Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bloed of inkt?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bloed of inkt?

Ds. A. Huijgen over het belijden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Citaat: In ons land ruikt het belijden naar inkt, terwijl de echte belijdenis met bloed geschreven wordt.

Wie: dr. A.A. Spijkerboer (geb. 1928).

Waar: In de Waagschaal, nieuwe jaargang 28, nummer 9, blz. 282.

Wie is eigenlijk dr. Spijkerboer…?
Ds. A.A. Spijkerboer is een markant figuur, die als predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk midden tussen de gewone mensen wilde staan. Hij werkte bijvoorbeeld een tijd als predikant-arbeider in Noord-Frankrijk. Ook was hij studentenpredikant, en later predikant in de Bijlmer.

Hoe kwam hij op die beroemde zin over het belijden?
Spijkerboer schreef deze woorden in verband met de wederzijdse erkenning van de GKv en CGK van Lutten als ‘ware kerk.’
Dan merkt hij op: ‘Bij het belijden wordt altijd gedacht aan formuleringen, soms traditioneel, soms actueel, maar altijd weer formuleringen. In ons land ruikt het belijden naar inkt, terwijl de echte belijdenis met bloed geschreven wordt, met het bloed van de martelaren’.

Hoezo inkt en bloed …?
Belijden dat ruikt naar inkt wil zeggen: je gaat er eens rustig voor zitten om met het altijd geduldige papier voor je een belijdenis te ontwerpen, terwijl het niet staat onder de druk van de vervolging, de aanvechting of de nood der tijden. Of: je hanteert een belijdenis die eeuwen geleden op schrift is gesteld als een catalogus van waarheden, zonder dat de kracht van die belijdenis het leven stempelt. Het blijft een formulering, meer niet. Écht belijden betekent dat je hele leven op het spel staat.
Daarbij kun je denken aan het nieuwtestamentische woord voor ‘belijden’, marturein, waarin je ons woord ‘martelaar’ herkent. Maar je ziet het ook in de geschiedenis van de kerk. De echte belijdenis ontstaat daar waar er druk op de ketel staat. Denk aan de Barmer Thesen (1934). Dat is een belijdenis die recht in het gezicht van nazi- Duitsland werden uitgesproken. Door het Führerprincipe werd een streep gehaald, en de gehoorzaamheid aan Jezus Christus alleen werd voorop gesteld. Uiteindelijk hebben velen van degenen die deze belijdenis tot de hunne maakten, hiervoor met hun leven moeten betalen. Dat is heel wat anders dan achter een schrijftafel een nieuw belijden ontwerpen.

Ben je het trouwens met Spijkerboer eens?
Vooral in die zin dat we hebben te beseffen dat je een belijdenis maar niet ‘hebt’ als een document achterin je Bijbeltje, of een soort reglement van orde op de plank.
De echte belijdenis is een zaak van mond en hart, en van heel het leven. De belijdenis van de Reformatie is zo ontstaan en wil zo ook ontvangen worden.

Zijn onze belijdenissen geschreven met bloed?
Een helder voorbeeld is de Nederlandse Geloofsbelijdenis, door Guido de Brès opgesteld in 1561. Vanwege zijn geloof is De Bres uiteindelijk ter dood gebracht. Toen hij zijn belijdenis schreef, wist hij dat het deze consequentie kon hebben …

Welke belijdenis spreekt jou zelf het meeste aan?
De Heidelbergse Catechismus! De Catechismus lééft. Je treft er een door en door bevindelijke toon, die voortdurend op de spanning staat van het leven op Gods beloften, door het geloof. De inzet bij de enige troost toont precies dat belijden geen formaliteit kan zijn, maar dat je er zelf helemaal bij betrokken bent. En dan draait het niet om mij, maar om Christus, wiens eigendom ik ben, om Zijn Vader die voor mij zorgt en Zijn Geest die mij verzekert.

Wat denk je in dit verband van de credotekst die gepubliceerd is ter voorbereiding op de Nationale Synode?
Aan de ene kant is het een geweldig getuigenis als deze tekst zó de samenleving in gaat. Aan de andere kant is ‘credotekst’ misschien wel een wat groot woord. Men plaatst hier wat verzachtende termen naast, ‘groeitekst’ – en onlangs, op de website, ‘statement’.
Op de tekst zelf is ook kritiek gekomen, soms terecht, soms vergezocht (ik verwijs hiervoor naar een stukje op mijn weblog, zie hieronder). Ik denk dat de minder pretentieuze termen die men naast ‘credotekst’ gebruikt, al wel aangeven dat men aanvoelt dat deze tekst niet onder dezelfde druk tot stand is gekomen als bijvoorbeeld de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Meer weten en verder lezen:
• http://www.nationalesynode.nl
• http://ahuijgen.wordpress.com/2009/12/24/nationale-synodeen-credotekst/
• A.A. Spijkerboer, Een rondje om de kerk. Kroniek van een halve eeuw. Kampen: Kok, 2001.
• A.A. Spijkerboer, Een staf om te gaan. Vijf hervormden over het belijden. Baarn: Ten Have, 1973.


Paspoort ds. A. (Arnold) Huigen
Leeftijd: 32
Getrouwd met: Hanneke van Vliet
Kerkelijke gemeente: Genemuiden
Taken in kerkverband: universitair docent dogmatiek en symboliek aan de TUA
Hobby’s: vier kinderen in de leeftijd van vijf jaar tot een maand.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 2010

De Wekker | 20 Pagina's

Bloed of inkt?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 2010

De Wekker | 20 Pagina's