussen jongeren en ouderen op de liefde. Wat namelijk voor de omgang in de gemeente in het algemeen geldt, geldt ook voor de omgang tussen ouderen en jongeren. En voor de omgang in de gemeente in het algemeen geldt naar het woord van Paulus de regel van de liefde. Denk maar aan wat de apostel in 1 Cor. 13 – het hooglied van de liefde – schrijft. Alle verhoudingen in de gemeente dienen bepaald te worden door de liefde. Dus ook de verhoudingen tussen de generaties. Die liefde ontbreekt ons van huis uit. Maar de Here wil die geven, als geschenk van Zijn genade. Daarom jongeren en ouderen: laten we voor en met elkaar die liefde zoeken. Dat zal zeker een brug slaan tussen de generaties!

Hart
Tot slot wijs ik nog op een aantal concrete Bijbelteksten die duidelijk maken dat de houding van ons hart beslissend is voor de omgang tussen de generaties.

In 1 Tim. 5: 1 en 2 roept Paulus zijn (jonge!) vriend en broeder Timotheüs op ouderen in de gemeente te behandelen als vaders en moeders. In lijn met het vijfde gebod betekent dat: met respect en eerbied. Dat mogen dan jonge gemeenteleden ter harte nemen. Andersom wordt Timotheüs aangespoord om jongeren als broeders en zusters te behandelen. Dat is dan weer leerzaam voor ouderen. Beschouw de jongeren als volwaardige geloofsgenoten. Neem hun vragen en kritiek serieus. Toon uw belangstelling. Vouw uw handen voor hen.

Ik wijs ook nog op 1 Petr. 5: 5. Daar worden allereerst de jongeren in de gemeente opgeroepen om het geestelijk gezag van de ambtsdragers te erkennen. Toch betekent dat niet dat de oudsten heerschappij mogen voeren over de gemeente. Want direct daarna laat Petrus de oproep horen: omgordt u jegens elkaar met nederigheid. Dat is dus de houding die past in de gemeente van Christus. Elkaar onderdanig zijn in ootmoed. Zowel in de relatie tussen ambtsdragers en gemeenteleden. Als in de relatie tussen jongeren en ouderen.

Ziet u de geestelijk lijn die hier naar voren komt? De omgang tussen jongeren en ouderen in de gemeente wordt bepaald door de instelling van ons hart. Is dat hart niet door het geloof aan Christus verbonden? Dan dreigt het gevaar dat allerlei schadelijke processen de eenheid van de gemeente ondermijnen. Is ons hart wel aan Christus verbonden? Dan geeft de Geest oog voor de eenheid van de gemeente, voor de betekenis van de liefde en voor de eigen plaats die anderen – hetzij jong, hetzij oud – innemen in de gemeente van Christus.

Zó wordt de gemeente echt gebouwd.

G. van Roekel
Ds. G. van Roekel is predikant te Putten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 2010

De Wekker | 20 Pagina's

SAMEN - over de omgang van jongeren en ouderen in de gemeente

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 2010

De Wekker | 20 Pagina's