Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar bent u?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar bent u?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de Heere God riep Adam zeide tot hem: Waar zijt gij? (Genesis 3: 9)

Waar ben je? Die vraag wordt nogal eens gesteld. Moeder roept haar dochter om voor haar een boodschap te doen. Vader zoekt zijn zoon om met hem een klus in de werkplaats te doen. Soms zie je in de stad een affiche waarop staat: Gezocht! Een misdadiger, een crimineel wordt gezocht. Hij is spoorloos verdwenen. Zijn foto wordt op belangrijke punten in de stad opgeplakt met de mededeling dat wie de politie een (gouden) tip kan geven een forse beloning in ontvangst mag nemen.

Weet de Heere niet waar Adam en Eva zich verstopt hebben? Jawel! Hij roept niet, omdat Hij niet weet waar de eerste mensen zich verscholen hebben, maar omdat Hij Adam en Eva niet wil loslaten.
U weet wel wat er is gebeurd. Eva heeft een ontmoeting met de slang. De slang komt naar haar toe en die slang begint te spreken. Eva is verwonderd. De verwondering duurt niet lang. Wat zegt de slang? “Is het ook dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van alle booms dezes hofs?” Eva reageert hierop. Dat heeft God niet gezegd. Het is precies andersom. Alleen van deze ene boom mogen we niet eten. Als we het toch doen, moeten we de dood sterven. Toen fluisterde de slang: Geloof je dat echt? Welnee, je zult niet sterven. Maar God is bang dat als je van deze vrucht proeft je even wijs als God zult zijn. En dat wil Hij niet. Wees maar niet bevreesd voor God. Je zult net als God zijn als je het doet. Eva geloofde de leugenaar. Ze keek naar de vruchten, plukte er één. Ze at ervan en plukte er nog één. Die gaf ze aan Adam. Ze vertelde hem wat de slang haar gezegd had. Hij corrigeerde zijn vrouw niet! Hij at ook van de vrucht. Daarna voelden zij zich diep ongelukkig, omdat ze God hadden verlaten.

De rechtvaardige Heere roept
God laat Adam niet met rust. Hij wekt hem op uit zijn roes der zonde. Waar zijt gij? Dat is een ontdekkende vraag van de Rechter. De Rechter van hemel en aarde laat zien hoever Adam van zijn plaats is. Hij is namelijk bij God weggevlucht zonder hoop op behoud. Het is een machtig wonder, dat God niet zegt: Ik wil je nooit meer ontmoeten! De mens kan niet anders verwachten dan dat God het vonnis zal voltrekken. Want de vraag ‘Waar zijt gij?’ is een vraag, waarin God het rechterlijk onderzoek aankondigt. De Heere wil Adam laten zien dat al zijn vreugde vergiftigd is. Dat hij van een koningskind een kind van satan is geworden. Adam (let wel hij wordt aangesproken!) zal moeten erkennen, dat hij tegen God gezondigd heeft. Adam en Eva hebben de goede God verlaten.
Net als de eerste mensen trachten wij de Rechter te ontvluchten. We verschuilen ons achter wat ‘bladeren’. Maar onze schuilplaats redt ons niet van de eeuwige dood. De Heere roept u om tevoorschijn te komen. Waar bent u? Belijd uw zonde en schuld voor het te laat is! De Heilige Geest wil u en mij dit leren.

De barmhartige Heere roept
Wie door genade zijn zonde en schuld leert belijden zal ontdekken dat de Rechter ook de barmhartige God is. De barmhartige Heere zoekt een naamloze op. Is het u wel eens opgevallen dat God Adam niet meer bij zijn naam noemt? Hij zegt niet ‘Adam waar zijt gij?’, maar: ‘waar zijt gij? Adam betekent mens. Die naam kan hij eigenlijk niet meer dragen. Hij is een gevallen mens. Hij en wij hebben onze naam verspeeld. Dat wil God ons in die indringende vraag leren. Er is slechts Eén die de naam van mens met ere draagt. Dat is de Heere Jezus. Zie dé Mens!
Zonder de Christus die komen zou, kon er geen sprake zijn van een zoeken in ontferming. Dan had Adam alleen de stem van de Rechter gehoord en zijn doodvonnis vernomen.

De kerstklokken luiden
In de vraag ‘waar zijt gij?’, laat God de kerstklokken luiden. Heerlijk evangelie van genade door recht. Christus, de tweede Adam, ging in de plaats van Adam staan. Hij is nooit weggekropen voor Zijn Vader. Integendeel. In de hof van Gethsémané riep Hij de bende soldaten toe: “Indien gij dan Mij zoekt, laat dezen (de discipelen) heengaan.” Wat een liefde!

De kerstklokken luiden. Hoort u Gods stem? Waar bent u? U zegt: ik kan het niet meer goed maken. Ik durf de Heere niet meer onder ogen te komen. En eerlijk gezegd wil ik ook niet komen.
Hoor wat Christus zegt: Zie Ik kom, in de rol des Boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn God om Uw welbehagen te doen. Vraag of Hij u gewillig maakt om uw schuilplaats te verlaten! Verloren zondaar God roept u. Heeft Zijn bewogenheid diepe indruk op u gemaakt. Bent u door de Heere uit uw verschansing getrokken door Zijn krachtig roepen?
Zalig wie geen verontschuldigingen meer overhield en in het geloof mocht blikken op de gewillige Zaligmaker. Dan werd het Kerstfeest voor u! Het Kind van Bethlehem werd Gods grote geschenk aan U!

G.J. Capellen
Ds.
G.J. Capellen is predikant te Kerkwerve.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 2010

De Wekker | 20 Pagina's

Waar bent u?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 2010

De Wekker | 20 Pagina's