Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bidden voor de overheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bidden voor de overheid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De afstand tussen de Haagse politiek en de gewone burger is zo groot geworden dat er sprake is van een diepe kloof. Lang niet altijd gaat het er in Den Haag even verheffend aan toe. Voor christenen kan het feit dat er regelmatig beslissingen genomen worden die haaks staan op Bijbelse principes vervreemdend werken. Ons bidden voor de overheid zou eronder kunnen lijden, terwijl we er toch toe geroepen worden. Hoe kunnen we aan die roeping gestalte geven?

Misschien denken we ook wel: wat haalt het allemaal uit? Legt de stem van Rutte, Cohen of Wilders in Den Haag niet meer gewicht in de schaal dan Gods stem? Dan moeten we echter wel bedenken dat God in de Schrift regelmatig gebruikmaakt van een overheid die de levende God niet kent om zo Zijn plannen te realiseren. Denk bijvoorbeeld aan de Perzische koning Kores die het volk Israël verlof geeft om terug te keren naar het beloofde land (Jes. 45). Later is het de heidense koning Arthasastha die aan Nehemia toestemming geeft om terug te gaan naar Jeruzalem om de herbouw van Jeruzalems muren ter hand te nemen (Neh. 2).
Steeds weer blijkt dat koningen in de handen van God zijn als waterbeken, zoals de Spreukendichter zegt (Spr. 21: 1v) . De Heere leidt ze waarheen Hij wil. Zo kan God ook vandaag een overheid tegen wil en dank gebruiken voor Zijn doel. Dit besef spoort aan tot gebed. Zo mag een gelovige een invloed uitoefenen op het regeringsbeleid die verder reikt dan de stem die hij eens in de vier jaar uitbrengt. Hij mag verder kijken dan de getalsmatige verhoudingen in het parlement, Hij mag een beroep doen op de allerhoogste Koning.

Het goede zoeken
Wie in de Bijbel begint te bladeren op zoek naar gegevens die relevant zijn voor ons onderwerp, stuit al gauw op de geschiedenis waarin Abraham voorbede doet voor Sodom (Gen. 18). Opvallend is wel dat God aan de vader aller gelovigen veel ruimte geeft om voor het goddeloze Sodom te bidden. In Zijn lankmoedigheid is God bereid ter wille van tien rechtvaardigen de stad te sparen. Abraham krijgt niet van God te horen: wat vraag je Me nu? Je moet eerder zeggen dat de Heere Zelf deze voorbede bij Abraham uitlokt. Blijkbaar is het geoorloofd om te bidden voor een samenleving die geheel van haar ankers los is en waar de zonde schrikbarende vormen heeft aangenomen. Abraham houdt zelfs die goddeloze stad nog biddend vast. Zouden wij dan niet ter wille van die ene Rechtvaardige, de Heere Jezus Christus, een beroep mogen doen op Gods sparend geduld over een volstrekt geseculariseerde samenleving en dat vooral met het oog op de verbreiding van het Evangelie?
Niet minder opmerkelijk is de oproep van de profeet Jeremia aan het adres van de ballingen in Babel (Jer. 29: 7). Hij roept ertoe op om te bidden voor de vrede van Babel, omdat in de vrede van Babel ook hun vrede gelegen zal zijn. Babel was het nota bene dat de Israëlieten in ballingschap had weggevoerd. Het zou voor de hand liggen dat de ballingen heel anders zouden bidden. De Babyloniërs waren immers hun vijanden. Dan gun je ze toch eerder tegenslag dan welstand? Jeremia draagt de ballingen op toch de vrede te zoeken voor het heidense Babel hoeveel ze van die kant ook geleden hadden. Juist daarvan zouden ook de ballingen mogen profiteren. Wat er op een samenleving ook allemaal is aan te merken je hoeft niet haar ondergang te zoeken zoals Jona deed, je mag er het beste voor zoeken en dat ook in het gebed verwoorden.
Ten slotte wil ik vanuit het Oude Testament nog verwijzen naar Psalm 72 waar gebeden wordt voor de koning. Deze Psalm laat zien hoe je nu een goede koning bent. God wordt gevraagd of Hij de koning vertrouwd wil maken met Zijn inzettingen. Juist dan zal de koning bijzondere zorg hebben voor de armen. Een rechtvaardige koning is hij die het opneemt voor de ellendige en een helper is voor hen die geen helper hebben. Juist nu onze samenleving steeds harder wordt, dringt dat des te meer tot gebed in overeenstemming met Psalm 72. De overheid heeft de roeping om het kwetsbare in bescherming te nemen. Juist in een tijd waarin dat aan steeds meer fronten onder druk komt te staan, mogen we God vragen om een overheid die wel rekent met de zwakke.

Wapen
In de tijd waarin het Nieuwe Testament ontstond, was er sprake van vergoddelijking van de (Romeinse) overheid. De keizer werd als een god vereerd. Een overheid die zo naar zichzelf kijkt, zit niet te wachten op voorbede van de gemeente. Deze vergoddelijking van de overheid staat haaks op wat God met de overheid voor heeft. Je kunt je hart vasthouden als een overheid zich goddelijke allures gaat aanmeten en zichzelf als de allerhoogste gaat beschouwen (Openb. 13). Iets wat ook vandaag aan de orde is als een overheid de Bijbel dichtlaat. Dan is men immers alleen nog zichzelf tot wet.
Juist dan kunnen kerk en overheid flink met elkaar gaan botsen. De voortgang van het evangelie wordt belemmerd en christenen verdwijnen in het ergste geval achter slot en grendel. Dan kan het gebed van de gemeente ook een wapen tegen de overheden worden zoals dat bijvoorbeeld het geval is in Hand. 4. Daar wordt de tegenwerking van het Evangelie geduid als een samenspannen tegen de Heere en Zijn Gezalfde (vgl. Ps. 2). De gemeente smeekt de Heere hieraan paal en perk te stellen en de gemeente vrijmoedigheid te geven ondanks alle tegenwerking. Juist als in het laatst der dagen de tegenstelling tussen het rijk van God en de boze zich steeds meer gaat toespitsen, zal die bede aan actualiteit winnen. Een gebed die zijn laatste en rijkste verhoring krijgt als Jezus terugkomt!

Góds dienares
Het Nieuwe Testament wijst de overheid haar taak als dienares van God (Rom. 13: 4). Ze is zelf geen god, ze staat juist in dienst van God. Ze is geroepen het kwade te bestraffen en het goede te belonen (1 Petr. 2: 14). Om die taak naar behoren uit te voeren heeft zij de voorbede van de gemeente hard nodig. Ook al houdt een overheid geen rekening met God zoals bij de Romeinse overheid in Paulus’ dagen het geval was, daarom mag het gebed voor de overheid niet nagelaten worden. Juist als de overheid zelf niet bidt, hebben wij des te meer reden om dat te doen! Ons gebed zal dan vooral ook zijn dat de overheid als dienares van God haar taak naar behoren mag uitvoeren.
Juist dan zal de overheid er dienstbaar aan zijn dat het Koninkrijk van God zich kan uitbreiden. De overheid kan die zaak al dienen door de openbare orde te handhaven.
Dan mag de gemeente een stil en gerust leven hebben (1 Tim. 2: 2). Dan kan ze haar boodschap ongehinderd uitdragen en mag door het verkondigde Evangelie aan iedereen duidelijk worden dat God niet wil dat iemand verloren gaat, maar dat allen tot erkentenis van de waarheid komen (1 Tim. 2: 4). Het is al een hele zegen als de gemeente in zo’n context kerk mag zijn en ongehinderd haar boodschap kan brengen.
Het is nog een hele stap verder dat de overheid zelf in haar beleid ook rekent met Bijbelse normen. Bij Israëls koningen lag dat in de lijn van de verwachting hoewel er vaak weinig van terechtkwam. In de context van het Nieuwe Testament was dat bij de toenmalige heidense overheid ondenkbaar. Christenen waren toen immers maar een kleine minderheid. Dit blijft in het Nieuwe Testament dan ook goeddeels buiten beeld.
Dat neemt niet weg dat we bij ons bidden vandaag mogen vragen of onze overheid met die normen wel rekenen zal en zo voluit dienares van God zijn. Nergens is een land meer bij gebaat dan bij het leven naar Bijbelse normen! We gaan dan in ons bidden niet uit van het maximaal haalbare maar van Gods heilzame geboden. In onze voorbede zullen we een bijzondere plaats inruimen voor die parlementariërs en bestuurders die in hun werk stem willen geven aan Gods geboden. We bidden of God aan hun woorden bijzondere overtuigingskracht wil verlenen. Het is nodig dat wij ónze stem laten horen aan Gods adres. Tegelijk is het nodig dat Góds stem klinkt in Den Haag.

H. Peet
Ds. H. Peet is predikant te Bunschoten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 2010

De Wekker | 20 Pagina's

Bidden voor de overheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 2010

De Wekker | 20 Pagina's